BHOS-beleidsnota

Reactie

Naam Prisma (C.H. Ariese-van Putten)
Plaats Utrecht
Datum 14 april 2022

Vraag1

(see english below)
Nexus (samenhang) Ontwikkelingssamenwerking & Buitenlandse Handel

Het Nederlandse bedrijfsleven kan door middel van handel, investeringen en marktkracht een belangrijke rol spelen bij een aantal van de grote wereldwijde uitdagingen van deze tijd. Om de Nederlandse inzet richting het bedrijfsleven een focus mee te geven wordt gekozen voor een focus op de “twin-transities”; de digitale transitie (via onder meer artificiële intelligentie) en de verduurzamingtransitie. Deze twin-transities op digitale innovatie en verduurzaming zullen de komende jaren een grote rol spelen om de Parijs en Glasgow-doelen voor klimaat te halen. Die doelen moeten we in Nederland halen, maar ook wereldwijd. Hoewel er een grote behoefte is aan Nederlandse expertise en investeringen, zien we dat meer nodig kan zijn om het Nederlandse bedrijven te betrekken bij deze transities in (lage en) midden-inkomenslanden.

1. Hoe kan het Nederlandse bedrijfsleven meer betrokken worden bij de twin-transitie in (lage en) midden-inkomenslanden?


(EN)
Nexus between development cooperation and foreign trade

Through their trade, investment and market position, Dutch businesses can play a key role in tackling some of the major challenges facing the world today. The focus of Dutch policy vis-a-vis the private sector will be on the 'twin transitions' of digitalisation (including artificial intelligence) and sustainability – both of which will be key to achieving the Paris and Glasgow climate goals in the years ahead. We must achieve these goals not only in the Netherlands, but across the world as a whole. While Dutch expertise and investment funding are in great demand, we also see that more may be needed when it comes to getting Dutch companies involved in these transitions in low- and middle-income countries.

1. How can we increase the involvement of Dutch companies in the twin transitions in low- and middle-income countries?
Maatschappelijke actoren vervullen een belangrijke rol vervullen in de twin-transitie. Vooral lokaal zijn ze bij uitstek in staat om gedragsverandering in relatie tot verduurzaming en het klimaat tot stand te brengen. Deze actoren zijn vaak goed ingebed in lokale gemeenschappen en kunnen daardoor een cruciale rol spelen in de (klimaat)transitie. Zo kunnen zij lokale gemeenschappen overtuigen, technische processen en begrippen begrijpelijk toelichten en pleiten voor duurzame economische groei en milieubescherming bij hun lokale overheden. De samenwerking tussen Nederlandse bedrijven en lokale maatschappelijke organisaties en actoren kan worden bevorderd door te investeren in toegankelijke public-private partnership fondsen. Een grote belemmering voor relatief kleine maatschappelijke organisaties is momenteel echter dat er voor veel public-private partnership fondsen een results-based financing model wordt gehanteerd waarbij de maatschappelijke organisaties pas na de implementatie van een project de subsidie kunnen ontvangen. Dit vereist een grote mate van financiële liquiditeit die veel maatschappelijke organisaties niet hebben. Hiermee wordt de rol van het maatschappelijk middenveld in de twin-transitie niet ten volste benut. Dat zou beter kunnen door public-private partnerships toegankelijker te maken door financiering vóóraf mogelijk te maken, zodat ook de (kleine) lokale gemeenschappen hun steentje bij kunnen dragen in de klimaattransitie.

Wij vragen daarnaast in het bijzonder aandacht voor de cruciale rol die lokale religieuze en levensbeschouwelijke actoren spelen in dienstverlening, belangenbehartiging en gedragsverandering, specifiek omtrent verduurzaming en het omgaan met de gevolgen van klimaatverandering. Religieuze actoren zitten vaak in de haarvaten van de samenleving en hebben veel autoriteit in hun lokale omgeving. Daarmee zijn zij een grote actor op het maatschappelijk middenveld. Meer dan 80% van de wereldbevolking identificeert als religieus. Geloof en ontwikkeling zijn daarom onlosmakelijk met elkaar verbonden in het overgrote deel van deze wereld. In onze optiek is er momenteel in beleidsontwikkeling, onder andere op het gebied van klimaat en verduurzaming, echter nog te weinig aandacht voor deze actoren. Wij moedigen het ministerie dan ook aan om beleidsmakers aan te sporen om samen te werken met religieuze en levensbeschouwelijke actoren bij het maken van beleid met betrekking tot klimaatverandering en verduurzaming.

