BHOS-beleidsnota

Reactie

Naam Both ENDS / Klimaat (A Douma)
Plaats Utrecht
Datum 14 april 2022

Vraag1

(see english below)
Nexus (samenhang) Ontwikkelingssamenwerking & Buitenlandse Handel

Het Nederlandse bedrijfsleven kan door middel van handel, investeringen en marktkracht een belangrijke rol spelen bij een aantal van de grote wereldwijde uitdagingen van deze tijd. Om de Nederlandse inzet richting het bedrijfsleven een focus mee te geven wordt gekozen voor een focus op de “twin-transities”; de digitale transitie (via onder meer artificiële intelligentie) en de verduurzamingtransitie. Deze twin-transities op digitale innovatie en verduurzaming zullen de komende jaren een grote rol spelen om de Parijs en Glasgow-doelen voor klimaat te halen. Die doelen moeten we in Nederland halen, maar ook wereldwijd. Hoewel er een grote behoefte is aan Nederlandse expertise en investeringen, zien we dat meer nodig kan zijn om het Nederlandse bedrijven te betrekken bij deze transities in (lage en) midden-inkomenslanden.

1. Hoe kan het Nederlandse bedrijfsleven meer betrokken worden bij de twin-transitie in (lage en) midden-inkomenslanden?


(EN)
Nexus between development cooperation and foreign trade

Through their trade, investment and market position, Dutch businesses can play a key role in tackling some of the major challenges facing the world today. The focus of Dutch policy vis-a-vis the private sector will be on the 'twin transitions' of digitalisation (including artificial intelligence) and sustainability – both of which will be key to achieving the Paris and Glasgow climate goals in the years ahead. We must achieve these goals not only in the Netherlands, but across the world as a whole. While Dutch expertise and investment funding are in great demand, we also see that more may be needed when it comes to getting Dutch companies involved in these transitions in low- and middle-income countries.

1. How can we increase the involvement of Dutch companies in the twin transitions in low- and middle-income countries?
• Uitgangspunt zou de vraag moeten zijn die in lage en midden-inkomenslanden zelf bestaat op het vlak van digitale transitie en verduurzaming. Het Nederlandse bedrijfsleven moet transparant zijn over de manieren waarop zij op deze vraag in het Globale Zuiden kan inspelen, en het bedrijfsleven in betrokken landen kan helpen versterken. Toenemende afhankelijkheid van buitenlandse investeringen en importen zijn niet gewenst. Samenwerking met het maatschappelijk middenveld in deze landen, die goed op de hoogte zijn van context-specifieke vraagstukken, risico’s en kansen, zullen sterk bijdragen aan de effectiviteit van de transities.

• De Nederlandse overheid kan actief ondersteuning bieden aan innovatieve Nederlandse bedrijven die zich expliciet richten op duurzaamheid en de digitale transitie, zowel financieel als via economische diplomatie.

• Daarnaast is het van belang dat de overheid verzekert dat Nederlandse bedrijven deze transities niet belemmeren of negatief beïnvloeden en dat zij zich houden aan internationale klimaat-, mensenrechten- en milieuverplichtingen (Parijs Akkoord, OESO-richtlijnen, UN Guiding Principes). Ook zijn zij gebaat bij heldere, verplichtende MVO wetgeving.

• Wees bewust bij digitalisering van de ‘digital gap’ als nieuwe vorm van sociale ongelijkheid als gevolg van ongelijke toegang tot nieuwe technologieën, op basis van gender, geografie of sociale klasse. Nederlandse bedrijven kunnen een rol spelen in een rechtvaardige transitie om ervoor te zorgen dat digitalisering voor iedereen gelijk toegankelijk is. Ook digitale veiligheid is een cruciaal onderdeel van de digitale transitie. Veel mensenrechtenverdedigers hebben te maken met ernstige digitale bedreigingen en hebben hierin ondersteuning nodig.

