BHOS-beleidsnota

Reactie

Naam Wemos (T Buis)
Plaats Amsterdam
Datum 14 april 2022

Vraag2

Nederland kent een lange traditie van publieke private samenwerking. Nu de mondiale uitdagingen steeds groter worden, is het van belang deze publiek-private samenwerkingen te verdiepen en te versnellen. De duurzame ontwikkelingsdoelen zijn in 2015 vastgesteld als actieplan voor overheden, bedrijven, kennisinstellingen en burgers om duurzame ontwikkeling te verwezenlijken wereldwijd.

2. Hoe kunnen overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen beter samenwerken om de duurzame ontwikkelingsdoelen te halen?

(EN)
The Netherlands has a long tradition of public-private partnership. As the global challenges grow ever bigger, it is important to deepen and accelerate these partnerships. The Sustainable Development Goals were presented in 2015 as a plan of action for governments, companies, knowledge institutions and private individuals to achieve sustainable development worldwide.

2. How can government, the private sector and knowledge institutions work together better to achieve the Sustainable Development Goals?
De kennis die Nederlandse universiteiten ontwikkelen is met enige regelmaat van groot belang voor onderzoek en productie van nieuwe medicijnen. Om de beschikbaarheid, betaalbaarheid en transparantie van deze farmaceutische producten te vergroten, achten we het als Wemos noodzakelijk dat de overheid bepaalt onder welke voorwaarden de publieke financiering van deze samenwerking plaatsvindt om op deze manier de maatschappelijke baten te maximaliseren.
In 2019 publiceerden SOMO en Wemos het onderzoeksrapport ‘Overpriced’ waarin werd vastgesteld dat de Nederlandse overheid in 2017 voor €780 miljoen aan onderzoek en ontwikkeling van medicijnen had gefinancierd [1]. Helaas zijn er onvoldoende voorwaarden verbonden aan de publieke financiering van dit medicijnenonderzoek die de betaalbaarheid, beschikbaarheid en transparantie verbeteren.
In 2020 heeft de NFU, in opdracht van VWS, een toolkit gepubliceerd waarin clausules zijn opgenomen die universiteiten kunnen gebruiken in hun contractuele overeenkomsten met farmaceutische bedrijven. Ondanks dat dit model van grote toegevoegde waarde kan zijn voor de wereldwijde toegang tot medicijnen, is de inhoud van de toolkit onvoldoende. Met inhoudelijke aanpassingen op het gebied van betaalbaarheid, beschikbaarheid en transparantie zou het een goed middel kunnen zijn om toegang tot medicijnen te verbeteren.

Als het gaat om Nederlandse steun aan de ontwikkeling van de gezondheidszorg in LMICs, moet structurele vooruitgang naar universele en gelijke toegang tot gezondheidsdiensten leidend zijn en niet het Nederlandse zakelijke belang of het belang van multinationale bedrijven [2]. Met name investeringen in private ziektekostenverzekeringen en grootschalige publiek-private partnerships in de gezondheidszorg (healthcare PPPs) vereisen grote terughoudendheid. Private verzekeringen versnipperen het systeem van gezondheidsfinanciering, waardoor uitvoering van het solidariteitsbeginsel verstoord wordt. Healthcare PPPs zijn voor de lokale overheid vaak veel duurder dan gewone openbare aanbestedingen en veroorzaken daarmee direct of indirect een verslechtering van de toegang voor arme bevolkingsgroepen in plaats van een verbetering [3]. Voor de broodnodige intensivering van ontwikkelingssteun voor gezondheidszorg, kan Nederland zich beter via het multilaterale kanaal richten op het versterken van de openbare gezondheidszorg en/of het publiek gefinancierde zorgsysteem dat voor iedereen toegankelijk is zonder financiële obstakels.

