Besluit tot wijziging van het Bouwbesluit 2012 in verband met de introductie van een stelsel van certificering voor werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties

Reactie

Naam Nederlandse Haarden en Kachelbranche (mr drs B.J.G. de Groot)
Plaats Ede
Datum 7 april 2019

Vraag1

U kunt een reactie geven op het gehele besluit en/of de nota van toelichting.
L.S.,

Graag maak ik gebruik van uw uitnodiging om te reageren op bovengenoemd besluit in conceptvorm. Het voorstel heeft namelijk directe gevolgen voor fabrikanten van gesloten gasgestookte haarden en kachels.

Volgens het concept, artikel 1.34, lid 2 alinea b en c, valt het uitvoeren van reparatiewerkzaamheden en uitvoeren van onderhoud onder de werkzaamheden die onder de certificaatplicht gaan vallen.

Mijn vraag gaat over de begrenzing van de verantwoordelijkheid over het koolmonoxide-vrij opereren van een gasgestookte installatie tussen degene die de gasinstallatie in bedrijf heeft genomen en degene die later om een technisch mankement te verhelpen al dan niet werkzaamheden aan diezelfde installatie uitvoert.

In artikel 1.36 lid 2 alinea e wordt gesteld dat een inbedrijfstelling bij de certificerende instantie moet worden gemeld na afronding van werkzaamheden door de certificaathouder.

Het adagium; degene die als laatste aan een installatie heeft gewerkt en dit meldt neemt de volledige aansprakelijkheid voor het koolmonoxide vrij opereren over is in de praktijk een niet werkbare, en bovendien onwenselijke situatie. Koolmonoxide lekken kunnen namelijk meerdere oorzaken hebben. Indien een monteur aan een defecte brander werkt zou het onterecht zijn om hem ook verantwoordelijk te maken voor de montage en werking van bijvoorbeeld de rookgasafvoer. Deze laatste is namelijk na inbouw niet zichtbaar voor de tweede monteur.

Biedt het Besluit de mogelijkheid om de certificaathouder deelwerkzaamheden te laten melden, waaruit blijkt welke potentieel koolmonoxide gevaar opleverende werkzaamheden hij heeft uitgevoerd, maar ook welke dus juist niet? Een monteur van een fabrikant die slechts de batterijen van de ontsteker vervangt kan niet verantwoordelijk gemaakt worden voor het koolmonoxide vrij opereren van de gehele installatie.

Of denkt de Minister aan een systeem waarbij de totale verantwoordelijkheid blijft rusten bij degene die de haard de eerste keer in gebruik heeft genomen, en moeten vervolg werkzaamheden aan de eerste ingebruiksteller worden gemeld?

Indien gewenst ben ik graag bereid e.e.a. verder nader toe te lichten,

Met vriendelijke groet,

Mr drs B.J.G. de Groot

Voorzitter Nederlandse haarden en Kachelbranche