BHOS-beleidsnota

Reactie

Naam TNO (MSc. Ing. J.F. Donker)
Plaats Utrecht
Datum 15 april 2022

Vraag1

(see english below)
Nexus (samenhang) Ontwikkelingssamenwerking & Buitenlandse Handel

Het Nederlandse bedrijfsleven kan door middel van handel, investeringen en marktkracht een belangrijke rol spelen bij een aantal van de grote wereldwijde uitdagingen van deze tijd. Om de Nederlandse inzet richting het bedrijfsleven een focus mee te geven wordt gekozen voor een focus op de “twin-transities”; de digitale transitie (via onder meer artificiële intelligentie) en de verduurzamingtransitie. Deze twin-transities op digitale innovatie en verduurzaming zullen de komende jaren een grote rol spelen om de Parijs en Glasgow-doelen voor klimaat te halen. Die doelen moeten we in Nederland halen, maar ook wereldwijd. Hoewel er een grote behoefte is aan Nederlandse expertise en investeringen, zien we dat meer nodig kan zijn om het Nederlandse bedrijven te betrekken bij deze transities in (lage en) midden-inkomenslanden.

1. Hoe kan het Nederlandse bedrijfsleven meer betrokken worden bij de twin-transitie in (lage en) midden-inkomenslanden?


(EN)
Nexus between development cooperation and foreign trade

Through their trade, investment and market position, Dutch businesses can play a key role in tackling some of the major challenges facing the world today. The focus of Dutch policy vis-a-vis the private sector will be on the 'twin transitions' of digitalisation (including artificial intelligence) and sustainability – both of which will be key to achieving the Paris and Glasgow climate goals in the years ahead. We must achieve these goals not only in the Netherlands, but across the world as a whole. While Dutch expertise and investment funding are in great demand, we also see that more may be needed when it comes to getting Dutch companies involved in these transitions in low- and middle-income countries.

1. How can we increase the involvement of Dutch companies in the twin transitions in low- and middle-income countries?
TNO heeft 5 overkoepelende kernpunten gedefinieerd op de 10 vragen. Meer toelichting over deze 5 kernpunten zijn te vinden in de bijgevoegde PDF.
Kernpunt 3: Nederlandse transities als internationale “kraamkamer” van hoogwaardige duurzame technologieën
? Verbind transities hier en daar
? Zet in op hoogwaardige duurzame technologie en oplossingen
? Ontwikkel internationale agenda en stem Topsectoren en Missiegedreven beleid van EZK af met BHOS beleid
? Ontwikkeling van publiek private samenwerkingsverbanden rondom deze technologieën en oplossingen
? Versterk kennisoverdracht en capacity building rondom deze hoogwaardige duurzame technologieën en oplossingen
? Neem regie in de Nederlandse bijdragen aan internationale klimaatfinanciering door deze (gedeeltelijk) te koppelen aan de “kraamkamer” functie
? Aanvullend hierop: Rondom energie en klimaat zien wij dat er vanuit Nederlandse BHOS beleid tot op heden veel ingezet wordt op kleinschalige en/of laagwaardige technologieën voor de allerarmste in lage-inkomenslanden die een groot effect op armoede kan hebben, maar een veel kleiner effect op de uitstoot van broeikasgassen . Dit staat in groot contrast met de activiteiten en ambities van het Nederlandse bedrijfsleven en kennisinstellingen ten aanzien van het Nederlandse Klimaatakkoord en de EU Green Deal waar de focus met name ligt om de uitstoot broeikasgassen van bijvoorbeeld de energie en industrie sector aan te pakken met onder meer hoogwaardige en grootschalige technologie. Het aanpakken van energieverbruik en uitstoot van de middenklasse zijn de meest doeltreffende maatregelen om de uitstoot in ontwikkelingslanden aan te pakken en sluiten beter aan bij de Nederlandse expertise.
Kernpunt 4: Focus, massa en langere termijn: Maak een keuze voor 1-2 onderwerpen per land en zet daar (voor langere tijd) als Nederland vol op in en ontwikkel daarmee een goede zichtbare rol op grote transities.
? Aanvullend hierop: TNO ziet deze definitie van de twin-transitie graag breder met aandacht voor de nexus onderwerpen. Denk aan energietransitie en mobiliteit; energie-voedsel en water (duurzame groente en voedselproductie, kassenteelt, duurzame energie/warmte, CO2 en watermanagement)
Kernpunt 5: Toegepaste kennis als verbinder, vooruitgeschoven post en in buitenlands beleid (Science in and for diplomacy). Betrek de Nederlandse onafhankelijke toegepaste kennisinstituten zowel intern (science in diplomacy) als extern (science for diplomacy).