Vraag2

Nederland kent een lange traditie van publieke private samenwerking. Nu de mondiale uitdagingen steeds groter worden, is het van belang deze publiek-private samenwerkingen te verdiepen en te versnellen. De duurzame ontwikkelingsdoelen zijn in 2015 vastgesteld als actieplan voor overheden, bedrijven, kennisinstellingen en burgers om duurzame ontwikkeling te verwezenlijken wereldwijd.

2. Hoe kunnen overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen beter samenwerken om de duurzame ontwikkelingsdoelen te halen?

(EN)
The Netherlands has a long tradition of public-private partnership. As the global challenges grow ever bigger, it is important to deepen and accelerate these partnerships. The Sustainable Development Goals were presented in 2015 as a plan of action for governments, companies, knowledge institutions and private individuals to achieve sustainable development worldwide.

2. How can government, the private sector and knowledge institutions work together better to achieve the Sustainable Development Goals?
De overheid zou moeten investeren in meer gebruik van haar postennetwerk. Door dit proactief in te zetten voor kennisdeling zou samenwerking worden bevorderd tussen overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen, zowel in het noorden als in het zuiden. Het is hierbij van belang dat de Nederlandse overheid naast het belang van samenwerken met het bedrijfsleven en kennisinstellingen ook het belang erkent van een divers, levendig en veerkrachtig maatschappelijk middenveld en actief de samenwerking zoekt met lokale maatschappelijke actoren in het OS-beleid. Dit kan door het creëren van bredere mechanismen om het maatschappelijk middenveld in stand te houden en te versterken, inclusief middellange tot lange termijn financiering voor netwerken of koepelorganisaties, zodat zij actief betrokken kunnen worden bij het opstellen van overheidsbeleid in hun specifieke context. We benadrukken dat door opkomst van autocratische regimes in de afgelopen jaren de civic space is afgenomen en daardoor democratie in het gedrang is gekomen. Juist het maatschappelijk middenveld kan de katalysator zijn voor een duurzame samenleving. Hierin is het van uiterst belang om te investeren in de samenwerking met (lokale) religieuze actoren en om hun rol te erkennen in het bereiken van afgesloten en gemarginaliseerde groepen en gebieden. Ze zijn cruciaal voor het effectief bereiken van alle lagen van de bevolking. De kennis die geloofsleiders hebben over de lokale culturele, economische en sociale normen van hun gemeenschap is onmisbaar voor het bereiken van de duurzame ontwikkelingsdoelen. Het is wat Prisma betreft zaak om de eigen plek en toegevoegde waarde van religieuze actoren op tal van terrein te erkennen en (beter) te benutten: in de armoedebestrijding, in de gezondheidszorg, bij de bescherming van kinderen en bij conflictpreventie.

Vraag3

Nederland heeft sinds 2016 een actieplan beleidscoherentie voor ontwikkeling. Beleidscoherentie voor ontwikkeling heeft als doel om in niet-hulp (OS) beleid schade voor ontwikkelingslanden te verminderen en synergiën en samenwerking te versterken. Het Nederlandse actieplan is in 2018 herzien en geeft een overzicht van vijf Nederlandse beleidsthema’s die een invloed hebben op de ontwikkelingskansen in ontwikkelingslanden. Deze thema’s zijn: (1) het tegengaan van belastingontwijking/ontduiking, (2) ontwikkelingsvriendelijke handelsakkoorden, (3) een ontwikkelingsvriendelijk investeringsregime, (4) verduurzaming van productie en handel en (5) het tegengaan van klimaatverandering.

3. Hoe kan de bovengenoemde Nederlandse inzet op beleidscoherentie voor ontwikkeling verder versterkt of verbeterd worden?

(EN)
The Netherlands has had an action plan on policy coherence for development since 2016. The aim of policy coherence is to reduce the negative effects on developing countries caused by policies in areas other than development, and to strengthen synergies and cooperation. The action plan, which was revised in 2018, identifies five Dutch policy themes that can enhance developing countries’ opportunities for development: (1) combating tax avoidance/evasion, (2) development-friendly trade agreements, (3) a development-friendly investment regime, (4) more sustainable production and trade, and (5) combating climate change.

