Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004

Reactie

Naam Gemeente 's-Hertogenbosch (HJ Hoogland)
Plaats Gemeente 's-Hertogenbosch
Datum 12 maart 2019

Vraag1

U kunt reageren op de volgende drie onderdelen:
1. De aanvraagmogelijkheid voor Bbz-bijstandsverlening aan ondernemers in de binnenvaart bij de woongemeente in plaats van bij centrumgemeenten;
2. Stoppen van de instroom in de specifieke regeling voor zelfstandigen van 55 jaar en ouder met een niet-levensvatbaar bedrijf of zelfstandig beroep;
3. Vereenvoudiging van het Bbz.
Ad 1: wij zien niet hoe dit bijdraagt aan een effectievere en efficiëntere uitvoering van Bbz. Wat gaat er inhoudelijk nu niet goed met de huidige regeling? De Participatiewet kent voor daklozen ook een centrumgemeente-regeling, dus dat past goed in de structuur. Wat ons betreft: handhaven van de centrumregeling, waarbij een optie is om minder centrumgemeenten aan te wijzen dan nu het geval is. En de overige gemeenten dus niet belasten meer (weer) een uitzondering op de regel, dat komt de kwaliteit niet ten goede.
Ad 2: wij kunnen ons vinden in de opmerkingen van andere partijen, gemaakt bij deze consultatie. Een goede oplossing zou zijn om de leeftijd te gaan opschuiven, maar deze specifieke regeling wel te handhaven.
Ad 3: duidelijk is dat SZW wil dat er voor gemeenten een grotere financiële prikkel komt. Dat moet leiden tot beter kredietbeheer (of breder: beter debiteurenbeheer) en meer selectiviteit bij het verstrekken van bedrijfskapitaal. Dat vraagt om meer inspanning van de gemeente, want het wordt nog belangrijker om de zelfstandige te laten slagen met zijn onderneming. Dat is op zich goed. Echter, strakker debiteurenbeheer (bij kredieten) kan mogelijk leiden tot meer faillissementen of meer bedrijfsbeëindigingen. Of dat effect zich gaat voordoen zou onderdeel van de monitoring moeten zijn. Daarnaast komt er mogelijk een rem op het uitvoeren van levensvatbaarheidsonderzoeken door externe bureaus, als de gemeente het hiervoor toegekende budget bepalend laat worden. Terwijl er juist door de wijzigingen meer behoefte zal zijn aan kwalitatief hoogstaande onderzoeken. Dat kan gaan wringen. De gemeente zal zich kritischer in dit proces moeten gaan opstellen, hierin zal de gemeente ervaring moeten opdoen. Daarbij is ook behoefte aan een objectievere beoordeling van wat een levensvatbare onderneming is. Tot slot is de vraag of 75% terugvordering realistisch is. Dat zou onderdeel van de monitoring en evaluatie moeten zijn. We snappen de beweging, maar er is behoefte aan een goede voorbereidingsperiode én overgangsperiode om naar het eindplaatje van SZW te komen. De gemeente zal immers andere accenten moeten gaan leggen in de uitvoering, hetgeen tijd kost.