Vraag2

Nederland kent een lange traditie van publieke private samenwerking. Nu de mondiale uitdagingen steeds groter worden, is het van belang deze publiek-private samenwerkingen te verdiepen en te versnellen. De duurzame ontwikkelingsdoelen zijn in 2015 vastgesteld als actieplan voor overheden, bedrijven, kennisinstellingen en burgers om duurzame ontwikkeling te verwezenlijken wereldwijd.

2. Hoe kunnen overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen beter samenwerken om de duurzame ontwikkelingsdoelen te halen?

(EN)
The Netherlands has a long tradition of public-private partnership. As the global challenges grow ever bigger, it is important to deepen and accelerate these partnerships. The Sustainable Development Goals were presented in 2015 as a plan of action for governments, companies, knowledge institutions and private individuals to achieve sustainable development worldwide.

2. How can government, the private sector and knowledge institutions work together better to achieve the Sustainable Development Goals?
TNO heeft 5 overkoepelende kernpunten gedefinieerd op de 10 vragen. Meer toelichting over deze 5 kernpunten zijn te vinden in de bijgevoegde PDF.
Kernpunt 1: Maak gebruik van de expertise, kennis en rol van publieke toegepaste kennisinstituten
Kernpunt 2: Van “Aid en Trade” naar Business met Impact met een juiste balans tussen business en sociale en lokale impact
Kernpunt 3: Nederlandse transities als internationale “kraamkamer” van hoogwaardige duurzame technologieën:
? Aanvullend hierop: Denemarken heeft 14 publiek-private klimaatpartnerschappen opgezet rondom sectoren “die de CO2-uitstoot in hun respectieve industrie kunnen terugdringen en tegelijkertijd van Denemarken een pioniersland voor de rest van de wereld kunnen maken door het groene concurrentievermogen van de bedrijven in een mondiale context te versterken". Denemarken heeft zich in de afgelopen decennia een goede internationale uitgangspositie verworven in groene technologie die inmiddels internationaal volwassen is geworden, met name windenergie. Voor Nederland bekent dit dat wij ons op die duurzame technologieën waar wij 1.) met het Klimaatakkoord op inzetten 2.) een goede uitgangspositie hebben of kunnen opbouwen qua kennis, (maak)industrie/bedrijfsleven, en die 3.) internationaal potentie hebben in onder meer midden-inkomenslanden.
? Er dient goed bekeken te worden wat in lage en middeninkomenslanden nu en in de toekomst nodig is. In bijv. een roadmap per land is aandacht voor business en de sociale impact (opgehangen aan de SDG’s: subdoelen en KPI’s) en worden de rollen voor alle stakeholders beschreven. Technologie, business modellen, capaciteit en regelgeving moeten allemaal georganiseerd worden en als publieke en private spelers op elkaar afgestemd zodat ze elkaar versterken.
Kernpunt 5: Toegepaste kennis als verbinder, vooruitgeschoven post en in buitenlands beleid (Science in and for diplomacy). Betrek de Nederlandse onafhankelijke toegepaste kennisinstituten zowel intern (science in diplomacy) als extern (science for diplomacy).
? Aanvullend hierop: Tevens laat het zien dat Nederland niet alleen binnen Europa maar ook daarbuiten een serieuze inhoudelijke partner is in het bieden van klimaatsteun aan landen met andere nationale omstandigheden, verantwoordelijkheden en vermogen om ook de transitie en “groene doorstart” te maken en zo de doelen en afspraken van het Parijsakkoord.

