Beleidsreactie inzake NZa-rapport MGZ

Reactie

Naam Vereniging SPOT (mr. A. Reinders)
Plaats Naarden
Datum 15 maart 2021

Vraag1

"Wij werken eraan dat het vanzelfsprekend is dat voor alle patiënten met een complexe zorgvraag, 24 uur per dag medisch-generalistische zorg beschikbaar is op de juiste plek, in de regio.” In de beleidsreactie wordt op pagina 2 de gezamenlijke opdracht rondom medisch-generalistische zorg verder toegelicht.

Wat vindt u van deze opdracht?
SPOT vindt het belangrijk dat cliënten met een (incidentele) complexe zorgvraag 24/7 een beroep kunnen doen op medisch-generalistische zorg, waarbij de financiering en de verantwoordelijkheden helder zijn. Op dit moment is dit voor kleinschalige woonzorgaanbieders een stevige uitdaging omdat het vastleggen van verantwoordelijkheden in de samenwerking met andere professionals stokt. Vooral voor wat betreft de medische verantwoordelijkheid in de avond, nacht en weekenden (uit eigen onderzoek blijkt overigens dat het beroep op MGZ tijdens de ANW in kleinschalige zorginstellingen beperkt is). We zien daarin vier knelpunten die ook in de beleidsreactie van de minister terugkomen: onduidelijkheid over verantwoordelijkheid, ontbreken van een gedegen financieringsgrondslag, soms lastige interdisciplinaire samenwerking en een tekort aan ter zake gespecialiseerde deskundigen.

Het lijkt ons derhalve van groot belang om deze knelpunten op te lossen. Voor SPOT is hierbij ontwikkeling 3 op pagina 3 in de beleidsreactie een belangrijk uitgangspunt: Nieuwe organisatievormen in een veranderend zorglandschap. De achterban van SPOT bestaat uit kleinschalige aanbieders van thuis- en verpleeghuiszorg. Het betreft veelal ondernemers die de vraag van de cliënt uitstekend kennen en als antwoord op maatschappelijke ontwikkelingen klantgerichte en innovatieve vormen van wonen met zorg bieden. SPOT vertegenwoordigt hiermee een groep aanbieders die een belangrijke bijdrage kan leveren aan het ontwikkelen van beleid dat realistisch is en passend bij de huidige en toekomstige praktijk waarin de zorgvraag groter en complexer is dan de financiële middelen, arbeidskrachten en faciliteiten die beschikbaar zijn.

Aandachtpunt in het kader van de verbetering van de toegang tot MGZ is dat in kleinschalige woonvormen niet alleen Wlz-cliënten wonen, maar ook cliënten met bijvoorbeeld een indicatie Zvw-ELV/Zvw-Wijkverpleging of Wmo. De ontwikkeling van het nieuwe beleid lijkt volledig te zijn toegespitst op cliënten met een Wlz-indicatie maar SPOT raadt aan om de toegang tot MGZ voor cliënten in woonzorginstellingen met een andere indicatie dan een Wlz-indicatie ook in de beleidsontwikkeling mee te nemen.

Vraag2

De NZa doet in haar rapport ‘Onderzoek medisch-generalistische zorg voor Wlz-patiënten’ twee aanbevelingen. De eerste aanbeveling van de NZa richt zich op samenwerkingsafspraken. Op pagina 4 van de beleidsreactie reageert de minister op deze aanbeveling.

Wat vindt u van de reactie van de minister?
We herkennen de constateringen van de NZa en de daaruit voortvloeiende aanbeveling om beter (interdisciplinair) samen te gaan werken. Naar onze mening is er sprake van een urgente situatie die vraagt om een helder kader waarin verantwoordelijkheden en financiering van MGZ voor Wlz-cliënten geregeld zijn. Samenwerkingsafspraken kunnen naar onze mening het best tot stand komen onder coördinatie van een regionale regievoerder die toeziet op de naleving van de afspraken door betrokkenen. Bijvoorbeeld het Zorgkantoor met een coördinerende regierol.

Ook de zorgaanbieder zelf heeft een essentiële verantwoordelijkheid in de samenwerking, bijvoorbeeld door actieve deelname aan (regionale) samenwerkingsoverlegvormen en professionalisering van de eigen zorgteams. Wij zien in de coördinatie van samenwerkingsafspraken bovendien een rol weggelegd voor de HAP of regionale doksterwacht.
Door (verbetering van de) gerichte inzet van verpleegkundig specialisten en verpleegkundigen/taakherschikking kan een deel van de MGZ worden opgevangen, waardoor de huisarts en SO voor een deel kunnen worden ontlast. Deze taakherschikking kan ook een bijdrage leveren aan beperking van de dure ANW-achtervang.