• Wees ook bewust van het feit dat digitalisering het energieverbruik van de ICT-sector sterk verhoogt. Energie-efficiëntie, recycling en lokale productie en consumptie is van belang, om niet tegelijk de duurzaamheidstransitie in de weg te zitten.

Vraag2

Nederland kent een lange traditie van publieke private samenwerking. Nu de mondiale uitdagingen steeds groter worden, is het van belang deze publiek-private samenwerkingen te verdiepen en te versnellen. De duurzame ontwikkelingsdoelen zijn in 2015 vastgesteld als actieplan voor overheden, bedrijven, kennisinstellingen en burgers om duurzame ontwikkeling te verwezenlijken wereldwijd.

2. Hoe kunnen overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen beter samenwerken om de duurzame ontwikkelingsdoelen te halen?

(EN)
The Netherlands has a long tradition of public-private partnership. As the global challenges grow ever bigger, it is important to deepen and accelerate these partnerships. The Sustainable Development Goals were presented in 2015 as a plan of action for governments, companies, knowledge institutions and private individuals to achieve sustainable development worldwide.

2. How can government, the private sector and knowledge institutions work together better to achieve the Sustainable Development Goals?
• Publiek-private samenwerking leidt vaak tot publieke kosten en private winsten. Het is wenselijk dat bedrijven in hun business planning expliciet maken hoe ze aan de SDGs gaan bijdragen, en zich committeren daarover periodieke rapportages te publiceren (bv. in jaarverslagen).

• Ook het brede buitenlandbeleid van de overheid zal getoetst moeten worden op alle SDGs om deze in 2030 te kunnen realiseren. Verzeker daarmee een coherente uitvoering van de SDGs, en voorkom zo dat beleid effectief bijdraagt aan bijvoorbeeld voedsel-, water- of energiedoelen, maar tegelijkertijd (onbedoeld) genderongelijkheid of kwetsbaarheid voor klimaatveranderingen vergroot.

• In bovenstaande samenwerking ontbreekt het maatschappelijk middenveld. Zij speelt een cruciale rol in zowel het bereiken van de SDGs, als in monitoring, evaluatie en verantwoording. Zoek daarom ook actief de samenwerking op met het maatschappelijk middenveld, in Nederland, en juist ook in het Globale Zuiden. Lokale groepen ervaren de impact van beleid uit de eerste hand en hebben cruciale kennis en ideeën bij te dragen aan de manier waarop de SDG's het beste kunnen worden bereikt.

Vraag3

Nederland heeft sinds 2016 een actieplan beleidscoherentie voor ontwikkeling. Beleidscoherentie voor ontwikkeling heeft als doel om in niet-hulp (OS) beleid schade voor ontwikkelingslanden te verminderen en synergiën en samenwerking te versterken. Het Nederlandse actieplan is in 2018 herzien en geeft een overzicht van vijf Nederlandse beleidsthema’s die een invloed hebben op de ontwikkelingskansen in ontwikkelingslanden. Deze thema’s zijn: (1) het tegengaan van belastingontwijking/ontduiking, (2) ontwikkelingsvriendelijke handelsakkoorden, (3) een ontwikkelingsvriendelijk investeringsregime, (4) verduurzaming van productie en handel en (5) het tegengaan van klimaatverandering.

3. Hoe kan de bovengenoemde Nederlandse inzet op beleidscoherentie voor ontwikkeling verder versterkt of verbeterd worden?

(EN)
The Netherlands has had an action plan on policy coherence for development since 2016. The aim of policy coherence is to reduce the negative effects on developing countries caused by policies in areas other than development, and to strengthen synergies and cooperation. The action plan, which was revised in 2018, identifies five Dutch policy themes that can enhance developing countries’ opportunities for development: (1) combating tax avoidance/evasion, (2) development-friendly trade agreements, (3) a development-friendly investment regime, (4) more sustainable production and trade, and (5) combating climate change.

