Zoekresultaat

94 resultaten
U heeft gezocht op: Burgerlijk recht

Sorteren op:
  • Uitvoeringswet digitalemarktenverordening (Digital Markets Act)

    Op 1 november 2022 is de Europese digitalemarktenverordening (Verordening (EU) 2022/1925) (Digital Markets Act, hierna: DMA) in werking getreden. Voor de goede werking van de DMA is nationale uitvoeringsregelgeving nodig. De DMA bevat regels voor de allergrootste online platforms. Deze platforms kwalificeren door hun aanzienlijke marktpositie als zogenoemde poortwachters. Zakelijke gebruikers of eindgebruikers kunnen vanwege die marktpositie niet of nauwelijks meer om die platforms heen. Doel van de DMA is om gebruikers van die platforms beter te beschermen en te zorgen voor beter werkende digitale markten.

  • Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren

    De Wet normalisering rechtspositie ambtenaren regelt dat ambtenaren die in dienst zijn van een overheidswerkgever voortaan op grond van een arbeidsovereenkomst in plaats van een aanstelling werkzaam zijn. Om deze wet te kunnen in- en uitvoeren, moeten de wetten van de ministeries worden aangepast. De wetgevingsoperatie is technisch van aard.

  • Wetsvoorstel normalisering rechtspositie ambtenaren in het onderwijs

    Met dit wetsvoorstel wordt het private arbeidsrecht uit het Burgerlijk Wetboek van toepassing op het personeel dat werkzaam is in openbare scholen en instellingen in de bovengenoemde onderwijssectoren. Het voorstel regelt dat het ambtenarenrecht, dat nu nog geldt voor de openbare scholen en instellingen, straks niet meer van toepassing is. De bijzondere scholen en instellingen vielen al buiten de Ambtenarenwet, waardoor het private arbeidsrecht daar altijd al heeft gegolden.

  • Wetsvoorstel platform-to-business

    Met het wetsvoorstel publiek toezicht ‘platform-to-business verordening’ krijgt de Autoriteit Consument en Markt (ACM) de bevoegdheid de Europese platform-to-business verordening te handhaven. Het wetsvoorstel voorziet ook in een wijziging van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering, om de verhouding tussen de bepalingen uit de verordening over collectieve rechtsvorderingen en het nationale recht te verduidelijken.