Domein-overstijgende samenwerking

Reactie

Naam Kenniscentrum Dementie op Jonge Leeftijd (M. Verboom)
Plaats Amersfoort
Datum 19 april 2021

Vraag1

Wat vindt u van de voorgestelde wetswijziging om domein-overstijgende samenwerking meer te faciliteren, door de taken van zorgkantoren uit te breiden, zodat zij rechtmatig samen met andere inkopende partijen kunnen investeren in preventieve maatregelen?
Het Kenniscentrum Dementie op Jonge Leeftijd (hierna ‘Kenniscentrum’ genoemd) acht het voor de ondersteuning en behandeling van jonge mensen met dementie van groot belang dat er preventief domein-overstijgend samengewerkt kan worden en juicht het wettelijk mogelijk maken hiervan toe. Het Kenniscentrum ziet in het voorliggende wetsvoorstel echter ook een aantal punten van zorg. In de bijgevoegde notitie wordt eerst toegelicht wat het Kenniscentrum doet en waarom jonge mensen met dementie een specifieke doelgroep vormen. Vervolgens worden de preventieve maatregelen beschreven middels welke jonge mensen met dementie langer thuis kunnen wonen. Hierbij worden ook de huidige knelpunten beschreven bij de bekostiging hiervan. Voor wat betreft het wetsvoorstel worden de kansen benoemd die het Kenniscentrum ziet, de punten van zorg en de door het Kenniscentrum noodzakelijk geachte randvoorwaarde. Tot slot van de notitie legt het Kenniscentrum het ministerie een vraag voor. Hieronder beantwoordt het Kenniscentrum kort de overige vragen van de consultatie. Zie de notitie voor de verdere toelichting op deze antwoorden.

Vraag2

Wat vindt u van de gestelde voorwaarden met betrekking tot zorgdragen voor preventieve maatregelen, die in het wetsvoorstel zijn opgenomen en die voorgesteld worden om bij of krachtens algemene maatregel van bestuur op te nemen in nadere regels?

Deze voorwaarden omvatten:
- Zorgkantoren kunnen alleen investeren in preventieve maatregelen als het gezamenlijkheid is met met één of meer gemeenten, zorgverzekeraars of Onze Minister voor Rechtsbescherming.
- Er moet een positieve business case aan ten grondslag liggen. Er moet een duidelijk omschreven casus zijn waarin:
a. wordt beschreven wat het doel is van de preventieve maatregel;
b. een inschatting wordt gemaakt van de verwachte kosten en baten, waarbij het bedrag niet hoger mag zijn dan de door hem ingeschatte besparingen aan Wlz-zorg; en waarin
c. de wijze van monitoring en evaluatie wordt beschreven.
-Het lijkt het Kenniscentrum voor het nemen van preventieve maatregelen inderdaad een voorwaarde dat het zorgkantoor samenwerkt met de gemeenten, zorgverzekeraars en/of minister, zodat de maatregelen daadwerkelijk integraal en domein-overstijgend zijn. Een punt van zorg is echter dat dit tot een verzwaring van de administratieve lasten voor de zorgaanbieders zal leiden, aangezien deze nu al onevenredig groot zijn als het gaat om de bekostiging van preventieve maatregelen voor jonge mensen met dementie.
-Onderbouwing van preventieve maatregelen is uiteraard noodzakelijk. Punt van zorg is echter dat de zorgkantoren volledig de vrijheid zouden houden om preventieve maatregelen al dan niet in te zetten. Het Kenniscentrum ziet hierbij het ongewenste scenario ontstaan dat de zorgaanbieders in iedere regio de zorgkantoren moeten overtuigen van de noodzaak van de preventieve maatregelen voor jonge mensen met dementie, met het risico op afwijzing van hun voorstellen. De wetenschappelijke onderbouwing en businesscases zijn reeds bij het Kenniscentrum aanwezig. Het Kenniscentrum ziet het als noodzakelijke randvoorwaarde dat jonge mensen met dementie door de minister van VWS worden aangewezen als specifieke doelgroep waarvoor de zorgkantoren passende zorg inkopen bij (gespecialiseerde) zorgaanbieders.

Vraag3

Een belangrijke voorwaarde om preventieve maatregelen te bekostigen is dat het aantoonbaar leidt tot lagere zorguitgaven en dat dit landelijk gemonitord en geëvalueerd wordt op basis van heldere criteria. Hoe zou een dergelijke monitor er uit moeten zien, wie moet hierbij betrokken worden en welke criteria vindt u hierin van belang?
Momenteel wordt in Nederland de PRECODE-studie uitgevoerd (link) waarbij de prevalentie en incidentie van mensen met dementie op jonge leeftijd en hun toegang tot zorg wordt onderzocht. Als vervolg op deze studie zou, mits dit bekostigd kan worden, in kaart kunnen worden gebracht hoe hun intramuralisatie verloopt. Het Kenniscentrum is momenteel in samenwerking met de vijf Alzheimercentra bezig met de voorbereiding van een onderzoeksaanvraag waarin tevens het periodiek monitoren van het zorggebruik van jonge mensen met dementie en hun naasten een plaats zal krijgen. Mits het onderzoeksvoorstel wordt gehonoreerd zal dus een monitor kunnen worden ontwikkeld en uitgerold, aansluitend bij de bestaande Dementiemonitor en de monitor die in het kader van DementieNet is ontwikkeld. Om hierin te kunnen voorzien zijn vertegenwoordigers uit die hoek tevens bij het schrijven van de onderzoeksaanvraag betrokken. In de toekomst zou het Kenniscentrum de monitor steeds periodiek zelf uit kunnen zetten nadat deze is ontwikkeld.

Vraag4

Wat vindt u van de voorgestelde wetswijziging om de mogelijkheid te creëren zodat, op aanwijzing van VWS bij specifieke cliëntgroepen of in bijzondere omstandigheden, aanvullende bekostiging van de geleverde zorg naast de persoonsvolgende bekostiging per cliënt mogelijk wordt?
Het wetsvoorstel biedt mogelijke kansen voor de bekostiging van preventieve maatregelen voor jonge mensen met dementie en hun naasten, zoals mantelzorgondersteuning, inzet van specialistische ondersteuning en samenwerking met eerstelijnsverwijzers.

Vraag5

Zal de voorgestelde wetswijziging in de praktijk een meerwaarde hebben?
Ja, mits alle zorgkantoren inderdaad onderling afspraken maken met (gespecialiseerde) zorgaanbieders over de preventieve maatregelen voor specifieke doelgroepen, waaronder jonge mensen met dementie. Voor jonge mensen met dementie gaat dit om de ondersteuning en behandeling waarvan bekend is dat deze aansluiten bij de specifieke behoeften van de doelgroep (diagnostiek, specialistische ondersteuning thuis, mantelzorgondersteuning, dagbesteding, dagbehandeling en respijtzorg). Passende preventieve zorg zal leiden tot een langer verantwoord verblijf thuis, hetgeen negatieve effecten op het welbevinden zal verminderen en de maatschappelijke kosten over de domeinen heen omlaag zal brengen.

Vraag6

Zal de voorgestelde wetswijziging in de praktijk gaan werken zoals wordt beoogd?
Punt van zorg is dat het creëren van een extra potje voor preventieve maatregelen de reeds aanzienlijke administratieve lasten bij de zorgaanbieders nog extra verzwaart.

Bijlage