3. How can the Netherlands’ efforts to achieve policy coherence for development be further strengthened or enhanced?


1. Maak handel onderdeel van het klimaatbeleid
• Stop met alle financiële steun voor fossiele projecten in het buitenland, in lijn met de door Nederland getekende Verklaring van Glasgow https://ukcop26.org/statement-on-international-public-support-for-the-clean-energy-transition/. Gas is hierbij geen transitiebrandstof. Atradius DSB, FMO en Invest International moeten een strategie maken hoe zij hun gehele portfolio in lijn brengen met 1,5C.
• Sluit alleen handels- en investeringsverdragen die in lijn zijn met 1,5C. Zeg ons lidmaatschap van het Energy Charter Treaty op. Om ISDS klachten tegen staten die proberen hun klimaatdoelstellingen te bereiken in de toekomst te voorkomen, zou Nederland ook zijn bestaande bilaterale investering akkoorden (BITs) moeten herzien.
• Ons Koninkrijk is met ongeveer 140 diplomatieke posten zeer actief in de wereld. De economische diplomatie via de ambassades kan zeer welkome steun bieden voor Nederlandse bedrijven die, in samenwerking met lokale actoren, duurzame (klimaat)oplossingen uitrollen.

2. Verbindt gendergelijkheid, klimaat en biodiversiteit
• Zorg dat onze adaptatieagenda aansluit bij de kennis en behoeften van mensen die direct door klimaatverandering worden geraakt, en zich nu al effectief aanpassen.
• Zet tijdens klimaat- en biodiversiteitsconferenties, bij VN-agentschappen en binnen de EU, nadrukkelijk in op het effectief betrekken van vrouwen en het bevorderen van inclusiviteit in besluitvorming. Nu worden bv. slechts 33% van de besluitvormende posities binnen de UNFCCC bekleed door vrouwen. Vrouwen zijn pioniers in duurzame energie, water, bos- en landbouw. Zie ook: https://www.bothends.org/en/Whats-new/Publicaties/Intrinsically-linked-gender-equality-climate-and-biodiversity/
• Voorkom risico’s van 'maladaptation' - initiatieven uit naam van klimaat die uiteindelijk leiden tot grotere kwetsbaarheid van ecosystemen en voor vrouwen, boeren, vissers of andere bevolkingsgroepen. Denk aan het aanleggen van grote dammen, kustbeschermingswerken of vormen van landbouw die kleinschalige boeren de controle over hun eigen voedselproductie ontneemt.
• Versterk innovatieve financieringsmechanismen en vergroot de effectiviteit van de beschikbare klimaatfinanciering. Klimaatfinanciering uit onze OS gelden – via bilaterale kanalen, IFIs of fondsen zoals het GCF en DFCD – bereiken nu onvoldoende lokale groepen die met innovatieve klimaatinitiatieven komen.

Vraag4

Buitenlandse Handel
Internationale handel en investeringen zijn van groot belang voor de Nederlandse welvaart en werkgelegenheid. De Nederlandse welvaart wordt voor een derde verdiend door internationale handel en een derde van onze banen zijn verbonden aan internationale handel. Onze internationale concurrentiepositie is onderhevig aan de “twin-transities” (digitalisering/innovatie en klimaat/duurzaamheid) en verschuivende geopolitieke verhoudingen. Het is voor Nederland van groot belang om het verdienvermogen te versterken nu en in de toekomst.

Strategisch en duurzaam handelsbeleid
In anticipatie op de geopolitieke en transitie-ontwikkelingen sturen ook buitenlandse staten sterker op hun nationale en internationale beleid. Zo passen staten in toenemende mate assertievere economische diplomatie toe en zetten zij economische machtsinstrumenten in om hun internationale doelen na te jagen. Nederland kan hierin niet achter blijven. De verwevenheid van ons land met de rest van de wereld is groter en kwetsbaarder dan ooit. Als onderdeel van een samenhangend buitenland beleid, zal Nederland zich toeleggen op een strategisch en duurzaam handelsbeleid.