Vraag3

Nederland heeft sinds 2016 een actieplan beleidscoherentie voor ontwikkeling. Beleidscoherentie voor ontwikkeling heeft als doel om in niet-hulp (OS) beleid schade voor ontwikkelingslanden te verminderen en synergiën en samenwerking te versterken. Het Nederlandse actieplan is in 2018 herzien en geeft een overzicht van vijf Nederlandse beleidsthema’s die een invloed hebben op de ontwikkelingskansen in ontwikkelingslanden. Deze thema’s zijn: (1) het tegengaan van belastingontwijking/ontduiking, (2) ontwikkelingsvriendelijke handelsakkoorden, (3) een ontwikkelingsvriendelijk investeringsregime, (4) verduurzaming van productie en handel en (5) het tegengaan van klimaatverandering.

3. Hoe kan de bovengenoemde Nederlandse inzet op beleidscoherentie voor ontwikkeling verder versterkt of verbeterd worden?

(EN)
The Netherlands has had an action plan on policy coherence for development since 2016. The aim of policy coherence is to reduce the negative effects on developing countries caused by policies in areas other than development, and to strengthen synergies and cooperation. The action plan, which was revised in 2018, identifies five Dutch policy themes that can enhance developing countries’ opportunities for development: (1) combating tax avoidance/evasion, (2) development-friendly trade agreements, (3) a development-friendly investment regime, (4) more sustainable production and trade, and (5) combating climate change.

3. How can the Netherlands’ efforts to achieve policy coherence for development be further strengthened or enhanced?


TNO heeft 5 overkoepelende kernpunten gedefinieerd op de 10 vragen. Meer toelichting over deze 5 kernpunten zijn te vinden in de bijgevoegde PDF.

Kernpunt 3: Nederlandse transities als internationale “kraamkamer” van hoogwaardige duurzame technologieën:
? Ontwikkel internationale agenda en stem Topsectoren en Missiegedreven beleid van EZK af met BHOS beleid
? Versterken van kennisoverdracht en capacity building aan kennisinstellingen aan LMICs rondom deze duurzame technologieën en oplossingen.
? Aanvullend hierop:
Hiermee kan tevens (gedeeltelijk) invullen gegeven worden aan de afspraken die Nederland hierover ondertekend heeft in het UNFCCC Kopenhagen Akkoord (2009) en de Parijs Akkoord (2015) over het bieden van klimaatsteun (artikel 4,7,9,10 en 11).
? Een eerlijke transitie betekent ook het respecteren van alternatieve verduurzamingstrajecten in MICs en LICs waarin bijvoorbeeld gas, nucleair, CO2-opslag en grootschalige waterkracht een rol spelen om nationale prioriteiten en industrialisatie-doelstellingen te behalen. Nederland dient een voorbeeldfunctie in te nemen maar zich sterk bewust te zijn van het “common but differentiated responsibilities principle (CBDR)” en de lokale context.

Vraag4

Buitenlandse Handel
Internationale handel en investeringen zijn van groot belang voor de Nederlandse welvaart en werkgelegenheid. De Nederlandse welvaart wordt voor een derde verdiend door internationale handel en een derde van onze banen zijn verbonden aan internationale handel. Onze internationale concurrentiepositie is onderhevig aan de “twin-transities” (digitalisering/innovatie en klimaat/duurzaamheid) en verschuivende geopolitieke verhoudingen. Het is voor Nederland van groot belang om het verdienvermogen te versterken nu en in de toekomst.

Strategisch en duurzaam handelsbeleid
In anticipatie op de geopolitieke en transitie-ontwikkelingen sturen ook buitenlandse staten sterker op hun nationale en internationale beleid. Zo passen staten in toenemende mate assertievere economische diplomatie toe en zetten zij economische machtsinstrumenten in om hun internationale doelen na te jagen. Nederland kan hierin niet achter blijven. De verwevenheid van ons land met de rest van de wereld is groter en kwetsbaarder dan ooit. Als onderdeel van een samenhangend buitenland beleid, zal Nederland zich toeleggen op een strategisch en duurzaam handelsbeleid.

4. Hoe kan de overheid het duurzame verdienvermogen van Nederlandse bedrijven in het buitenland versterken?

Foreign trade
International trade and investment are crucial to prosperity and jobs in the Netherlands. International trade accounts for a third of our national income and is linked to a third of our jobs. But our international competitiveness faces risks posed by the twin transitions (digitalisation/innovation and climate/sustainability) and the shifting geopolitical balance of power. It is therefore vital for the Netherlands to strengthen its earning capacity, both now and in the future.