3. How can the Netherlands’ efforts to achieve policy coherence for development be further strengthened or enhanced?


Prisma sluit zich aan bij de reactie van Partos, en voegt het volgende toe:

De steeds groter wordende kloof tussen arm en rijk heeft wereldwijd tot grote problemen en ongelijkheid gezorgd. Toegang tot basisbehoeften en participatie in de samenleving is voor sommigen zeker niet meer vanzelfsprekend. Het is zaak dat we in het handelsverkeer rekening gaan houden met de behoeften van armen en kwetsbare mensen. Dan pas wordt ons handelsverkeer daadwerkelijk coherent, en valt er niemand tussen wal en schip. We begrijpen dat handel een belangrijk onderwerp is in een wereld waarin economische groei en het maken van winst veelal centraal staan. Maar helaas zijn er nog veel handelspraktijken die sociale onrechtvaardigheid in de hand werken én aangepakt dienen te worden. Dat moet stoppen. De inzet op beleidscoherentie van de minister is een stap in de goede richting om handelsbeleid in zijn geheel te verduurzamen en meer recht te doen.

Veiligheid, welzijn en gelijkwaardige participatie is in veel (productie-)landen echter nog ver te zoeken. Vaak zijn er geen concrete regels of voorschriften waardoor industrieën en bedrijven zich veelal niet verantwoordelijk voelen voor misstanden. De strijd tegen sociale onrechtvaardigheid is vervlochten met internationale handel en de wereldeconomie. Om die onrechtvaardigheid in ontwikkelingslanden tegen te gaan, moet ieder zijn of haar verantwoordelijkheid nemen op de plek waar men gesteld is. Dat geldt voor consumenten, bedrijven en de overheid. In dat kader roepen wij de overheid op om zo snel mogelijk nationale wetgeving te vervaardigen tegen uitbuiting en ter bescherming van de kwetsbaarste mensen. Alleen dan kunnen er grote stappen worden gezet in de strijd tegen armoede en voor meer sociale rechtvaardigheid.

Daarnaast gaat wat ons betreft beleidscoherentie verder dan de vijf thema’s die gegeven worden in deze vraag. Beleidscoherentie is niet alleen inzetten op een coherente economische aanpak, maar juist ook het betrekken van Ontwikkelingssamenwerking. Om een duurzame ontwikkelingsslag in deze landen teweeg te brengen zijn handel en ontwikkelingssamenwerking allebei belangrijk. De SDG-toets is een goed middel om een algehele coherente aanpak over handels- en ontwikkelingsbeleid te realiseren. Daarom beveelt Prisma verder en uitgebreider gebruik van de SDG-toets aan. Als handel en ontwikkelingssamenwerking, het bedrijfsleven en de NGO's samen gaan werken kunnen we coherente, duurzame ontwikkeling realiseren.

Vraag4

Buitenlandse Handel
Internationale handel en investeringen zijn van groot belang voor de Nederlandse welvaart en werkgelegenheid. De Nederlandse welvaart wordt voor een derde verdiend door internationale handel en een derde van onze banen zijn verbonden aan internationale handel. Onze internationale concurrentiepositie is onderhevig aan de “twin-transities” (digitalisering/innovatie en klimaat/duurzaamheid) en verschuivende geopolitieke verhoudingen. Het is voor Nederland van groot belang om het verdienvermogen te versterken nu en in de toekomst.

Strategisch en duurzaam handelsbeleid
In anticipatie op de geopolitieke en transitie-ontwikkelingen sturen ook buitenlandse staten sterker op hun nationale en internationale beleid. Zo passen staten in toenemende mate assertievere economische diplomatie toe en zetten zij economische machtsinstrumenten in om hun internationale doelen na te jagen. Nederland kan hierin niet achter blijven. De verwevenheid van ons land met de rest van de wereld is groter en kwetsbaarder dan ooit. Als onderdeel van een samenhangend buitenland beleid, zal Nederland zich toeleggen op een strategisch en duurzaam handelsbeleid.

4. Hoe kan de overheid het duurzame verdienvermogen van Nederlandse bedrijven in het buitenland versterken?

Foreign trade
International trade and investment are crucial to prosperity and jobs in the Netherlands. International trade accounts for a third of our national income and is linked to a third of our jobs. But our international competitiveness faces risks posed by the twin transitions (digitalisation/innovation and climate/sustainability) and the shifting geopolitical balance of power. It is therefore vital for the Netherlands to strengthen its earning capacity, both now and in the future.