4. Hoe kan de overheid het duurzame verdienvermogen van Nederlandse bedrijven in het buitenland versterken?

Foreign trade
International trade and investment are crucial to prosperity and jobs in the Netherlands. International trade accounts for a third of our national income and is linked to a third of our jobs. But our international competitiveness faces risks posed by the twin transitions (digitalisation/innovation and climate/sustainability) and the shifting geopolitical balance of power. It is therefore vital for the Netherlands to strengthen its earning capacity, both now and in the future.

Strategic and sustainable trade policy
Other states are also anticipating the above-mentioned transitions and geopolitical shifts, and are adjusting their national and international policies accordingly, for instance by pursuing their international objectives through more aggressive economic diplomacy and the use of economic instruments of power. The Netherlands cannot afford to fall behind. Our country’s interconnections with the rest of the world are both greater and more fragile than ever. The Netherlands will therefore focus on strategic and sustainable trade policy as part of its coherent foreign policy.

4. How can the government strengthen Dutch companies’ sustainable earning capacity abroad?
• De overheid speelt allereerst een cruciale rol in het waarborgen dat Nederlandse bedrijven hun verdienvermogen op een duurzame en inclusieve manier versterken. De welvaart van Nederland wordt voor 1/3de buiten onze grenzen verdiend. De inschatting van het PBL is dat de klimaatuitstoot die onze handels- en investeringsactiviteiten veroorzaken, 2x zo groot is als de uitstoot binnen onze eigen grenzen. Recentelijk berekende de EU dat de Nederlandse klimaat- en milieuafdruk de grootste is van Europa (https://eu-dashboards.sdgindex.org/rankings/spillovers). Het CBS, in haar Monitor Brede Welvaart, concludeerde al eerder dat onze economische activiteiten een bijdrage leveren aan de groei in armoede en ongelijkheid wereldwijd. Onze economische activiteiten hebben dus een grote klimaatafdruk en zetten essentiële ecosystemen zoals de Amazone en koraalriffen onder druk. Ecosystemen die cruciaal zijn voor de opvang van klimaatuitstoot. Vrouwen ondervinden zowel van de economische activiteiten als van klimaatverandering de meeste negatieve effecten.

• De overheid kan bedrijven ook steunen door best practices te verzamelen voor het aanpakken van ongelijkheden en het integreren van duurzaamheidsoverwegingen op korte en lange termijn, en ervoor te zorgen dat duurzaamheids- en gendernormen strikte eisen zijn voor Nederlandse private sector ondersteuning, via mechanismen van RVO of FMO.

• Succesvolle en duurzame internationale handel en investeringen versterken niet alleen het verdienvermogen van Nederlandse bedrijven, maar tegelijk ook de buitenlandse handelspartners. In wederkerigheid en samenwerking moet de kracht en het verdienvermogen worden gezocht. Om die reden is het belangrijk dat Nederland inzet op multilaterale handels en investeringsafspraken (en niet alleen op bilaterale overeenkomsten/verdragen).

• Bij commerciële handelsconflicten tussen bedrijven wordt in veel gevallen gebruik gemaakt van arbitrage procedures, waarbij de belangen van sterkere bedrijven vaak beter blijken beschermd dan die van zwakkere bedrijven in ontwikkelingslanden. In dergelijke gevallen is het wenselijk dat overheden als bewakers van publieke belangen een rol blijven spelen in het beschermen van de belangen van bedrijven uit ontwikkelingslanden en opkomende markten. De Nederlandse overheid dient er op toe te zien dat daarvoor voldoende waarborgen bestaan en worden toegepast.

Vraag5

Thema’s en sectoren van de toekomst
Nu de wereld in transitie is om een goede toekomst voor ons en de generaties na ons te bewerkstelligen verandert de focus van bedrijven, overheid en kennisinstellingen.

