wijziging van het Besluit zorgverzekering in verband met de collectiviteitskorting

Reactie

Naam Mercer (B.P. Abelskamp)
Plaats Rotterdam
Datum 13 december 2018

Vraag1

De beleidstheorie heeft als uitgangspunt dat via (zorg)inhoudelijke afspraken besparingen voor een bepaalde groep worden gerealiseerd; zodat de korting voor deze groep wordt opgebracht door deze besparingen. In de praktijk zien we dat de korting niet opgebracht wordt door besparingen, maar via een opslag op de premie betaald wordt door alle verzekerden. Wat vindt u daarvan en waarom vindt u dat?
Ik vind t een bekrompen gedachte. Dit was ook slechts deels de reden achter de korting toen die werd ingevoerd. Ik ben het eens met de constatering dat 'de markt' de korting te pas, maar ook te onpas is gaan invoeren en dat zorginhoudelijke afspraken in het algemeen te weinig aandacht krijgen. Ik zie echter ook (met name) werkgevers die serieus aan de slag zijn met duurzame inzetbaarheid en het verbeteren van de gezondheid van medewerkers. Zij hebben er baat bij dat zoveel mogelijk werknemers deelnemen in het contract en dat dat gestimuleerd wordt door een korting die hoger is dan wat in de markt gangbaar is.
Daarbij nog 3 overwegingen:
1. De werkgevers krijgen de verantwoordelijkheid van SZW. Immers zij zijn financieel verantwoordelijk voor doorbetaling bij ziekte en arbeidsongeschiktheid en hebben ook een sleutelrol gekregen in het dossier inzetbaarheid en preventie. Bekijk dus collectiviteitskorting interdepartementaal.
2. Het is onrealistisch om te verwachten dat het inzetten op preventie direct leidt tot reductie in zorgkosten. Realistisch is wel dat het de gezondheidsstatus van werknemers op langere termijn verbetert.
3. werkgevers betalen via de werkgeverspremie een aanzienlijk deel van de zorgpremie.

Vraag2

Denkt u dat deze maatregel bijdraagt aan de vermindering van de mogelijkheden tot risicoselectie via de collectiviteiten?
Nee, daar geloof ik niet in. Wat wel helpt is dat de markt met richtinggevende regelgeving geholpen worden om onderscheid te maken wanneer een korting wel en niet gerechtvaardigd is. We zien nu al een stuk zelfregulering waarbij gelegenheidscollectiviteiten door een aantal verzekeraars in de ban wordt gedaan. Dat juichen wij toe.
Beloon aan de andere kant de werkgevers die echt goed inhoudelijk vorm geven aan gezondheidsbevordering samen met hun zorgverzekeraar door voor mijn part 'onder voorwaarden' een korting tot maximaal 10% toe te staan.

Vraag3

Denkt u dat deze maatregel bijdraagt aan de vermindering het aantal aangeboden collectiviteiten?
Nee de verlaging niet. Ook hier zou het helpen als er bepaalde kwalitatieve eisen aan de collectiviteit gesteld worden om in aanmerking te mogen komen voor korting. Te denken valt aan:
- Stimulans tot deelname (bijvoorbeeld door bijdrage vanuit de werkgever)
- Actief gezondheidsbeleid vanuit de werkgever met kwantitatieve doelstellingen op het gebied van verzuim en inzetbaarheid
- Actieve promotie van e-health oplossingen
- zorgpaden via de collectiviteit voor bepaalde aandoeningen

Vraag4

Wat is uw algemene reactie op de in de AMvB voorgestelde maatregel?
Ik vind het oprecht unfair naar de werkgevers die serieus werk maken van preventie en het beperken van verzuim en arbeidsongeschiktheid. Het halveren van de maximale korting lost het 'slechte gedrag' van de markt niet op. Die zakken gewoon mee naar het lagere maximum en gaan op dezelfde voet door.
Mijn advies is, beloon nou svp goed gedrag door het maxim van 10% te handhaven en richtlijnen te geven onder welke voorwaarden dan. De markt kent overigens tussen verzekeraars en adviseurs inmiddels voldoende voorbeelden hoe het ook kan. Nederland is daar in zijn geheel meer bij gebaat.