Zoekresultaat

160 resultaten
U heeft gezocht op: Politie

Sorteren op:
  • Besluit kiescollege niet-ingezetenen

    Een grondwetswijziging ter oprichting van een kiescollege voor niet-ingezetenen wordt behandeld in tweede lezing. Het kiescollege geeft Nederlanders in het buitenland (indirect) invloed op de samenstelling van de Eerste Kamer, via het kiezen van een kiescollege dat meestemt bij de Eerste Kamerverkiezing. Het wetsvoorstel Wet kiescollege niet-ingezetenen werkt dit verder uit. Enkele onderdelen van dit wetsvoorstel vergen nadere uitwerking in een algemene maatregel van bestuur.

  • Wijziging van de Wet wapens en munitie (verkoop en dragen van messen)

    Het Ministerie van JenV bereidt ter uitvoering van het Actieplan wapens en jongeren een aanpassing voor van de Wet wapens en munitie om de verkoop aan minderjarigen van (bepaalde) gebruiksmessen en het dragen daarvan in de openbare ruimte te verbieden. 

  • Wet Digitaal vergaderen decentrale overheden

    Dit wetsvoorstel maakt digitaal vergaderen permanent mogelijk voor gemeenteraden, provinciale staten, eilandsraden en algemene besturen van waterschappen. Als het wetsvoorstel in werking treedt, hebben deze decentrale volksvertegenwoordigingen voortaan de mogelijkheid om te kiezen tussen een fysieke en een digitale vergadering.

  • Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met verdere versterking van de aanpak van ondermijnende criminaliteit

    Dit conceptwetsvoorstel maakt het inbouwen van een verborgen ruimte in een vervoermiddel strafbaar. Ook voorgesteld wordt strafbaar te stellen het beschikken over een vervoermiddel in de wetenschap dat in dat vervoermiddel een verborgen ruimte is aangebracht. 

  • Regeling kiescollege niet-ingezetenen

    Het Grondwetsvoorstel dat strekt tot invoering van een nieuw in te stellen kiescollege voor niet-ingezetenen voor de verkiezing van de Eerste Kamer is aangenomen in tweede lezing. De uitwerking van het grondwetsvoorstel moet geregeld worden in een uitvoeringswet. In dat wetsvoorstel zitten verschillende grondslagen om bij ministeriële regeling nadere regels te stellen en modellen vast te stellen. Deze regeling dient hiertoe.

  • Wet regels gewezen bewindspersonen

    Het kabinet heeft in een brief aan de Tweede Kamer wetgeving aangekondigd met regels voor het vervolgen van de loopbaan van afgetreden bewinds­personen (ministers en staatssecretarissen). Er is behoefte aan meer houvast door duidelijker gedragsregels zodat de gewezen bewindspersoon zijn eigen verantwoordelijkheid beter kan nemen bij het vervolgen van zijn maatschappelijke carrière.

  • Wijzigingen in Arbeidsomstandighedenbesluit door invoering registratieplicht duikberoepen e.a.

    Voor arbeid met vuurwerk en duikarbeid zijn certificatieverplichtingen van kracht die voor kleine beroepsgroepen relatief kostbaar zijn en veel kennis over accreditatienormen en certificatietechniek vragen. Deze verplichtingen worden omgezet naar registratieverplichtingen die goedkoper en eenvoudiger te hanteren zijn, zonder dat dit inboet op de veiligheid en de gezondheid. Daarnaast worden onder meer wijzigingen doorgevoerd op het gebied van arbeidsgezondheidskundig onderzoek bij duikarbeid.

  • Besluit verhoging vergoeding Statenleden en leden algemeen bestuur waterschappen

    De beloning voor de leden van Provinciale Staten en de leden van het algemeen bestuur van de waterschappen wordt verhoogd. De reden hiervoor is onder andere dat de taak van deze leden zwaarder is geworden. Ook is de huidige beloning te laag om de gederfde inkomsten uit werk te compenseren. 

  • Conceptwetsvoorstel Wet minimumbelasting 2024 (Pijler 2)

    In het Inclusive Framework (IF) georganiseerd door de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) is in 2021 een politiek akkoord bereikt over de herziening van het internationale belastingstelsel (IF-akkoord). Deze herziening van het internationale belastingstelsel bestaat uit twee pijlers. De eerste pijler (Pijler 1) van het IF-akkoord betreft het aanpassen van de regels over belastbare aanwezigheid en winsttoerekening. Daardoor kan onder voorwaarden ook belasting worden geheven in landen waar een multinational klanten heeft zonder dat het bedrijf daar fysiek aanwezig is. Dit betekent dat de belastbare winst in die landen zal toenemen. De tweede pijler (Pijler 2) van het IF-akkoord ziet op maatregelen om te waarborgen dat multinationals altijd ten minste een minimumniveau aan winstbelasting betalen. Op 20 december 2021 heeft het IF de modelteksten gepubliceerd waarmee de deelnemende landen Pijler 2 in hun nationale wetgeving kunnen omzetten. Om ervoor te zorgen dat de Pijler 2-maatregelen binnen de Europese Unie (EU) op dezelfde wijze in nationale wetgeving worden omgezet (het creëren van een gelijk speelveld) en om de verenigbaarheid met het Europees recht te verzekeren, heeft de Europese Commissie (EC) op 22 december 2021 een richtlijnvoorstel gepubliceerd tot waarborging van een (mondiaal) minimumniveau van belastingheffing van multinationale groepen en omvangrijke binnenlandse groepen in de EU. Het richtlijnvoorstel bevat de modelteksten voor de EU-lidstaten. De rechtsbasis van het richtlijnvoorstel is artikel 115 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) dat de EU toestaat om richtlijnen vast te stellen voor de onderlinge aanpassingen van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten die rechtstreeks van invloed zijn op de interne markt, en waarvoor unanimiteit alsmede de raadplegingsprocedure vereist zijn.

  • Wijzigingsbesluit verwijzingsportaal bankgegevens

    Het wetsvoorstel Wijzigingswet verwijzingsportaal bankgegevens en daarmee ook het ontwerp Wijzigingsbesluit verwijzingsportaal bankgegevens maken onderdeel uit van het Plan van aanpak witwassen. Deze wetgeving maakt het mogelijk dat opsporingsdiensten die nu al wettelijk bevoegd zijn om saldo- en transactiegegevens op te vragen bij banken, hiervoor in het vervolg gebruik kunnen maken van het verwijzingsportaal bankgegevens in plaats van deze gegevens handmatig op te vragen. Het gaat daarbij alleen om bevragingen aan banken met meer dan 2,5 miljoen rekeninghouders. Hierdoor kunnen opsporingsdiensten veiliger en sneller beschikken over de juiste saldo- en transactiegegevens, die nu nog via papieren weg worden verstrekt. Het wetsvoorstel en dit besluit bevatten geen uitbreiding van bevoegdheden van autoriteiten om informatie bij banken op te vragen.