5. Op welke thema’s of sectoren ziet u kansen om internationaal te ondernemen?

(EN)
Themes and sectors of the future
The focus of companies, governments and knowledge institutions is changing in light of the global transition to ensure a bright future for current and future generations.

5. In which themes or sectors do you see opportunities for international enterprise?
Er zijn heel veel kansen op het gebied van de verduurzaming van het wereldwijde energie- en voedselsysteem, en een just transition na de COVID pandemie*. Dit kan worden bereikt door opschaling van al bestaande initiatieven op dit vlak, zowel financieel als via economische diplomatie. Er is een groeiende belangstelling voor transformatieve initiatieven, zoals ecosysteem herstel door lokale boeren en gemeenschappen, de aanleg van voedselbossen en de ontwikkeling van decentrale energiesystemen en de verduurzaming van ketens. De verdere ontwikkeling van deze initiatieven tot grootschalige modellen die in grote delen van de wereld toegepast zouden kunnen worden, wordt vooralsnog belemmerd door regelgeving en (publieke) investeringen die bestaande (mondiale) economische en financiële relaties bestendigen en beschermen. De grote uitdaging met al deze initiatieven is om de bestaande regelgeving en financiële systemen zo te veranderen dat duurzame initiatieven de wind in de zeilen krijgen.

* Helaas was in 2021 de toename van de wereldwijde CO2-uitstoot van meer dan 2 miljard ton de grootste in de geschiedenis. Een toename die de door de pandemie veroorzaakte daling van het voorgaande jaar meer dan compenseerde (UNFCCC, maart 2022, https://unfccc.int/news/global-co2-emissions-rebounded-to-their-highest-level-in-history-in-2021). De OESO berekende dat, ondanks een aanzienlijke verhoging van budgetten voor duurzame herstelmaatregelen – tot 677 miljard dollar, toegewezen voor de komende jaren - deze stijging in het niet valt bij de aanhoudende overheidssteun aan producenten en consumenten van fossiele brandstoffen. Alleen al in 2020, besteedden G20 en opkomende economieën meer dan USD 345 miljard aan het subsidiëren van het gebruik van fossiele brandstoffen. (OESO, Focus Groen Herstel: https://www.oecd.org/coronavirus/en/themes/green-recovery). Zonder het volledig fossielvrij maken van alle geldstromen kunnen we de klimaatdoelstellingen niet halen. Nederland kan hierin koploper worden, en volledig inzetten op duurzame alternatieven.

Vraag6

Samenwerking publiek-privaat en rol Midden en Klein Bedrijf (MKB)
Een succesvolle aanpak op het gebied van internationale handel vraagt samenwerking tussen burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en de overheid. Het is nuttig om aan te sluiten op de behoeftes van de markt. Waar zijn bedrijven (specifiek het MKB) mee geholpen om de exportkracht en innovatiekracht te vergroten?

6. Hoe kan de overheid het bedrijfsleven (specifiek het MKB) dat internationaal onderneemt (of dat zou willen) beter ondersteunen om zaken te doen in het buitenland?
a. Welke ondersteuning hebben bedrijven nodig om internationaal succesvol te zijn op terreinen van digitale innovatie (innovatiesamenwerking) en verduurzaming?
b. Voor handel met welke landen (of regio’s of markten) zou ondersteuning moeten zijn?
c. Wat zou de overheid op het gebied van handelsbevordering niet meer moeten doen?

(EN)
Public-private cooperation and role of SMEs
A successful approach to international trade requires cooperation between the public, companies, civil society and government. It is also useful to align with market demand. What would help companies, and SMEs in particular, to increase their export performance and innovative capacity?