Strategic and sustainable trade policy
Other states are also anticipating the above-mentioned transitions and geopolitical shifts, and are adjusting their national and international policies accordingly, for instance by pursuing their international objectives through more aggressive economic diplomacy and the use of economic instruments of power. The Netherlands cannot afford to fall behind. Our country’s interconnections with the rest of the world are both greater and more fragile than ever. The Netherlands will therefore focus on strategic and sustainable trade policy as part of its coherent foreign policy.

4. How can the government strengthen Dutch companies’ sustainable earning capacity abroad?
TNO heeft 5 overkoepelende kernpunten gedefinieerd op de 10 vragen. Meer toelichting over deze 5 kernpunten zijn te vinden in de bijgevoegde PDF.

Kernpunt 1: Maak gebruik van de expertise, kennis en rol van publieke toegepaste kennisinstituten
Kernpunt 2: Van “Aid en Trade” naar Business met Impact met een juiste balans tussen business en sociale en lokale impact
Kernpunt 3: Nederlandse transities als internationale “kraamkamer” van hoogwaardige duurzame technologieën:
? Verbind transities hier en daar
? Zet in op hoogwaardige duurzame technologie en oplossingen
? Ontwikkel internationale agenda en stem Topsectoren en Missiegedreven beleid van EZK af met BHOS beleid
? Ontwikkeling van publiek private samenwerkingsverbanden rondom deze technologieën en oplossingen
? Versterk kennisoverdracht en capacity building rondom deze hoogwaardige duurzame technologieën en oplossingen
? Neem regie in de Nederlandse bijdragen aan internationale klimaatfinanciering door deze (gedeeltelijk) te koppelen aan de “kraamkamer” functie
? Aanvullend hierop:
De klimaat en energietransitie in Nederland is - niet geheel zonder reden – tot op heden vooral gericht op wat er binnen de grenzen van Nederland moet gebeuren om de klimaatdoelstellingen te halen. Internationale handelsmogelijkheden en verdienpotentieel van publieke investeringen in de Nederlandse energietransitie hebben tot op heden niet of nauwelijks aandacht gekregen. Afstemming tussen nationale en internationale Nederlandse publieke investeringen en bijdrage op het thema klimaat en energietransitie - door het identificeren van synergiën met internationale behoeften en beschikbare Nederlandse kennis(ontwikkeling) en technologie – kan wederzijds gunstige uitkomsten hebben.
Kernpunt 4: Focus, massa en langere termijn
Maak een keuze voor 1-2 onderwerpen per land en zet daar (voor langere tijd) als Nederland vol op in en ontwikkel daarmee een goede zichtbare rol op grote transities.
? Aanvullend hierop
Gezien de complexiteit en lange termijn strategie meer contiuniteit op posten – minder rouleren. Zo is er meer kans op relatie ontwikkeling.

Kernpunt 5: Toegepaste kennis als verbinder, vooruitgeschoven post en in buitenlands beleid (Science in and for diplomacy)
Betrek de Nederlandse onafhankelijke toegepaste kennisinstituten zowel intern (science in diplomacy) als extern (science for diplomacy).



Vraag5

Thema’s en sectoren van de toekomst
Nu de wereld in transitie is om een goede toekomst voor ons en de generaties na ons te bewerkstelligen verandert de focus van bedrijven, overheid en kennisinstellingen.

5. Op welke thema’s of sectoren ziet u kansen om internationaal te ondernemen?

(EN)
Themes and sectors of the future
The focus of companies, governments and knowledge institutions is changing in light of the global transition to ensure a bright future for current and future generations.

5. In which themes or sectors do you see opportunities for international enterprise?
TNO heeft 5 overkoepelende kernpunten gedefinieerd op de 10 vragen. Meer toelichting over deze 5 kernpunten zijn te vinden in de bijgevoegde PDF.

