wetsvoorstel Huur en inkomensgrenzen

Reactie

Naam K.A. Bril
Plaats Utrecht
Datum 6 augustus 2019

Vraag1

Er kan gereageerd worden op alle aspecten van dit conceptwetsvoorstel
- inkomensafhankelijke huurverhoging voelt voor veel huurders als het veranderen van de spelregels tijdens het spel. Op basis van de oude spelregels hebben wij destijds (2001) een huis gehuurd en niet gekocht. Onze arbeidscontracten waren (en zijn) onzeker dus we verkozen zekerheid (en flexibiliteit) vóór vermogensopbouw. Zoals het nu gaat, en zeker hoe het nu dreigt te worden, hebben we straks beide niet.

- de hele discussie rondom scheefwonen suggereert een soort asociaal gedrag. Sociaal huisvestingsbeleid is echter altijd gericht geweest op mensen op mensen uit het sociale minimum tot aan de leraar, verpleegkundige, agent. Om gezinnen met nog geen anderhalf keer modaal zo te straffen is kwalijk. En dan nog: verleid mensen tot ander gedrag met maatregelen en mogelijkheden, dwing ze niet. Wonen is een basisbehoefte!

- bovenal: het werkt niet. Er komen geen sociale huurwoningen vrij als mensen zoals wij uit ons huis moeten. We zien het al enkele jaren om ons heen gebeuren bij buren: zodra onze sociale huurwoning vrijkomt, wordt de huur in 1 klap opgetrokken tot prijzen van €1300-€1500 per maand. Waardoor niet alleen bestaande huurders worden gedupeerd, maar ook nog eens de sociale huurvoorraad de facto kleiner wordt en mensen op het sociaal minimum alsnog geen kans maken.

- Door zo in te zetten op een sociale huursector voor alleen de allerarmsten, ondergraaf je de enorme verdiensten van het huisvestingsbeleid van de afgelopen 50 jaar. Dit beleid werkt segregatie in de hand. Een samenleving waarin men elkaar minder goed kent. We roemen onszelf in Nederland om de sociale cohesie in wijken, maar om deze kwaliteiten te behouden moeten we de randvoorwaarden wel in stand houden;

- Het feit dat onze woningbouwcorporatie al een aantal jaar de mogelijkheid heeft jaarlijks een fikse huurverhoging door te voeren en omdat zij weet tot welke inkomensgroep wij behoren, heeft geleid tot een ernstige verstoring van het machtsevenwicht tussen ons als huurder en de woningcorporatie als verhuurder. Zeker met de nieuwe voorstellen zullen zij zich sneller van lastige huurders kunnen ontdoen. Dit kan toch niet de bedoeling zijn.

- tot slot: deze maatregelen versterken de ongelijkheid tussen groepen. Als je als overheid iets wilt: maak andere opties aantrekkelijk in plaats van groepen onder druk te zetten.