Vraag3

Nederland heeft sinds 2016 een actieplan beleidscoherentie voor ontwikkeling. Beleidscoherentie voor ontwikkeling heeft als doel om in niet-hulp (OS) beleid schade voor ontwikkelingslanden te verminderen en synergiën en samenwerking te versterken. Het Nederlandse actieplan is in 2018 herzien en geeft een overzicht van vijf Nederlandse beleidsthema’s die een invloed hebben op de ontwikkelingskansen in ontwikkelingslanden. Deze thema’s zijn: (1) het tegengaan van belastingontwijking/ontduiking, (2) ontwikkelingsvriendelijke handelsakkoorden, (3) een ontwikkelingsvriendelijk investeringsregime, (4) verduurzaming van productie en handel en (5) het tegengaan van klimaatverandering.

3. Hoe kan de bovengenoemde Nederlandse inzet op beleidscoherentie voor ontwikkeling verder versterkt of verbeterd worden?

(EN)
The Netherlands has had an action plan on policy coherence for development since 2016. The aim of policy coherence is to reduce the negative effects on developing countries caused by policies in areas other than development, and to strengthen synergies and cooperation. The action plan, which was revised in 2018, identifies five Dutch policy themes that can enhance developing countries’ opportunities for development: (1) combating tax avoidance/evasion, (2) development-friendly trade agreements, (3) a development-friendly investment regime, (4) more sustainable production and trade, and (5) combating climate change.

3. How can the Netherlands’ efforts to achieve policy coherence for development be further strengthened or enhanced?


Beleidscoherentie voor gezondheidsfinanciering
Hoewel Nederland in haar ontwikkelingsbeleid geen expliciete doelen heeft ten aanzien van de wijze van financiering voor gezondheid in lage-inkomenslanden, is Nederland daar via diverse kanalen wel bij betrokken. Bijvoorbeeld via financiële bijdragen aan het Health Insurance Fund en de investeringen van de International Finance Corporation (private sector arm van de Wereld Bank).
Door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) [4] en de Wereld Bank (WB) [5] is veel kennis verzameld op dit vlak en is in kaart gebracht wat wel en wat niet werkt voor financiering voor Universal Health Coverage. Daaruit komt onder meer het belang van publieke financiering naar voren, om toegang en kwaliteit van zorg voor de laagste inkomensgroepen te verbeteren. Door de WHO is deze kennis geoperationaliseerd in de Health Financing Progress Matrix [6]. Om te borgen dat het Nederlandse beleid in lijn is met bestaand bewijs, raden we aan alle interventies die van invloed zijn op financiering voor gezondheid vooraf te toetsen aan deze HFPM.
Uit bovengenoemde WHO en WB publicaties en uit het recente rapport van de Lancet Global Health Commission on financing primary health care [7] blijkt hoe belangrijk publieke financiering is voor gelijke toegang tot kwalitatief goede zorg. Om voldoende publieke middelen te kunnen inzetten, is het van het grootste belang dat landen optimaal en op progressieve wijze belastingen kunnen innen. Daarom verzoeken we tot nauwe samenwerking met het Ministerie van Financiën, onder meer om het IMF aan te sporen om in artikel IV consultaties, en voorwaarden aan leningen, meer prioriteit te geven aan en proactief te zoeken naar mogelijkheden voor het verhogen van publieke uitgaven.

Beleidscoherentie voor global health
Om beleidscoherentie bij de te ontwikkelen global health strategie te bevorderen is het belangrijk dat die met een interdepartementale en interdisciplinaire blik (samen met verschillende ministeries) wordt aangevlogen. Het is ook belangrijk dat toenadering wordt gezocht met relevante partners uit het maatschappelijk middenveld om de brede expertise die daar rust te benutten. Dit is nodig om de complexe vraagstukken binnen global health op een holistische manier aan te kunnen pakken. Graag zien we de aanpak van het ministerie op interdepartementale en interministeriële samenwerking om beleidscoherentie rondom global health te bevorderen terug in de beleidsnota.

Vraag6

Samenwerking publiek-privaat en rol Midden en Klein Bedrijf (MKB)
Een succesvolle aanpak op het gebied van internationale handel vraagt samenwerking tussen burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en de overheid. Het is nuttig om aan te sluiten op de behoeftes van de markt. Waar zijn bedrijven (specifiek het MKB) mee geholpen om de exportkracht en innovatiekracht te vergroten?

