Experimenteerwet zelfrijdende auto

Reactie

Naam Spring innovation management (de heer JW van der Wiel)
Plaats Son en Breugel
Datum 4 augustus 2016

Vraag1

1) Biedt het gekozen stelsel voldoende ruimte voor het uitvoeren van experimenten met een bestuurder buiten het voertuig?
dat zal liggen aan hoe het stelsel wordt uitgevoerd. De tekst maakt voldoende duidelijk dat het doel is experimenten met bestuurder buiten het voertuig mogelijk te maken.

Ik heb een vraag t.a.v. de bevoegdheid van de minister (het ministerie) om zelf ook de ontheffing in te trekken in geval van een veiligheidsrisico. Dit impliceert een afweging van het ministerie en dat vraagt informatiegaring en oordeelsvorming. Het wordt niet genoemd of/dat het ministerie een rol speelt in de ontheffingsprocedure. Het verdient aanbeveling aan te geven hoe (in hoeverre) het ministerie betrokken is. Een veiligheidsbeslissing is altijd urgent. Om de toegedichte rol te kunnen invullen moet het ministerie al zeer goed over het experiment geinformeerd zijn.

Vraag2

2) Heeft u suggesties voor andere oplossingen om experimenten met zelfrijdende voertuigen mogelijk te maken? Ziet u bijvoorbeeld mogelijkheden om experimenten met een bestuurder buiten het voertuig onder de bestaande regelgeving uit te kunnen voeren?
Daarover is in het kader van het WEpods project in NL uitvoerig met de betrokken instanties gesproken en dat bleek niet mogelijk. Tegelijkertijd zien we dat dit elders in de EU (Griekenland) dit werd toegestaan. De regelgeving is dus verschillende te interpreteren.


Vraag3

3) Welke wettelijke bepalingen zouden belemmerend of problematisch kunnen zijn voor het uitvoeren van experimenten?
bepalingen t.a.v. aansprakelijkheid en fysieke aanwezigheid van een bestuurder

Het begrip 'bestuurder[ staat centraal. In de tekst wordt hierbij altijd gerefereerd aan een mens. Bij de ene uitzondering (pag5) daarop wordt aangetekend dat er in extremis zelfs geen bestuurder hoeft te zijn. Dan wordt het tocht weer naar de mens gedraaid. Er is ALTIJD een bestuurder want het voertuig wordt bestuurd. Het is essentieel te erkennen dat de bestuurder ook een samenstel van sensors en computers kan zijn; dus niet een mens, maar een ding. Die gedachte graag toevoegen. dat opent nieuwe mogelijkheden. Na een incident moet de bestuurder bijvoorbeeld kunnen informeren. Dat kunnen systemen VEEL beter dan een mens en dat kunnen ze ook meteen, ter plaatste, consistent en onweerlegbaar