Wijziging van de Huisvestingswet 2014

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Spijkenisse
Datum 6 december 2021

Vraag1

Wat is uw mening over dit wetsvoorstel?
Ihkv een vraag tot wel of niet gebruik maken van 30% bindingseis betaalbare koop in onze gemeente heb ik kennisgenomen van dit voorstel tot wetswijziging. Daarbij viel mij op dat er geen afwijkende voorwaarden zijn opgenomen voor toepassing van de bindingseis tbv betaalbare koopnieuwbouw of de sociale huurvoorraad (n.b. categorieen woonruimte, dus de gehele voorraad van betreffende categorie). Ihgv van sociale huur kan er eenvoudig gemonitord worden op lokale binding bij toewijzing door woningcorporaties, en bij ev overschrijding danwel onderbenutting aanpassing in de toewijzing binnen plaatsvinden. In de betaalbare koopvoorraad gaat het echter om meerdere projecten van verschillende omvang met meerdere private partijen, waarbij verschillende afspraken gelden (via bestemmingsplan, gronduitgifteovereenkomst, private maatwerkafspraken over prijzen v.o.n. etc.). Dat gaat in de uitvoering van de wetwijziging m.i. denodige problemen opleveren. Hoe ga je dit op projectbasis monitoren, hoe voorkom je (de schijn van) willekeur bij vaststellen van een % bindingeis per project en kan dit leiden tot willekeur in het aanscherpen dan wel verlichten van de bindingseis richting afloop van de vierjaarstermijn voor de huisvestingsverordening?

Vraag2

Heeft u suggesties ter verbetering van het wetsvoorstel?
Eea zou volgens mij beter geregeld kunnen worden via twee aanpassingen:
In de huisvestingsverordening mag de gemeente de eis opnemen dat in ieder project met een minimale omvang de 30% bingseis geldt voor betaalbare koop gedurende 4 jaar.
Er geldt een hardheidsclausule dat bindingseis neerwaarts bijgesteld mag worden indien het project vanwege bv grondsaneringskosten of andere gewenste ontwikkelingen (% sociale woningbouw of middenhuur, hoger aandeel betaalbare koop, behalen bindingseis tegen einde 4-jaarsperiode) tegemoet komt aan wensen in de WBP.