actualisatie van bijlage D - excretieforfaits

Reactie

Naam VOF Melkveebedrijf Nillesen (William Nillesen)
Plaats Groesbeek
Datum 25 juli 2019

Vraag1

Op alle onderdelen van de wijzigingsregeling kan een reactie worden gegeven.
Een aantal aandachtspunten:
- Melkveehouders die in 2015 al meer dan 10.624 kg melk per koe produceerden en daarmee 49,3 kg fosfaat per koe aan fosfaatrechten toegekend hebben gekregen, worden zij gecompenseerd? Kunnen daar extra fosfaatrechten voor uitgegeven worden? En krijgen bedrijven met juist een lage productie (< 5.624 kg) dan een korting op de toegekende fosfaatrechten? Bij vleesveehouders bleek het erg lastig te zijn om fosfaatrechten terug te vorderen...
- Melkveehouders die door het fosfaatrechtenstelsel al in zwaar weer zijn gekomen en hun uiterste best hebben gedaan om toch een redelijke omzet te creëren (d.w.z. meer kg melk per koe door bijvoorbeeld een ouder wordende veestapel, oudere koeien geven meer melk dan jongere), moeten zij nu wéér ontzettend veel geld investeren in extra fosfaatrechten? Financieel kan dit grote gevolgen hebben.
- Waar zijn de nieuwe getallen op gebaseerd? Zijn er cijfers uit de praktijk waaruit blijkt dat deze getallen kloppen? Produceert een koe op een bedrijf dat van 10.000 kg melk naar 12.000 echt zoveel meer fosfaat en/of stikstof? Uit bedrijfsspecifieke kengetallen (kringloopwijzer) blijkt dit niet zo te zijn. Moeten we die efficiënte omgang met mineralen niet juist toejuichen in plaats van afstraffen? Daar is Nederland, Europa en de hele wereld toch zeker bij gebaat?