Zoekresultaat

94 resultaten
U heeft gezocht op: Burgerlijk recht

Sorteren op:
  • Wet kwaliteitsborging voor het bouwen

    Met dit wetsvoorstel wordt een nieuw stelsel van kwaliteitsborging voor het bouwen geïntroduceerd, waarbij voor bepaalde categorieën bouwwerken gebruik dient te worden gemaakt van toegelaten instrumenten voor kwaliteitsborging om te waarborgen dat aan de bouwtechnische voorschriften kan worden voldaan. Voorts wordt voorzien in enkele wijzigingen van het Burgerlijk Wetboek ter versterking van de privaatrechtelijke positie van de bouwconsument.

  • Wet Mediation

    De consultatie betreft het voorontwerp van een initiatiefwetsvoorstel van Tweede Kamerlid Ard van der Steur over mediation. Het geheel bestaat uit drie wetten: 1. Wet registermediator; 2. Wet bevordering van mediation in het burgerlijk recht; 3. Wet bevordering van mediation in het bestuursrecht. De memorie van toelichting volgt op de wetsvoorstellen. Het algemeen deel van de memorie van toelichting van alle drie de wetsvoorstellen is gelijk.

  • Wet minimumuurloon

    Dit wetsvoorstel brengt wijzigingen aan in de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (WML) om te komen tot een voor elke onder de reikwijdte van de WML vallende werkende geldend uniform minimumuurloon. De introductie van een uniform wettelijk minimumuurloon leidt tot een eerlijker en transparanter minimumloon voor iedereen. Daarnaast is het noodzakelijk om de handhaving te versterken.

  • Wet opheffing verpandingsverboden

    In het zakelijke rechtsverkeer heeft zich een contractuele praktijk ontwikkeld waarbij de overdracht of verpanding van geldvorderingen op naam vaak wordt uitgesloten. Daardoor kunnen deze vorderingen niet worden ingezet voor financieringsdoeleinden. Dit leidt tot een verlies aan mogelijke kredietruimte, met name voor het mkb. Dit voorontwerp tot wijziging van m.n. artikel 3:83 BW strekt ertoe om aan deze contractuele praktijk, evenals bijvoorbeeld in Oostenrijk en Duitsland, een einde te maken.

  • Wet opleggen betalingsregeling door de rechter

    Art. 6:29 BW bepaalt dat de schuldenaar zonder toestemming van de schuldeiser niet bevoegd is het verschuldigde in gedeelten te voldoen. Dit betekent dat de rechter alleen met medewerking van de schuldeiser een betalingsregeling kan opleggen. Het kunnen opleggen van een passende betalingsregeling kan bijdragen aan het voorkomen dat schuldenaren (verder) in de financiële problemen raken. Art. 6:29 BW wordt daarom aangevuld met de mogelijkheid dat ook tegen de wil van een schuldeiser door de rechter een betalingsregeling kan worden opgelegd wanneer het op grond van de redelijkheid en billijkheid niet van de schuldenaar kan worden gevergd dat hij zijn vordering in één keer betaalt. Hierbij mag dan geen sprake zijn van onevenredige benadeling van de schuldeiser en dienen beide partijen zich over de regeling te kunnen uitlaten.

  • Wet overgang van onderneming in faillissement

    Met dit wetsontwerp en deze ministeriële regeling wordt een nieuwe regeling ingevoerd betreffende de positie van werknemers in faillissement. In het bijzonder betreft het de rechten van werknemers bij een overgang van onderneming in faillissement.

  • Wet overgang van onderneming in faillissement

    Met dit wetsvoorstel en de bijbehorende ministeriële regeling wordt de positie van werknemers in faillissement verbeterd, met name in geval van een overgang van een onderneming (doorstart) in faillissement.

  • Wet scheiden zonder rechter

    Dit wetsvoorstel regelt dat echtscheiding voor echtgenoten zonder minderjarige kinderen en die het eens zijn over de echtscheiding mogelijk wordt via de burgerlijke stand in plaats van via de rechter

  • Wet tot wijziging van de Wet collectieve afwikkeling massaschade

    Aanpassing en verbetering van de Wet collectieve afwikkeling massaschade

  • Wet verbetering verenigingen van eigenaars

    Dit wetsvoorstel strekt tot aanpassing van het appartementsrecht in het Burgerlijk Wetboek met als doel onderhoud aan appartementsgebouwen te verbeteren en verduurzaming van gebouwen die in beheer zijn van Verenigingen van Eigenaars (VvE’s) te stimuleren. Er wordt een verplichte vulling van het reservefonds voorgesteld waarin een meerjaren onderhoudsplan of een reservering van 0,5% van de herbouwwaarde van het gebouw leidend is. Verder wordt de mogelijkheid om een lening aan te gaan verbeterd.