6. Hoe kan de overheid het bedrijfsleven (specifiek het MKB) dat internationaal onderneemt (of dat zou willen) beter ondersteunen om zaken te doen in het buitenland?
a. Welke ondersteuning hebben bedrijven nodig om internationaal succesvol te zijn op terreinen van digitale innovatie (innovatiesamenwerking) en verduurzaming?
b. Voor handel met welke landen (of regio’s of markten) zou ondersteuning moeten zijn?
c. Wat zou de overheid op het gebied van handelsbevordering niet meer moeten doen?

(EN)
Public-private cooperation and role of SMEs
A successful approach to international trade requires cooperation between the public, companies, civil society and government. It is also useful to align with market demand. What would help companies, and SMEs in particular, to increase their export performance and innovative capacity?

6. How can the government better support companies (and SMEs specifically), that are doing or wish to do business abroad?
a. What type of support do companies need in order to achieve international success in the areas of digital innovation (innovation partnerships) and sustainability?
b. For what countries, regions or markets should the government provide private sector support?
c. What type of trade promotion activities should the government stop doing?
Waar het gaat om handel en samenwerking met lage- en middeninkomenslanden kan – met het oog op coherentie met ontwikkelingssamenwerking – de nadruk beter liggen op ondersteuning van de export- en innovatiekracht van het MKB aldaar. Binnen de gezondheidssector in deze landen zien we dat ondersteuning aan en samenwerking met het Nederlandse bedrijfsleven veelal leidt tot aanbod-gestuurd handelen dat niet goed aansluit op de gezondheidsprioriteiten in het ontvangende land [8].

Vraag7

Ontwikkelingssamenwerking
Development cooperation

Nederlandse inzet op Ontwikkelingssamenwerking

Nederland is op verschillende thema’s actief op gebied van ontwikkelingssamenwerking. Zo investeren we in het realiseren van de Sustainable Development Goals (SDG’s) en zetten we extra in op opvang in de regio, toegang tot vaccins, klimaatadaptatie en -mitigatie. Nederland gaat door met wat goed gaat en focust op waar Nederland goed in is, zoals verbinding tussen diplomatie en ontwikkelingssamenwerking. Meer informatie over het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van Nederland is te vinden op www.nlontwikkelingssamenwerking.nl.

7. Waar is Nederland op het gebied van ontwikkelingssamenwerking volgens u goed in? Op welke thema’s zou Nederland een aanjagende rol kunnen vervullen?

(EN)
Dutch development cooperation activities

The Netherlands is actively pursuing a number of policy themes in the area of development cooperation. For example, we're investing in efforts to advance the Sustainable Development Goals (SDGs), reception in the region, access to vaccines, and climate adaptation and mitigation. The Netherlands will continue its efforts in areas where progress is being made and will focus on its strengths, such as linking diplomacy and development. For more information about Dutch development policy, go to www.nlontwikkelingssamenwerking.nl.

7. In your opinion, what are the Netherlands’ strengths when it comes to development cooperation? In which policy themes could the Netherlands play a leading role?
De Nederlandse overheid kent een actief verleden op het gebied van wereldwijde toegankelijkheid en betaalbaarheid van geneesmiddelen. Zo was Nederland in 2017 de host van het eerste fair pricing forum. In hetzelfde jaar publiceerden de voormalige ministers van BHOS, Lilianne Ploumen, en van VWS, Edith Schippers, een gezamenlijk paper in The Lancet [9]. Hierin bepleitten zij de noodzaak om tot herziening van wetgeving rondom monopolies voor medicijnen te komen en daarnaast om voorwaarden te verbinden aan publieke financiering van geneesmiddelenonderzoek. Deze samenwerking tussen VWS en BHOS is wat Wemos betreft een sterk voorbeeld van Nederlands leiderschap op het gebied van toegang tot geneesmiddelen.
De Covid-19 pandemie is een uitgelezen kans om het Nederlands leiderschap op toegang tot vaccins en medicijnen te hernieuwen. Dit leiderschap kan zich concreet vertalen in het politiek en financieel steunen van initiatieven die ontwikkeling en productie van medische technologieën in LMICs bevorderen, zoals WHO’s mRNA hub, WHO’s C-TAP.
Nederland is de co-host van het World Local Production Forum en is daarnaast co-chair van het WHO’s “Intergovernmental Negotiating Body” dat de tekst schrijft en de bijbehorende onderhandelingen faciliteert voor een overeenkomst over pandemische preventie en paraatheid. Om een leiderschapsrol te vervullen achten wij het noodzakelijk dat Nederland niet alleen een faciliterende rol speelt, maar daarnaast ook een sterke positie aanneemt ten aanzien van het recht op gezondheid van iederéén.