6. How can the government better support companies (and SMEs specifically), that are doing or wish to do business abroad?
a. What type of support do companies need in order to achieve international success in the areas of digital innovation (innovation partnerships) and sustainability?
b. For what countries, regions or markets should the government provide private sector support?
c. What type of trade promotion activities should the government stop doing?
De geopolitieke verhoudingen in de wereld zijn meer dan voorheen aan belangrijke veranderingen onderhevig. De prijzen van, en zelfs de toegang tot, essentiële goederen als energiedragers en voedsel zijn hierdoor aan forse fluctuaties onderhevig. Voor een relatief klein land als Nederland is het in deze context belangrijker dan ooit in multilaterale verbanden op te trekken, alleen is het niet sterk genoeg. Voor veel ontwikkelingslanden is dit nog sterker dan voor Nederland het geval. Om die reden dient Nederland de internationale handelsdiplomatie te concentreren op een eerlijke en transparante regulering van handel en investeringen. Eventuele steun aan Nederlandse specifieke bedrijven/sectoren dient ondergeschikt te zijn aan de inzet voor een goede internationale marktregulering, inclusief de bescherming van lokale markten in ontwikkelingslanden.
a. 1) Snelle invoering van effectieve wet voor due diligence op het gebied van MVO en mensenrechten; 2) Effectieve modernisering van de OESO Richtlijnen voor multinationale ondernemingen.; 3) Versterking van de borging van 1) en 2) in de uitvoering van al het overheidsinstrumentarium voor de ondersteuning van Nederlandse bedrijven.
b. Ten behoeve van de handel met ontwikkelingslanden, en met name de armste landen, moeten bedrijven uit die landen voorrang worden gegeven bij het verlenen van toegang tot onze markt en ook onze kennis (instellingen). Internationaal onderwijs voor ondernemers uit ontwikkelingslanden dient bevorderd te worden.
c. Alle steun voor de directe en indirecte bevordering van de productie, verwerking en transport van, en handel in, producten die gebruik maken van steenkolen/olie/gas moet met onmiddellijke ingang worden gestopt. Álle geldstromen en diplomatieke dienstverlening moeten zo spoedig mogelijk fossielvrij worden gemaakt maken. Er is geen andere manier om de klimaatdoelstellingen te behalen.

Vraag7

Ontwikkelingssamenwerking
Development cooperation

Nederlandse inzet op Ontwikkelingssamenwerking

Nederland is op verschillende thema’s actief op gebied van ontwikkelingssamenwerking. Zo investeren we in het realiseren van de Sustainable Development Goals (SDG’s) en zetten we extra in op opvang in de regio, toegang tot vaccins, klimaatadaptatie en -mitigatie. Nederland gaat door met wat goed gaat en focust op waar Nederland goed in is, zoals verbinding tussen diplomatie en ontwikkelingssamenwerking. Meer informatie over het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van Nederland is te vinden op www.nlontwikkelingssamenwerking.nl.

7. Waar is Nederland op het gebied van ontwikkelingssamenwerking volgens u goed in? Op welke thema’s zou Nederland een aanjagende rol kunnen vervullen?

(EN)
Dutch development cooperation activities

The Netherlands is actively pursuing a number of policy themes in the area of development cooperation. For example, we're investing in efforts to advance the Sustainable Development Goals (SDGs), reception in the region, access to vaccines, and climate adaptation and mitigation. The Netherlands will continue its efforts in areas where progress is being made and will focus on its strengths, such as linking diplomacy and development. For more information about Dutch development policy, go to www.nlontwikkelingssamenwerking.nl.

7. In your opinion, what are the Netherlands’ strengths when it comes to development cooperation? In which policy themes could the Netherlands play a leading role?
1. Nederland speelt een welkome aanjagende rol op het gebied van klimaatadaptatie. Het is van groot belang dat een groter deel van klimaatfinanciering aan klimaatadaptatie wordt toegekend (nu ca. 20% van de financiering). Volgens UNEP https://www.unep.org/resources/adaptation-gap-report-2020 en de door Nederland geïnitieerde Global Commission on Adaptation https://gca.org/reports/state-and-trends-in-adaptation-report-2020 kunnen de kosten voor adaptatie oplopen tot $300 miljard in 2030. Hierbij moeten lokale organisaties die de impact van de klimaat crisis al aan den lijve ondervinden actief mee kunnen beslissen over de besteding van de klimaatfinanciering, zoals ook vastgelegd in de Locally Led Adaptation principles. https://www.wri.org/initiatives/locally-led-adaptation/principles-locally-led-adaptation