Kernpunt 4: Focus, massa en langere termijn
Maak een keuze voor 1-2 onderwerpen per land en zet daar (voor langere tijd) als Nederland vol op in en ontwikkel daarmee een goede zichtbare rol op grote transities.
? Aanvullend hierop
Vanuit historisch perspectief wordt vanuit Nederland met name ingezet op de klassieke onderwerpen rondom water en landbouw. Gezien de investeringen en transformatie die in Nederland gaan doormaken als onderdeel van het Klimaatakkoord is dit te eenzijdig richting de toekomst. Activiteiten rondom groene/blauwe waterstof, CO2 opvang en (ondergrondse) opslag technologie en kennis, verduurzaming van industriële processen, energie-water en voedsel (duurzame groente en voedselproductie; kassenteelt, duurzame energie/warmte, CO2 en watermanagement) zijn voorbeelden vanuit de energie en industrie sector waarom heen internationale publiek-private ambities, strategieën en samenwerkingsverbanden gecreëerd kunnen worden. Hiermee kan tevens een flinke bijdrage geleverd worden aan de doelstellingen van het Klimaatakkoord van Parijs.
? Andere sectoren zijn: Circulaire economie, innovatieve bouwmaterialen, digitalisering, gezondheid, innovatiemanagement. Waarbij vooral aandacht voor de nexus van deze onderwerpen.

Vraag6

Samenwerking publiek-privaat en rol Midden en Klein Bedrijf (MKB)
Een succesvolle aanpak op het gebied van internationale handel vraagt samenwerking tussen burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en de overheid. Het is nuttig om aan te sluiten op de behoeftes van de markt. Waar zijn bedrijven (specifiek het MKB) mee geholpen om de exportkracht en innovatiekracht te vergroten?

6. Hoe kan de overheid het bedrijfsleven (specifiek het MKB) dat internationaal onderneemt (of dat zou willen) beter ondersteunen om zaken te doen in het buitenland?
a. Welke ondersteuning hebben bedrijven nodig om internationaal succesvol te zijn op terreinen van digitale innovatie (innovatiesamenwerking) en verduurzaming?
b. Voor handel met welke landen (of regio’s of markten) zou ondersteuning moeten zijn?
c. Wat zou de overheid op het gebied van handelsbevordering niet meer moeten doen?

(EN)
Public-private cooperation and role of SMEs
A successful approach to international trade requires cooperation between the public, companies, civil society and government. It is also useful to align with market demand. What would help companies, and SMEs in particular, to increase their export performance and innovative capacity?

6. How can the government better support companies (and SMEs specifically), that are doing or wish to do business abroad?
a. What type of support do companies need in order to achieve international success in the areas of digital innovation (innovation partnerships) and sustainability?
b. For what countries, regions or markets should the government provide private sector support?
c. What type of trade promotion activities should the government stop doing?
TNO heeft 5 overkoepelende kernpunten gedefinieerd op de 10 vragen. Meer toelichting over deze 5 kernpunten zijn te vinden in de bijgevoegde PDF.

? Zelfde landenlijst behouden – lange termijn strategie hanteren
? Specifieke calls uitzetten of publiek-private programma’s optuigen rondom thema’s (bijvoorbeeld als onderdeel van de Afrika strategie – zoals genoemd in het coalitieakkoord) of nationale roadmaps die passen bij de nationale of regionale thema’s en context en waar men in de landen naar op zoek is.
? Informatie sessies over de nationale roadmaps per land – met concrete vraag naar nieuwe kennis en kansen voor business en matchmaking met lokale bedrijven.
? Faciliteit voor eerste haalbaarheidsonderzoeken – los van de grote potentie eisen als MIT en DHI regeling
? De overheid moet met zijn instrumentarium meer gericht zijn op innovatie en flexibiliteit: minder strak alles van tevoren dicht timmeren, niet alleen resultaat gericht en de dagtarieven van innovatie instituten accorderen

Vraag7

Ontwikkelingssamenwerking
Development cooperation

Nederlandse inzet op Ontwikkelingssamenwerking

Nederland is op verschillende thema’s actief op gebied van ontwikkelingssamenwerking. Zo investeren we in het realiseren van de Sustainable Development Goals (SDG’s) en zetten we extra in op opvang in de regio, toegang tot vaccins, klimaatadaptatie en -mitigatie. Nederland gaat door met wat goed gaat en focust op waar Nederland goed in is, zoals verbinding tussen diplomatie en ontwikkelingssamenwerking. Meer informatie over het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van Nederland is te vinden op www.nlontwikkelingssamenwerking.nl.

7. Waar is Nederland op het gebied van ontwikkelingssamenwerking volgens u goed in? Op welke thema’s zou Nederland een aanjagende rol kunnen vervullen?