Strategic and sustainable trade policy
Other states are also anticipating the above-mentioned transitions and geopolitical shifts, and are adjusting their national and international policies accordingly, for instance by pursuing their international objectives through more aggressive economic diplomacy and the use of economic instruments of power. The Netherlands cannot afford to fall behind. Our country’s interconnections with the rest of the world are both greater and more fragile than ever. The Netherlands will therefore focus on strategic and sustainable trade policy as part of its coherent foreign policy.

4. How can the government strengthen Dutch companies’ sustainable earning capacity abroad?
Prisma sluit zich aan bij de inbreng van Partos en voegt daar het volgende aan toe:

Duurzaam verdienvermogen gaat gepaard met een coherente aanpak in zowel handelsbeleid als ontwikkelingssamenwerking. Om duurzaam verdienvermogen te bevorderen is niet alleen de wetgeving nodig, maar wordt ook rekening gehouden met het behalen van de SDG’s. Om te monitoren of die SDG’s ook daadwerkelijk behaald worden, is het van belang de SDG-toets te gebruiken. Daarnaast kan het bereiken van een duurzaam verdienvermogen niet door Nederland alleen worden bereikt. Afstemming en samenwerking binnen de EU is hierin van groot belang.

Vraag5

Thema’s en sectoren van de toekomst
Nu de wereld in transitie is om een goede toekomst voor ons en de generaties na ons te bewerkstelligen verandert de focus van bedrijven, overheid en kennisinstellingen.

5. Op welke thema’s of sectoren ziet u kansen om internationaal te ondernemen?

(EN)
Themes and sectors of the future
The focus of companies, governments and knowledge institutions is changing in light of the global transition to ensure a bright future for current and future generations.

5. In which themes or sectors do you see opportunities for international enterprise?
Wij sluiten ons in de beantwoording van deze vraag graag aan bij de reactie van Partos.

Vraag6

Samenwerking publiek-privaat en rol Midden en Klein Bedrijf (MKB)
Een succesvolle aanpak op het gebied van internationale handel vraagt samenwerking tussen burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en de overheid. Het is nuttig om aan te sluiten op de behoeftes van de markt. Waar zijn bedrijven (specifiek het MKB) mee geholpen om de exportkracht en innovatiekracht te vergroten?

6. Hoe kan de overheid het bedrijfsleven (specifiek het MKB) dat internationaal onderneemt (of dat zou willen) beter ondersteunen om zaken te doen in het buitenland?
a. Welke ondersteuning hebben bedrijven nodig om internationaal succesvol te zijn op terreinen van digitale innovatie (innovatiesamenwerking) en verduurzaming?
b. Voor handel met welke landen (of regio’s of markten) zou ondersteuning moeten zijn?
c. Wat zou de overheid op het gebied van handelsbevordering niet meer moeten doen?

(EN)
Public-private cooperation and role of SMEs
A successful approach to international trade requires cooperation between the public, companies, civil society and government. It is also useful to align with market demand. What would help companies, and SMEs in particular, to increase their export performance and innovative capacity?

6. How can the government better support companies (and SMEs specifically), that are doing or wish to do business abroad?
a. What type of support do companies need in order to achieve international success in the areas of digital innovation (innovation partnerships) and sustainability?
b. For what countries, regions or markets should the government provide private sector support?
c. What type of trade promotion activities should the government stop doing?
Wij sluiten ons in de beantwoording van deze vraag graag aan bij de reactie van Partos.

Vraag7

Ontwikkelingssamenwerking
Development cooperation

Nederlandse inzet op Ontwikkelingssamenwerking

Nederland is op verschillende thema’s actief op gebied van ontwikkelingssamenwerking. Zo investeren we in het realiseren van de Sustainable Development Goals (SDG’s) en zetten we extra in op opvang in de regio, toegang tot vaccins, klimaatadaptatie en -mitigatie. Nederland gaat door met wat goed gaat en focust op waar Nederland goed in is, zoals verbinding tussen diplomatie en ontwikkelingssamenwerking. Meer informatie over het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van Nederland is te vinden op www.nlontwikkelingssamenwerking.nl.

7. Waar is Nederland op het gebied van ontwikkelingssamenwerking volgens u goed in? Op welke thema’s zou Nederland een aanjagende rol kunnen vervullen?