Nederland is al jaren internationaal erkend als een koploper en voorvechter voor de bevordering van SRGR, inclusief hiv/aids. Het is belangrijk dat Nederland deze voortrekkersrol blijft vervullen omdat het zich als één van de weinige landen zowel politiek als financieel inzet op dit thema. Het is daarbij essentieel om SRGR te verankeren in, en daarmee meer aandacht te besteden aan het bouwen van, sterke, weerbare gezondheidssystemen. Deze zijn een voorwaarde voor het realiseren van SRGR en belangrijk om de Nederlandse inzet op dit thema te verduurzamen.
Schenk bij de inzet op sterkere gezondheidssystemen voldoende aandacht aan het primaire gezondheidssysteem en de financiering daarvan, in lijn met het eerdergenoemde rapport van de “Lancet Global Health Commission” [7]. Als donor, moet Nederland ervoor waken dat investeringen geen averechts effect hebben op primaire gezondheidszorg en versnippering moet actief worden tegengegaan.

Vraag8

Innoveren op OS

Nederlandse internationale samenwerking is flexibel en kennisintensief, we zijn vernieuwend. Zo ontwikkelt Nederland nieuwe manieren van werken en partnerschappen die daarna door bijv. de Europese Commissie en Wereldbank worden opgepakt of opgeschaald. De Nederlandse internationale samenwerking fungeert dus veelal als een creatieve en kennisintensieve incubator (een broedplaats voor nieuwe ideeën. Nederland is een relatief kleine donor, maar als lidstaat van de EU en via bilaterale hulp kan Nederland de zichtbaarheid van EU-hulp vergroten en additionele relevante kapitaalstromen generen.

8. Op welke manier en op welk vlak kan de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking nog meer innoveren?

(EN)
Innovative development cooperation

Dutch international cooperation is flexible and knowledge-intensive. We are also innovative, developing new ways of working and new types of partnership that are subsequently adopted or scaled up by others, like the European Commission and the World Bank. In this respect, Dutch international cooperation is like a creative and knowledge-intensive incubator. We are a relatively small donor, but as an EU member state and through bilateral aid we can make EU aid more visible and generate additional, relevant capital flows.

8. In what other ways and areas could Dutch development cooperation innovate more?

Innovatieve Financiering
Nederland staat internationaal bekend als een promotor van innovative finance. Onder deze noemer, wordt veelal gedacht aan het gebruik van publieke middelen om – door middel van bijvoorbeeld garanties – private commerciële investeerders aan te trekken. Tot op heden zijn er geen aanwijzingen dat dit een effectieve manier is om UHC te bevorderen. Met betrekking tot financiering voor gezondheid is de afgelopen jaren veel nieuwe kennis verzameld en naar buiten gebracht waaruit blijkt dat publieke financiering essentieel is voor het bevorderen van UHC en de SDGs in het algemeen. Naast de inzichten specifiek op financiering voor gezondheid van de WHO en de Wereldbank, zijn die van de Expert Working Group on Global Public Investment in dit kader relevant.
Om verder te innoveren, vragen we het ministerie om haar benadering van innovative finance aan een kritisch onderzoek te onderwerpen en te kijken naar nieuwe inzichten op het gebied van Global Public Investment (GPI). De ideeën van GPI beogen een nieuwe benadering van internationale financiering die uitgaat van universaliteit, blijvende committeringen, co-governance en co-creation. De website van “Global Public Investment: a Transformation in International Cooperation” [10] is hiervoor een geschikte bron, specifiek ten aanzien van financiering voor pandemische paraatheid en response het paper Global Public Investment for Pandemic Preparedness and Response [11].