(EN)
Dutch development cooperation activities

The Netherlands is actively pursuing a number of policy themes in the area of development cooperation. For example, we're investing in efforts to advance the Sustainable Development Goals (SDGs), reception in the region, access to vaccines, and climate adaptation and mitigation. The Netherlands will continue its efforts in areas where progress is being made and will focus on its strengths, such as linking diplomacy and development. For more information about Dutch development policy, go to www.nlontwikkelingssamenwerking.nl.

7. In your opinion, what are the Netherlands’ strengths when it comes to development cooperation? In which policy themes could the Netherlands play a leading role?
TNO heeft 5 overkoepelende kernpunten gedefinieerd op de 10 vragen. Meer toelichting over deze 5 kernpunten zijn te vinden in de bijgevoegde PDF.

? Zie ook vraag 5.
? Nederland is goed in innoveren, geïntegreerde aanpak en als publiek private partijen hierin samenwerken
? Nederlandse kennispartijen zijn goed in het kennisoverdracht/uitwisseling en capacity building. : TNO (en in het verleden ECN) heeft ruime ervaring met het leveren van capacity building en kennisoverdracht activiteiten (o.a. Indonesië, Thailand, Peru, Mozambique, Tanzania, Zimbabwe, Ecuador Bangladesh, Jordanië etc.). Helaas biedt het huidige instrumentarium daar niet of nauwelijks ruimte meer voor evenals het ontbreken van co-financiering om aan te sluiten bij Europese internationale initiatieven als onderdeel van de EU Green Deal.
? In die transities werken we pre-competitief al samen vaak geleid door onafhankelijk kennisinstituten. Dit leidt tot gezamenlijke kennisontwikkeling, proposities per bedrijf en positieve impact op de maatschappij.
? We moeten kiezen voor transities als energie, klimaat, water, circulair eiwit, digitalisering, gezondheid en water. En liefst mogelijke nexussen hier tussen
? Digitalisering: stimuleer ontwikkeling en toegankelijkheid van open data en de ontwikkeling van transparante digitale platforms voor SMEs en lokale overheden.

Vraag8

Innoveren op OS

Nederlandse internationale samenwerking is flexibel en kennisintensief, we zijn vernieuwend. Zo ontwikkelt Nederland nieuwe manieren van werken en partnerschappen die daarna door bijv. de Europese Commissie en Wereldbank worden opgepakt of opgeschaald. De Nederlandse internationale samenwerking fungeert dus veelal als een creatieve en kennisintensieve incubator (een broedplaats voor nieuwe ideeën. Nederland is een relatief kleine donor, maar als lidstaat van de EU en via bilaterale hulp kan Nederland de zichtbaarheid van EU-hulp vergroten en additionele relevante kapitaalstromen generen.

8. Op welke manier en op welk vlak kan de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking nog meer innoveren?

(EN)
Innovative development cooperation

Dutch international cooperation is flexible and knowledge-intensive. We are also innovative, developing new ways of working and new types of partnership that are subsequently adopted or scaled up by others, like the European Commission and the World Bank. In this respect, Dutch international cooperation is like a creative and knowledge-intensive incubator. We are a relatively small donor, but as an EU member state and through bilateral aid we can make EU aid more visible and generate additional, relevant capital flows.

8. In what other ways and areas could Dutch development cooperation innovate more?

TNO heeft 5 overkoepelende kernpunten gedefinieerd op de 10 vragen. Meer toelichting over deze 5 kernpunten zijn te vinden in de bijgevoegde PDF.

Kernpunt 1: Maak gebruik van de expertise, kennis en rol van publieke toegepaste kennisinstituten
Kernpunt 2: Van “Aid en Trade” naar Business met Impact met een juiste balans tussen business en sociale en lokale impact
Kernpunt 3: Nederlandse transities als internationale “kraamkamer” van hoogwaardige duurzame technologieën:
? Verbind transities hier en daar
? Zet in op hoogwaardige duurzame technologie en oplossingen
? Ontwikkel internationale agenda en stem Topsectoren en Missiegedreven beleid van EZK af met BHOS beleid
? Ontwikkeling van publiek private samenwerkingsverbanden rondom deze technologieën en oplossingen
? Versterk kennisoverdracht en capacity building rondom deze hoogwaardige duurzame technologieën en oplossingen
? Neem regie in de Nederlandse bijdragen aan internationale klimaatfinanciering door deze (gedeeltelijk) te koppelen aan de “kraamkamer” functie
Kernpunt 4: Focus, massa en langere termijn
Kernpunt 5: Toegepaste kennis als verbinder, vooruitgeschoven post en in buitenlands beleid (Science in and for diplomacy)