(EN)
Dutch development cooperation activities

The Netherlands is actively pursuing a number of policy themes in the area of development cooperation. For example, we're investing in efforts to advance the Sustainable Development Goals (SDGs), reception in the region, access to vaccines, and climate adaptation and mitigation. The Netherlands will continue its efforts in areas where progress is being made and will focus on its strengths, such as linking diplomacy and development. For more information about Dutch development policy, go to www.nlontwikkelingssamenwerking.nl.

7. In your opinion, what are the Netherlands’ strengths when it comes to development cooperation? In which policy themes could the Netherlands play a leading role?
Nederland is goed in de verbinding tussen diplomatie en ontwikkelingssamenwerking, en zoekt daarbij actief de samenwerking op met het MMV. Voorbeelden hiervan zijn de PoV-partnerschappen, waar een groot aantal Prismaleden aan bijdraagt. Om deze verbinding verder te verbeteren, en om vrede en veiligheid in verschillende regio’s te bevorderen, is het belangrijk om dialoog met lokale actoren blijvend te stimuleren via het MMV. Helaas is er een trend waarneembaar waarbij de overheid steeds meer met multilaterale partijen samenwerkt om haar ontwikkelingssamenwerking doelen te bereiken. Juist lokale organisaties kunnen een belangrijke rol spelen. Het MMV heeft namelijk toegang tot lokale actoren, die op hun beurt een cruciale rol kunnen spelen in het opbouwen van democratie en vrede. Om het MMV beter in te zetten zou men veel meer de samenwerking kunnen zoeken met religieuze actoren.

Daarnaast is Nederland goed in staat om een mensenrechtenbenadering te hanteren in haar buitenlandbeleid, onder andere door schendingen in bilaterale gesprekken met overheden aan te kaarten. Wij moedigen het ministerie aan om deze mensenrechtenbenadering te versterken, door bijvoorbeeld te pleiten voor de aanstelling van een nieuwe EU-gezant voor de vrijheid van religie en levensovertuiging. Wij zijn blij dat in het regeerakkoord toegezegd is dat de bestaande gezanten in Nederland blijven. Wij roepen echter in dit kader op om extra aandacht te besteden aan een coherentie aanpak bij het versterken van mensenrechten, aangezien zij onderling vaak zeer verbonden zijn. Voorkomen moet worden dat er in silo’s wordt gewerkt op het ministerie. In het geval van het recht op vrijheid van religie en levensovertuiging is het behulpzaam om niet alleen bilateraal te promoten maar ook concreet preventief samen te werken met lokale religieuze actoren. Zo kunnen we ervoor zorgen dat ook zij een actieve rol krijgen toebedeeld in het voorkomen van inperkingen van de vrijheid van religie en levensovertuiging. Dit vraagt van het ministerie om te investeren in kennis over religie, zodat de samenwerking tussen de overheid en religieuze actoren kan worden bevorderd. Graag verwijzen we naar ons onderzoek naar de toegevoegde waarde van samenwerking met religieuze actoren en aanbevelingen om samenwerking tussen religieuze en seculiere actoren te bevorderen.

Vraag8

Innoveren op OS

Nederlandse internationale samenwerking is flexibel en kennisintensief, we zijn vernieuwend. Zo ontwikkelt Nederland nieuwe manieren van werken en partnerschappen die daarna door bijv. de Europese Commissie en Wereldbank worden opgepakt of opgeschaald. De Nederlandse internationale samenwerking fungeert dus veelal als een creatieve en kennisintensieve incubator (een broedplaats voor nieuwe ideeën. Nederland is een relatief kleine donor, maar als lidstaat van de EU en via bilaterale hulp kan Nederland de zichtbaarheid van EU-hulp vergroten en additionele relevante kapitaalstromen generen.

8. Op welke manier en op welk vlak kan de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking nog meer innoveren?

(EN)
Innovative development cooperation

Dutch international cooperation is flexible and knowledge-intensive. We are also innovative, developing new ways of working and new types of partnership that are subsequently adopted or scaled up by others, like the European Commission and the World Bank. In this respect, Dutch international cooperation is like a creative and knowledge-intensive incubator. We are a relatively small donor, but as an EU member state and through bilateral aid we can make EU aid more visible and generate additional, relevant capital flows.

