Subsidieregeling DUMAVA

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Utrecht
Datum 28 april 2022

Vraag1

Wat is uw algemene reactie op de conceptregeling duurzaam maatschappelijk vastgoed inclusief de toelichting?
Sociaalwerkorganisaties in Nederland beschikken over zo’n 1.500 buurthuizen en wijkcentra, waarvan een deel in eigendom. De subsidieregeling die wordt voorbereid betreft ook buurthuizen en wijkcentra.

Er is structureel te weinig geld voor het in stand houden van het voorzieningenniveau in wijken, laat staan voor de extra investeringen die nodig zijn om het maatschappelijk vastgoed te verduurzamen. Met incidenteel geld kan je geen vastgoed financieren. Daarvoor is structureel geld nodig.
Elke losse regeling en dus ook deze maakt de uitvoering extra complex en tijdrovend.
De onderhavige regeling gaat uit van een lokale arena-constructie versnipperd over sectoren en verschillende tijdsperioden.
De regeling leidt ertoe dat diverse lokale besturen (gemeenten, scholen, sportverenigingen en andere maatschappelijke stichtingen en verenigingen in concurrentie met elkaar subsidie aanvragen.

In plaats daarvan is het ook mogelijk om het bedrag van 525 miljoen te verdelen over gemeenten in verband met hun zicht op lokale belangen, hun regiefunctie (scholen, sport, buurthuizen, zorg, culturele voorzieningen), de mogelijkheid voor een kosteneffectieve aanpak en hun mogelijkheid het geld goed te verdelen (subsidies, leningen, hulp).

Het kabinet heeft bij Prinsjesdag aangekondigd 525 miljoen euro ter beschikking te stellen voor verduurzaming van het maatschappelijk vastgoed.

De provincie is een belangrijke subsidieverstrekker op het gebied van duurzaamheid voor wijkcentra en buurthuizen. Het is onduidelijk hoe de onderhavige regeling zich verhoudt tot provinciale regelingen.

Jammer dat gedragsmaatregelen buiten de reikwijdte van de regeling vallen. Sociaal Werk Nederland ziet dat diverse buurtcentra in Nederland één van de eerste duurzame gebouwen in hun buurt worden en daarmee een voorbeeldfunctie vervullen voor de rest van de wijk.

Vraag2

Heeft u opmerkingen of aanvullingen op hoofdstuk twee: het aanvragen van subsidie voor (combinaties van) verduurzamingsmaatregelen?
Artikel 11 lid c vermeldt: “sprake is van een onderneming die inkomsten- of vennootschapsbelasting in Nederland betaalt en zodoende in aanmerking komt voor aftrekposten en fiscale regelingen”.

Sociaalwerkorganisaties zijn in principe vennootschapsbelastinglpichtig. Sociaalwerkorganidaties zijn in principe vennootschapsbelastingplichtig. De effectuering van een eenmaal vastgestelde vennootschapsbelastingplicht is afhankelijk van onder meer vrijstellingen, waarvan de toepassing dan weer maatwerk is. Dit betekent voor sociaalwerkorganisaties dat de (effectuering van de) vennootschapsbelastingplicht met de nodige onzekerheid is omgeven. De Belastingdienst kan met terugwerkende kracht (een periode van vijf jaar) een aanslag opleggen. Dit betekent dat sociaalwerkorganisaties - ook al betalen ze op dit moment geen vennootschapsbelasting - geconfronteerd kunnen worden met aanslagen met terugwerkende kracht.

Sociaal Werk Nederland vindt het onduidelijk hoe de afwijzingsgrond c van artikel 11 zich verhoudt met een aanslag vennootschapsbelastingplicht met terugwerkende kracht. Deze onduidelijkheid kan ertoe leiden dat sociaalwerkorganisaties met maatschappelijk vastgoed in eigendom besluiten geen gebruik te maken van de onderhavige subsidieregeling.

In de regeling is onduidelijk of kantoorgebouwen waarin sociaalwerk administratieve taken uitvoert al dan niet gecombineerd met dienstverlening (spreekuren, loket, wijkteams) onder de reikwijdte van de regeling valt.

Vraag3

Heeft u opmerkingen of aanvullingen op hoofdstuk drie: het aanvragen van subsidie voor integrale verduurzamingsprojecten?
Sociaal Werk Nederland kan niet geheel overzien hoeveel regelwerk het sociaalwerkorganisaties kost om tot een subsidie-aanvraag te komen en om na toekenning het gehele traject af te ronden, met en zonder provinciale ondersteuning. SWN verzoekt bij de uitvoeringstoets ook kleinere sociaalwerkorganisaties te betrekken.

Vraag4

Heeft u opmerkingen of aanvullingen op de maatregelenlijst uit bijlage twee?
Gedragsmaatregelen als aanvulling (zie ook beantwoording vraag 1)

Vraag5

Heeft u opmerkingen of aanvullingen op de beschreven definitie voor maatschappelijk vastgoed welke fungeert als afbakening van de doelgroep binnen de regeling?
Veel maatschappelijke stichtingen en verenigingen vallen buiten de regeling; denk aan scouting / Jong Nederland / culturele instellingen zonder ANBI / hondenclubs etc.