Voor thema’s zie vraag 5

Vraag9

Een donor met durf

De Nederlandse internationale inzet is gedurfd, omdat we financiële investeringen koppelen aan onze diplomatieke inzet en expertise. We continueren thema’s waar we traditionele meerwaarde hebben: seksuele en reproductieve rechten en gezondheid (SRGR), water, voedselzekerheid en veiligheid & rechtsorde. Daarbij kunnen we nog meer gebruik maken van het diplomatieke gewicht van o.a. de EU. We investeren in systeemverandering om te zorgen dat we de SDG’s in 2030 realiseren. Met systeemverandering bedoelen we dat we de systemen die armoede en ongelijkheid in stand houden aanpakken.

9. Op welke manier/welk vlak kan Nederland als donor nog meer durf te tonen?


(EN)
A bold donor

Dutch international efforts can be characterised as bold, because we link financial investment to diplomatic efforts and expertise. We will continue our work on themes where we have always added value: sexual and reproductive health and rights (SRHR), water, food security, and security and the rule of law. We will also make better use of the diplomatic weight of the EU. To ensure we achieve the SDGs by 2030, we will invest in systemic change, i.e. tackling the structures that maintain poverty and inequality.

9. In what ways or areas could the Netherlands, as a donor, be even bolder?
? Neem regie in de Nederlandse bijdragen aan internationale klimaatfinanciering door deze (gedeeltelijk) te koppelen aan de “kraamkamer” functie. Door niet hoofdzakelijk afhankelijk te zijn van externe partners (multilaterale fondsen en bijdragen aan internationale organisatie) in het behalen van de Nederlandse internationale klimaatdoelstellingen maar op bepaalde thema’s en onderwerpen ook zelf het heft het in handen te durven nemen.
Denk verder aan:
? Blend financiering aangaan: leningen en grants
? Impact fondsen op te zetten met blend financiering
? Transformatieve innovaties te ontwikkelen – leapfrogging technologieën ontwikkelene starten met laag TRL nivo (Technology readiness Level)
? Project governance te hanteren die past bij innovatie (er mag wat mislukken, dat is accountable)

Vraag10

Afrondende algemene vraag

10. Heeft u nog andere punten van aandacht die u vindt dat meegenomen dienen te worden in de nieuwe beleidsnota?


(EN)
General closing question

10. Are there any other points that you believe should be included in the new policy document?

? Outside-in: Er is structurele steun nodig voor een expertise en kenniscentrum voor kritieke grondstoffen als centraal informatie en adviesplatform. Veel (kritieke) grondstoffen voor de Nederlandse economische en duurzame ambities komen uit landen die onder de BHOS notitie vallen. Gezien deze afhankelijkheid die waarschijnlijk alleen maar zal toenemen is het noodzakelijk om de Nederlandse kennis- en informatiepositie op dit vlak te verbeteren. Veel Europese Geologische Diensten zijn het kenniscentrum voor kritieke grondstoffen. Door onderzoek, monitoring en analyses worden zaken als leveringszekerheid, prijsontwikkeling, technische ontwikkelingen en beleidsadviezen gegeven over de schaarse en kritieke grondstoffen tijdens de transformatie van energiesystemen, industriële processen en in een digitale samenleving. In Nederland is het onderhouden en verder ontwikkelen van kennis en expertise over dit onderwerp niet van nature bij een organisatie belegd of structureel gefinancierd omdat er nauwelijks kritieke grondstoffen in ons land voorkomen.
? Proces: Ga over deze input het gesprek aan bilateraal en met sector specifiek groepen, zodat het verder verduidelijkt kan worden, aangescherpt en er gezamenlijkheid ontstaat. Een echt open dialoog.
? Als TNO gaan wij graag het gesprek met jullie aan en geven wij graag een nadere toelichting op deze reactie.

Bijlage