8. In what other ways and areas could Dutch development cooperation innovate more?

Nederland kan innoveren door actief geïntegreerd te werk te gaan in haar ontwikkelingssamenwerking. Hierbij is het van belang om mensenrechten thema’s niet te compartimentaliseren. Mensenrechten zoals de vrijheid van religie en levensovertuiging, gelijke rechten voor de vrouw, internetvrijheid en het beschermen van kwetsbare groepen zijn onderling verbonden. Als je deze thema’s tegelijk aanpakt kunnen grotere uitgaven gerichter worden gedaan waardoor hulp en ondersteuning duurzamer, impactvoller en efficiënter wordt.

Nederland kan verder innoveren door te investeren in samenwerkingen met alternatieve lokale actoren. Zo wordt de rol van (vrouwelijke) religieuze leiders, vrouwen en jongeren in het bevorderen van veiligheid en vrede vaak over het hoofd gezien. Deze actoren spelen bijvoorbeeld een belangrijke rol bij het tegengaan van radicalisering, extremisme en in mediation. Bij een geïntegreerde benadering van het tegengaan van radicalisering en extremisme is het belangrijk dat het werk en de aanpak van lokale (religieuze) actoren als vertrekpunt wordt beschouwd, waarbij internationale actoren een faciliterende en versterkende rol aannemen. Om dit te bewerkstelligen is het van belang dat het ministerie blijvend investeert in de religieuze geletterdheid van haar medewerkers en dat de kennis en ervaringen van religieuze actoren uit het Nederlandse Maatschappelijk Middenveld hierin ook expliciet een plek in krijgt. Zij zijn bij uitstek partij om - in samenwerking met kennisinstellingen - bij te dragen aan het bevorderen van religious literacy.

Daarnaast kan Nederland zich inzetten voor een digitale vorm van vredesopbouw. In ons dagelijks werk zien onze leden dat de internetvrijheid, vrijheid van meningsuiting en vrijheid van religie en levensovertuiging onder druk staan. Investeren in internetvrijheid in internet-repressieve samenlevingen zal bijdragen aan meer digitale veiligheid. In ons werk zien we dat sociale media een belangrijke en krachtige rol kunnen spelen in het versterken van de stemmen van onderdrukte en gediscrimineerde minderheden en in het tegengaan van “hate speech” en polarisatie op gemeenschapsniveau, nationaal en internationaal niveau. Als lokale mensenrechtenverdedigers en (religieuze) gemeenschapsleiders meer vrijheid ervaren op het internet zal hen dat de ruimte geven om veilig hun stem te laten horen bij een breder publiek en inclusie en vrede te promoten.

Vraag9

Een donor met durf

De Nederlandse internationale inzet is gedurfd, omdat we financiële investeringen koppelen aan onze diplomatieke inzet en expertise. We continueren thema’s waar we traditionele meerwaarde hebben: seksuele en reproductieve rechten en gezondheid (SRGR), water, voedselzekerheid en veiligheid & rechtsorde. Daarbij kunnen we nog meer gebruik maken van het diplomatieke gewicht van o.a. de EU. We investeren in systeemverandering om te zorgen dat we de SDG’s in 2030 realiseren. Met systeemverandering bedoelen we dat we de systemen die armoede en ongelijkheid in stand houden aanpakken.

9. Op welke manier/welk vlak kan Nederland als donor nog meer durf te tonen?


(EN)
A bold donor

Dutch international efforts can be characterised as bold, because we link financial investment to diplomatic efforts and expertise. We will continue our work on themes where we have always added value: sexual and reproductive health and rights (SRHR), water, food security, and security and the rule of law. We will also make better use of the diplomatic weight of the EU. To ensure we achieve the SDGs by 2030, we will invest in systemic change, i.e. tackling the structures that maintain poverty and inequality.