2. Het behoud en duurzame beheer van gezonde ecosystemen zijn van cruciaal belang voor onze adaptatie capaciteit. Vrouwen spelen daarin een zeer belangrijke rol. Vrouwen zijn voorlopers in het promoten en implementeren van innovatieve manieren om zich aan te passen aan klimaatverandering. Nederland toont internationaal leiderschap in het agenderen van gendergelijkheid en vrouwenrechten. De praktijk is echter weerbarstig, ondanks ambitieuze doelstellingen van klimaatfondsen en programma’s. Dit blijkt ook uit een evaluatie door het IOB. dat concludeert dat de Nederlandse genderdoelstellingen in ons klimaatbeleid niet worden gehaald en vrouwen onvoldoende worden bereikt: https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?id=2021Z13889&did=2021D29631. We zien vaak dat gender- en duurzaamheidscriteria niet ‘hard’ zijn of ondergeschikt aan economische criteria. Veel grootschalige klimaatprojecten, waaronder waterkrachtcentrales of monocultuur plantages, tasten juist ecosystemen aan en werken genderongelijkheid en mensenrechtenschendingen in de hand. Zet daarom in op strikte criteria, actieve monitoring en transparante (gender) impact analyses, ook in door externe partijen zoals FMO geïmplementeerde instrumenten.

Vraag8

Innoveren op OS

Nederlandse internationale samenwerking is flexibel en kennisintensief, we zijn vernieuwend. Zo ontwikkelt Nederland nieuwe manieren van werken en partnerschappen die daarna door bijv. de Europese Commissie en Wereldbank worden opgepakt of opgeschaald. De Nederlandse internationale samenwerking fungeert dus veelal als een creatieve en kennisintensieve incubator (een broedplaats voor nieuwe ideeën. Nederland is een relatief kleine donor, maar als lidstaat van de EU en via bilaterale hulp kan Nederland de zichtbaarheid van EU-hulp vergroten en additionele relevante kapitaalstromen generen.

8. Op welke manier en op welk vlak kan de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking nog meer innoveren?

(EN)
Innovative development cooperation

Dutch international cooperation is flexible and knowledge-intensive. We are also innovative, developing new ways of working and new types of partnership that are subsequently adopted or scaled up by others, like the European Commission and the World Bank. In this respect, Dutch international cooperation is like a creative and knowledge-intensive incubator. We are a relatively small donor, but as an EU member state and through bilateral aid we can make EU aid more visible and generate additional, relevant capital flows.

8. In what other ways and areas could Dutch development cooperation innovate more?

1. Innoveer en neem de lead op innovatieve financieringsmechanismen om te zorgen dat klimaat en gerelateerde financiering niet steeds bij de usual suspects terecht komt, maar bij hen die het meeste te lijden hebben onder klimaat, en met succesvolle context-specifieke oplossingen komen. Nu hebben lokale actoren zeer beperkt directe toegang tot klimaatfinanciering, met name vrouwen en gemarginaliseerde groepen. – Minder dan 10% van de US $17 miljard klimaatfinanciering uit internationale klimaatfondsen tussen 2003 en 2016 ging direct naar lokaal niveau (IIED, 2017, http://pubs.iied.org/pdfs/10178IIED). En minder dan 0,2% van filantropische financiering richt zich expliciet op vrouwen en milieu (Global Greengrants Fund, Prospera, 2018, https://gaggaalliance.org/our-voices-our-environment-the-state-of-funding-for-womens-environmental-action/ ) In 2021 ging 44% van het Green Climate Fund gelden gaan naar slechts 4 actoren (EBRD, UNDP, Wereldbank en ADB), en 81% van alle GCF gelden liepen via internationale organisaties https://www.greenclimate.fund/document/gcf-b28-inf09. Ook het Dutch Fund for Climate and Development zet vooral in op het mobiliseren van privaat geld. Lokale toegang is niet alleen van belang gezien de focus van het Nederlandse BHOS beleid op inclusiviteit en de behoeften van de meest gemarginaliseerde bevolkingsgroepen; het actief ondersteunen van context-specifieke kennis en initiatieven van lokale actoren vergroot direct de effectiviteit.

