Wetsvoorstel bovenbouw havo-vwo

Reactie

Naam J Bakhuis
Plaats Beerzerveld
Datum 9 oktober 2012

Vraag1

Welke opmerkingen heeft u over het wetsvoorstel inzake de Tweede Fase havo en vwo?
Beste Lezer

Ik kan niet begrijpen hoe men een kwaliteitsimpuls op cultuurgebied kan verwachten door het cultuurvak pur sang overboord te gooien!
Cultuuronderwijs is niet alleen noodzakelijk om leerlingen cultuurbesef bij te brengen, het is een vak met zeer veel mogelijkheden om leerlingen te helpen ontwikkelen. Juist omdat het vak minder 'gewoon' is dan de andere vakken. Leerlingen leren op een andere manier denken, leerlingen leren zich door middel van theater, muziek, dans en beeldende kunst een manier van denken aan die ook bij andere vakken gebruikt kan worden. Out of the box, creatief!

Verder wekt de overheid hier de indruk dat zij kunst overbodig vindt. Met de eerdere bezuinigingswetgeving (kaalslag) op kunst- en theaterinstellingen gaf de overheid het signaal af dat deze instellingen grotendeels gefinancierd moeten gaan worden door burgers. Deze maatregel in combinatie met het huidige wetsvoorstel bovenbouw havo-vwo heeft twee nadelige gevolgen.
1. Door de subsidiestop zullen prijzen van kunst- en theaterinstellingen omhoog gaan, waardoor potentiële bezoekers eerder afhaken. Daardoor zullen theaterzalen en musea steeds leger worden.
2. Het mes snijdt niet aan twee kanten. Aan de ene kant snijdt de overheid in cultuursubsidies. Aan de andere kant ontneemt het leerlingen de kans om kennis te maken met beeldende kunst, muziek, dans en theater. Mocht dit wetsvoorstel worden aangenomen, zal de aankomende generatie studenten veel minder in aanraking komen met haar eigen cultuur, en zullen talenten wellicht onontdekt blijven.

Kortom wil ik Den Haag vragen waar zij in hemelsnaam mee bezig is. Al jaren hoor ik de overheid op alle lagen verkondigen dat Nederland trots moet zijn op zijn kenniseconomie, en zijn rijke cultuur. Door dit wetsvoorstel overboord te gooien kunnen zij beginnen om beide in ere te herstellen. Die kenniseconomie en de rijke cultuur zijn toch ergens vandaan gekomen, met een bepaald soort cultuurbeleid, en met een bepaald soort onderwijsbeleid. Laat de overheid maar eens uitzoeken hoe wij tot deze kenniseconomie zijn gekomen, hoe wij tot deze rijke cultuur zijn gekomen. Nu is de overheid bezig met een potje jenga, en is het wachten tot de toren instort.

Gegroet, Joris Bakhuis
2e jaars student aan de ArtEZ kunstacademie, Zwolle.

Bijlage