9. In what ways or areas could the Netherlands, as a donor, be even bolder?
Het maatschappelijk middenveld is van onschatbare waarde als het gaat om investeren in een land. Samenwerken met het maatschappelijk middenveld is dus van uiterst belang. Om daarin durf te tonen zijn een aantal zaken van belang. Allereerst mag de overheid in de lokalisatie agenda van het ministerie meer durf tonen door het maatschappelijk middenveld (nog) meer te betrekken. Als we ontwikkelingssamenwerking willen vormgeven door de lokale actoren meer te betrekken bij het proces, dan moet hierin ook worden geïnvesteerd. Op deze manier bieden we lokale actoren de middelen om verandering tot stand te brengen. Daarnaast zijn er unieke mogelijkheden in het betrekken van religieuze actoren. Nederland is tot op heden relatief terughoudend geweest om religie en de rol van religieuze actoren actief mee te nemen in beleidsontwikkeling op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. Aangezien ruim 80% van de wereldbevolking zichzelf als religieus identificeert, hebben religieuze actoren een enorm potentieel om de lokale bevolking te ondersteunen en beïnvloeden. Het is dus van belang dat zij actief worden geraadpleegd bij besluitvormingsprocessen op het gebied van lange termijn ontwikkeling. Daarom is het nodig dat Nederland, naast haar huidige inzet op het mensenrecht van vrijheid van religie en levensovertuiging, de rol van religie actiever mee gaat nemen in haar ontwikkelingssamenwerkingsbeleid in brede zin. Daarvoor dienen diplomaten goede kennis te hebben van de rol van religie in de landen waar Nederland werkzaam is, dat zal namelijk samenwerking bevorderen en misverstanden wegnemen. In deze ontwikkeling is het ambassade niveau van groot belang. Zij is namelijk de cruciale spil die Nederland en lokale actoren met elkaar kan verbinden. Wij pleiten daarom voor inzet op kennisdeling en het voeren van een open dialoog. Bovendien is het noodzakelijk dat medewerkers religieus geletterd zijn en op die manier lokale actoren (en vooral religieuze leiders) kunnen betrekken bij de ontwikkeling en uitvoering van beleid. Verder roepen wij het ministerie op om stappen te zetten in de ontwikkeling van NAP op CVE/PVE (zoals NAP WPS). Betrek religieuze leiders, vrouwen en jongeren in aanpak van radicalisering en gewelddadig extremisme in de ontwikkeling van actieplannen (PVE/ CVE), maar ook als het gaat over analyse voor preventie en verbinding veiligheidsactoren – maatschappelijke actoren.

Vraag10

Afrondende algemene vraag

10. Heeft u nog andere punten van aandacht die u vindt dat meegenomen dienen te worden in de nieuwe beleidsnota?


(EN)
General closing question

10. Are there any other points that you believe should be included in the new policy document?

Wij ondervinden in ons dagelijks werk dat lokale organisaties beter betrokken kunnen worden bij internationale hulpverlening. Als het gaat om het bieden van humanitaire hulp ligt de besluitvorming nog grotendeels in handen van het ‘Noorden’. Dit terwijl lokale organisaties in nood contexten vaak veel beter weten wat de behoeftes zijn van gemeenschappen en waar hulp het meest nodig is, ook op de lange termijn.

De overheid kan de kennis van lokale organisaties inzetten door financieringsstructuren te wijzigen zodat deze meer toegankelijk zijn voor lokale organisaties. Daarnaast zijn lokale organisaties gebaat bij financiering die direct voor hen toegankelijk is. Lokaal eigenaarschap is cruciaal voor de effectiviteit en duurzaamheid van hulpverlening. Daarom is het belangrijk om in religieuze contexten samen te werken met religieuze actoren aangezien zij lokaal vaak sterk zijn geworteld en daarom bij uitstek belangrijk zijn om mee te nemen in noodhulp interventies. Ook genieten lokale organisaties lokaal vaak groot vertrouwen en zijn zij een duurzame factor in gemeenschappen. Religieuze actoren, zoals bijvoorbeeld leiders van lokale kerken, zijn veelal toegerust om samen met de gemeenschap hulp te verlenen bij rampen en conflicten. Ook spelen ze vaak een belangrijke rol in het voorkomen van conflict en proberen ze verschillen te overbruggen.

Wij roepen dan ook op op de rol van religieuze actoren mee te nemen in analyses van context, machtsverhoudingen en stakeholders, als ook in de ontwikkeling van programma’s omtrent noodhulp. Financiering voor lokale religieuze organisaties kan worden beperkt door zowel een gebrek aan capaciteit binnen lokale religieuze organisaties als door een gebrek aan begrip van de kant van de internationale ontwikkelingsactoren over hoe ze werken. Het is daarom van groot belang dat het ministerie enerzijds investeert in de capaciteitsversterking van lokale actoren en anderzijds investeert in kennis over lokale contexten, waaronder in kennis over de religieuze context van veel landen waarin Nederland werkzaam is.

Bijlage