Vraag3

Op pagina 5 t/m 8 van de beleidsreactie reageert de minister op de aanbeveling van de NZa om medisch-generalistische zorg volledig onder te brengen in de Zorgverzekeringswet (Zvw) of Wet langdurige zorg (Wlz). Er worden vier thema’s beschreven die van belang worden gevonden bij het maken van een keuze voor de Zvw of Wlz.

- Welke van deze vier thema’s vindt u het meest van belang, en waarom?
- Zijn er nog andere thema’s die u van belang vindt bij het maken van een keuze voor de Zvw of Wlz?
- Zo ja, kunt u toelichten welke thema's dit zijn en waarom u deze thema's van belang vindt?
We vinden vooral de eerste 2 thema’s die worden genoemd in de beleidsreactie belangrijk maar achten duidelijkheid over de zorgplicht en rolverdeling net iets essentiëler om MGZ in kleinschalige zorginstellingen goed vorm te kunnen geven. Op dit moment staat verwarring over de verantwoordelijkheid MGZ -en daarmee ook het financieringsvraagstuk- o.i. behoorlijk in de weg bij het goed verankeren van de toegang tot MGZ.
Naar onze mening worden thema 3 en 4 eenvoudiger bereikt als aan thema’s 1 en 2 gedegen invulling wordt gegeven.

- Zijn er nog andere thema’s die u van belang vindt bij het maken van een keuze voor de Zvw of Wlz?
Ja.

- Zo ja, kunt u toelichten welke thema's dit zijn en waarom u deze thema's van belang vindt?
Wij verwachten dat het Zorgkantoor op het gebied van MGZ een betere positie heeft dan de zorgverzekeraar. Ondermeer doordat het Zorgkantoor beter in staat is om op regionaal niveau de samenwerking tussen professionals te bevorderen.

Vraag4

Op pagina 5 t/m 8 van de beleidsreactie reageert de minister op de aanbeveling van de NZa om medisch generalistische zorg volledig onder te brengen in de Zorgverzekeringswet (Zvw) of Wet langdurige zorg (Wlz).

- Is het denkbaar dat de medisch-generalistische zorg in zijn geheel wordt ondergebracht in de Zvw? Wat is daar, in uw ogen, voor nodig?
- Is het denkbaar dat de medisch-generalistische zorg in zijn geheel wordt ondergebracht in de Wlz? Wat is daar, in uw ogen, voor nodig?
Vanuit het perspectief van SPOT dient de MGZ in zijn geheel te worden ondergebracht in de Wlz. MGZ richt zich op cliënten met een langdurige, 24-uurs zorgvraag. Deze groep cliënten, verpleeghuiszorg cliënten, bevindt zich in een intramurale setting, kleinschalige woonzorghuizen, diverse vormen van geclusterde woonvormen met zorg en in toenemende mate in de thuissituatie. De grondslag van de zorgvraag van deze groep ‘verpleeghuiszorg’-cliënten is verankerd in de Wlz, ook in de toekomst. Het onderbrengen van MGZ in de Wlz is daarmee toekomstbestendig.

Vraag5

Het geheel onderbrengen van medisch-generalistische zorg in de Zorgverzekeringswet (Zvw) of Wet langdurige zorg (Wlz) leidt tot een meerjarig traject met een wetswijziging, budgettaire verschuivingen tussen Wlz en Zvw, eventuele aanpassingen van de bekostiging en verschuiving van de zorginkoop.

- Welke aspecten vindt u van belang om in de tussentijd aan te pakken, om beschikbaarheid, toegankelijkheid en organiseerbaarheid van medisch-generalistische zorg te kunnen blijven garanderen?
- Welke rol ziet u hierbij voor uzelf of uw organisatie?
Onduidelijkheid over financiering vormt in de praktijk een knelpunt voor goede samenwerking op het gebied van MGZ. Verduidelijking en uitbreiding van de financieringstitels vooruitlopend op een wetswijziging lijkt ons daarom van groot belang. Daarnaast is het wenselijk dat de coördinerende regionale regierol spoedig wordt ingevuld zodat onder coördinatie van deze regisseur regionaal kan worden gestart met het uitwerken van taken en verantwoordelijkheden van huisarts, HAP, SO en zorgaanbieder.

SPOT levert graag vanuit het perspectief en de praktijk van de kleinschalige zorgaanbieder (thuiszorg en verpleeghuiszorg) een actieve bijdrage aan de voorbereiding van wetswijzigingen en tussentijdse maatregelen, zodat er een kader tot stand komt dat gedegen aansluit op de praktijk. Tevens zien we het als onze rol om onze achterban goed voor te lichten over de ontwikkelingen op het gebied van MGZ (ook als het gaat om de verantwoordelijkheden van de (woon)zorgaanbieder).