Discussiestuk 'Zorg voor de Toekomst'

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Amersfoort
Datum 29 januari 2021

Vraag1

Herkent u zich in de drie thema’s als de thema’s waar de komende jaren meer verandering op nodig is?

Ja, in algemene zin kunnen wij ons vinden in de genoemde thema’s.
Het Diabetes Fonds juicht de centrale rol voor de thema’s Preventie en Gezondheid in de nota toe.

Vraag2

Herkent u de knelpunten die op (één van) de drie thema’s worden genoemd, of missen er nog belangrijke knelpunten?
Het Diabetes Fonds herkent zich in de constatering dat financiële (productie-)prikkels te dominant zijn in het huidige zorgbeleid. De nadruk zou in plaats hiervan moeten liggen op het belonen van gezondheid. Dat begint bij investeren in een gezonde leefstijl. Voor dit punt verwijzen we naar de inbreng van de Samenwerkende Gezondheidsfondsen (SGF). Binnen de SGF werken het Diabetes Fonds, Hartstichting, Nierstichting en Maag Lever Darm Stichting in de Alliantie Voeding voor de Gezonde Generatie samen met partners Gemeente Amsterdam, JOGG, UNICEF Nederland en nog zestien andere gezondheidsfondsen aan één doel: de omgeving nú gezonder maken, zodat ieder kind in Nederland een gezond voedingspatroon heeft. Zo werken we toe naar de gezondste generatie ooit in 2040.

Vraag3

Welke beleidsopties die genoemd worden bij de drie thema’s leveren volgens u een belangrijke bijdrage aan de houdbaarheid van ons zorgstelsel?
Bevorderen van eigen regie: Het Diabetes Fonds pleit ervoor mensen in staat te stellen gezonder te leven, onder meer door meer te gaan bewegen en door een leefstijlinterventie te gaan doen. Mensen die chronisch ziek zijn moeten in staat worden gesteld om de regie te nemen en waar mogelijk zelf aan hun gezondheid te werken, bijvoorbeeld door de Gecombineerde Leefstijlinterventie. Dat is vooral belangrijk voor de doelgroepen prediabetes en diabetes type 2.
Overheidsmaatregelen voor meer gezonde keuzes: Iedere dag krijgen Nederlanders gemiddeld 30 procent te veel suiker binnen. Een belangrijke reden hiervoor is dat de consument onvoldoende informatie krijgt en verleid wordt om een ongezonde keuze te maken. Het is daarom essentieel dat er meer aandacht komt voor het vergroten van gezondheidsmaatregelen, onder alle lagen van de samenleving. Uit recente onderzoeken blijkt dat de consument moeite heeft gezond van ongezond te onderscheiden. Bovendien past slechts één op de vijf supermarktaanbiedingen binnen de Schijf van Vijf. Hier ligt een rol voor de overheid om maatregelen te nemen om de gezonde keuze te stimuleren.
Gezondheid op het werk: De werkplek is bij uitstek een plek waar door middel van kleine ingrepen, de gezonde keuze gestimuleerd kan worden. Bijvoorbeeld in bedrijfskantines.

Vraag4

Heeft u concrete suggesties om bepaalde opties nader te concretiseren en praktisch vorm te geven?
Prijsdifferentiatie voor gezondere voeding: Onderzoek heeft uitgewezen dat prijsdifferentiatie op suikergehalte een effectieve maatregel is die consumenten verleidt minder suikerrijke dranken te consumeren en producenten ertoe aanzet om minder suiker in hun dranken toe te voegen. Dit zou een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het tegengaan van overgewicht.
Gecombineerde leefstijlinterventie: Er is nog onvoldoende kennis over leefstijlinterventie en er zijn nog weinig bewezen effectieve interventies. Er is meer (wetenschappelijk) onderzoek nodig naar welke leefstijlinterventies kansrijk zijn en dus geaccrediteerd kunnen worden door het Zorginstituut. Bovendien moet – in het kader van het bevorderen van eigen regie – de toegankelijkheid van leefstijlinterventies worden verbeterd. Dat kan door de contractering door zorgverzekeraars te verbeteren.
Productsamenstelling: Om producenten ertoe aan te zetten om de gezonde keuze makkelijker te maken, staan wij de volgende acties voor: Een ambitieuze hoofddoelstelling op inname van zout, verzadigd vet en suiker met een heldere tijdslijn. Ambitieuze jaarlijkse reductiedoelen voor alle productgroepen die significante impact hebben op de inname van zout, verzadigd vet en suiker. Een heldere tijdslijn met jaarlijkse onafhankelijke monitoring om de voortgang zichtbaar te maken inclusief nulmeting met openbare toegankelijke rapportage. Bindende afspraken voor voedingsmiddelenbedrijven om reductietargets te behalen via wet- en regelgeving inclusief door de overheid op te leggen sancties bij het niet nakomen van de afspraken.

Bijlage