2. Nederland heeft inmiddels een lange traditie van strategische partnerschappen, waarin de overheid niet alleen met het bedrijfsleven maar ook met maatschappelijke organisaties en instellingen structureel en effectief samenwerkt. Een dergelijke multistakeholder-benadering kan ook in de praktijk in de realiteit van ontwikkelingslanden verder worden vormgegeven. Juist daar blijft de potentie van het maatschappelijk middenveld onderbenut. In veel gevallen is juist sprake van een verminderende ‘civic space’. Nederland moet vergroting van ‘civic space’ tot een hoeksteen van al haar ontwikkelingssamenwerkingsinspanningen maken.

Vraag9

Een donor met durf

De Nederlandse internationale inzet is gedurfd, omdat we financiële investeringen koppelen aan onze diplomatieke inzet en expertise. We continueren thema’s waar we traditionele meerwaarde hebben: seksuele en reproductieve rechten en gezondheid (SRGR), water, voedselzekerheid en veiligheid & rechtsorde. Daarbij kunnen we nog meer gebruik maken van het diplomatieke gewicht van o.a. de EU. We investeren in systeemverandering om te zorgen dat we de SDG’s in 2030 realiseren. Met systeemverandering bedoelen we dat we de systemen die armoede en ongelijkheid in stand houden aanpakken.

9. Op welke manier/welk vlak kan Nederland als donor nog meer durf te tonen?


(EN)
A bold donor

Dutch international efforts can be characterised as bold, because we link financial investment to diplomatic efforts and expertise. We will continue our work on themes where we have always added value: sexual and reproductive health and rights (SRHR), water, food security, and security and the rule of law. We will also make better use of the diplomatic weight of the EU. To ensure we achieve the SDGs by 2030, we will invest in systemic change, i.e. tackling the structures that maintain poverty and inequality.

9. In what ways or areas could the Netherlands, as a donor, be even bolder?
• Nederland kan nog meer durf tonen in het adressen en beschermen van klimaat-, milieu- en mensenrechtenactivisten. Klimaat en mensenrechten zijn nauw met elkaar verbonden. In veel landen worden mensen die opkomen voor het klimaat door hun eigen overheid de mond gesnoerd. Zij dienen beschermd te worden om zo een bijdrage te leveren aan een eerlijke (energie) transitie. Hier ligt uiteraard een belangrijke rol voor de Nederlandse ambassades.

• Door globalisering en liberalisering zijn veel rechten van lokale gemeenschappen en de natuur afgezwakt ten koste van de rechten van grote internationaal opererende private ondernemingen. Gezien de rol van Den Haag als internationaal centrum voor rechtshandhaving, past het Nederland de rechtsbescherming van internationale lokale gemeenschappen verder te versterken (denk aan slachtoffers bij mensenrechten en milieudelicten van internationale bedrijven).

Vraag10

Afrondende algemene vraag

10. Heeft u nog andere punten van aandacht die u vindt dat meegenomen dienen te worden in de nieuwe beleidsnota?


(EN)
General closing question

10. Are there any other points that you believe should be included in the new policy document?

Het is van belang dat de klimaatinzet van het Ministerie van Handel en Ontwikkelingssamenwerking wordt afgestemd met de Ministeries voor Klimaat en Energie, Economische Zaken (Industriebeleid) en Financiën (exportondersteuning).