Vraag9

Een donor met durf

De Nederlandse internationale inzet is gedurfd, omdat we financiële investeringen koppelen aan onze diplomatieke inzet en expertise. We continueren thema’s waar we traditionele meerwaarde hebben: seksuele en reproductieve rechten en gezondheid (SRGR), water, voedselzekerheid en veiligheid & rechtsorde. Daarbij kunnen we nog meer gebruik maken van het diplomatieke gewicht van o.a. de EU. We investeren in systeemverandering om te zorgen dat we de SDG’s in 2030 realiseren. Met systeemverandering bedoelen we dat we de systemen die armoede en ongelijkheid in stand houden aanpakken.

9. Op welke manier/welk vlak kan Nederland als donor nog meer durf te tonen?


(EN)
A bold donor

Dutch international efforts can be characterised as bold, because we link financial investment to diplomatic efforts and expertise. We will continue our work on themes where we have always added value: sexual and reproductive health and rights (SRHR), water, food security, and security and the rule of law. We will also make better use of the diplomatic weight of the EU. To ensure we achieve the SDGs by 2030, we will invest in systemic change, i.e. tackling the structures that maintain poverty and inequality.

9. In what ways or areas could the Netherlands, as a donor, be even bolder?
Nederland zou een grotere en meer uitgesproken rol op zich kunnen nemen in global health diplomacy, dus in internationale en mondiale beleids- en besluitvormingsfora, zoals de WHO, ‘the Global Fund against Aids, Malaria and TB’ en ‘the Global Financing Facility’. Nederland is een belangrijke donor van veel mondiale initiatieven, maar kan natuurlijk niet alle problemen eigenhandig oplossen. Global health diplomacy is daarom complementair aan financiële investeringen en essentieel om óók te doen, al dan niet in samenwerking met andere progressieve donoren. Nederland zou zich in die rol duidelijker kunnen en moeten uitspreken voor: eerlijkere toegang van lage- en middeninkomenslanden tot global public health goods; voor het recht op gezondheid van iederéén, met speciale aandacht voor de effecten van beleid op de meest kwetsbaren (health equity als leidraad); voor een grotere inbreng van lage- en middeninkomenslanden in besluitvormingsgremia; voor het belang van publieke financiering voor gezondheid, en voor ondersteuning van een sterk maatschappelijk middenveld om inclusiviteit en goede beleidsverantwoording te garanderen.

Vraag10

Afrondende algemene vraag

10. Heeft u nog andere punten van aandacht die u vindt dat meegenomen dienen te worden in de nieuwe beleidsnota?


(EN)
General closing question

10. Are there any other points that you believe should be included in the new policy document?

Verschillende lage- en middeninkomenslanden hebben meer financiële armslag nodig om de impact van de Covid-19 pandemie te bekostigen en hier sterker uit te komen. De Nederlandse inzet kan hierop verbeterd worden op de volgende twee punten:
Door zogenaamde ‘Special Drawing Rights’ (SDR) heeft het IMF extra financiële ruimte gecreëerd om de wereldwijde Covid-19 response te financieren. Doordat de SDRs op basis van IMF-quota worden toegekend is het grootste deel in handen van hoge-inkomenslanden. Nederland zou een groter deel van zijn SDR kunnen toezeggen aan lage- en middeninkomenslanden. Momenteel is dit slechts 4% ten opzichte van 20% die andere EU lidstaten hebben toegezegd.
Daarnaast is door de WHO berekend dat Nederland vorig jaar slechts 35% van zijn ‘fair share’ betaalde voor ACT-A. Om voor 2022 wel aan onze ‘fair share’ te komen moet de regering nog een additionele €275 miljoen bijdragen. Wat Wemos betreft is het daarbij belangrijk dat een aanzienlijk deel gaat naar de ‘Health Systems & Response Connector’, die op een structurele manier bij kan dragen aan de huidige, maar ook toekomstige pandemieën.

Bijlage