Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004

Reactie

Naam Gemeenschappelijke regeling De Bevelanden (M. Sinke)
Plaats Goes
Datum 18 maart 2019

Vraag1

U kunt reageren op de volgende drie onderdelen:
1. De aanvraagmogelijkheid voor Bbz-bijstandsverlening aan ondernemers in de binnenvaart bij de woongemeente in plaats van bij centrumgemeenten;
2. Stoppen van de instroom in de specifieke regeling voor zelfstandigen van 55 jaar en ouder met een niet-levensvatbaar bedrijf of zelfstandig beroep;
3. Vereenvoudiging van het Bbz.
1. Een centrumgemeente voor de binnenvaartschippers was destijds de oplossing om het getouwtrek rondom de woonplaats van een binnenschipper te voorkomen. Het gevaar is dat dit ontstaat, nu de budgetten worden verschoven. Gevolg: onnodige vertraging in de afhandeling van de aanvraag. De ondernemer is hier zeker niet bij gebaat.
2. De regeling voor oudere zelfstandigen moet in stand blijven. De kans op arbeid in loondienst is beperkt, vaak is er alleen ervaring als zelfstandig ondernemer. Als zij geen gebruik kunnen maken van de regeling worden oudere zelfstandigen gedwongen werkloos. Dat betekent ook hogere kosten voor gemeenten, omdat de inkomsten uit het eigen bedrijf wegvallen en men dus een volledige uitkeringsnorm moet ontvangen.
Door het stopzetten van de toegang van de ouderen regeling, zal een aantal kleine winkels in dorpskernen moeten sluiten, waardoor de leefbaarheid van de kleine kernen wordt aangetast en de kans op krimp in de regio Zeeland toeneemt. Wij vinden dat de regeling in stand moet blijven, eventueel met een aanpassing door de leeftijd op te trekken naar 60 jaar.
3. Het keuzejaar past niet in de beginselen van de Participatiewet, dat klopt, maar de Bbz is juist in het leven geroepen omdat de zelfstandig ondernemer ook niet in de Participatiewet en al zijn voorgangers paste. Het is een specifieke doelgroep met een ander inkomenspatroon dan de burger met een inkomen uit loondienst. Het inkomen wordt over het jaar verdiend met alle pieken en dalen. Dat zorgt ervoor dat meestal niet duidelijk is wanneer het inkomenstekort ontstaat. Ook is de ervaring dat zelfstandigen de stap naar een Bbz aanvraag niet snel zetten. Zij zijn zelfstandig ondernemer en proberen de problemen eerst zelf op te lossen en als dat niet lukt wordt pas hulp gezocht . Als de om niet stelling verdwijnt wordt de ondernemer min of meer gestraft voor het feit dat hij pas laat een aanvraag Bbz indient.Het overhevelen van de budgetten voor levensvatbaarheidsonderzoeken kan leiden tot een minder vakkundige uitvoering van de Bbz. Het levensvatbaarheidsonderzoek is vaak meer dan alleen een rapportage. De zelfstandig ondernemer ervaart dat onderzoek vaak als verhelderend en het biedt meestal andere inzichten of een nieuwe kijk op het ondernemerschap. Door de overheveling van het budget zal dit instrument vermoedelijk minder snel worden ingezet.

Bijlage