Wet centralisatie ondersteuning onderwijs aan zieke leerlingen en studenten

Reactie

Naam Anoniem
Plaats landelijk
Datum 22 maart 2022

Vraag1

Denkt u dat met de beoogde nieuwe structuur, een landelijke organisatie met een regionale infrastructuur, de positieve punten van de oude structuur, zoals nabijheid, laagdrempeligheid en snelheid, voldoende worden behouden?
De nieuwe beoogde structuur zal de positieve punten niet per se behouden of ondermijnen, dit valt of staat met de uitvoering door de stichting, de consulenten en de organisaties waarbinnen/-mee zij hun werkzaamheden uitvoeren.

Vraag2

Vindt u dat met de beoogde nieuwe structuur de toekomstbestendigheid en flexibiliteit van de voorziening voldoende worden gegarandeerd?
Een aantal punten m.b.t. toekomstbestendigheid en flexibiliteit:
*Doordat de plicht tot het onderhouden van een EV verdwijnt uit de Wet op het hoger onderwijs zijn UMC's niet meer verplicht een EV in stand te houden.
*Daarnaast wordt er niets gezegd over zieke kinderen die (nog) niet ingeschreven staan op een school, deze worden nu door consulenten richting een passende onderwijsplek begeleid. In ziekenhuizen is het niet altijd mogelijk om te werken ' in opdracht' van het bevoegd gezag van een school.
*De 12 weken limiet ontstond met in gedachten dat dit de termijn is om extra ondersteuning vanuit de samenwerkingsverbanden te krijgen. Het zou passender zijn als de wet en MvT meer ruimte lieten om de 12 weken flexibel in te zetten. Met name in ziekenhuizen is de limiet van 12 weken onwerkbaar.
*Verder is het een gemiste kans dat leerlingen/studenten op de vavo geen ondersteuning kunnen krijgen. Voor veel zieke examenleerlingen is de vavo de route om alsnog een diploma te halen, soms nadat ze een paar vakken op hun eigen school hebben gehaald. Het gaat hier (met name) over leerlingen die nog niet volwassen zijn maar het vanwege ziekte niet volledig haalden op hun middelbare school en hun startkwalificatie behalen op de vavo.
* In de toelichting staat ‘Voor zover er sprake is van het geven van onderwijs kan dit uiteraard alleen gebeuren door een ozl-consulent die daartoe bevoegd is en onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag’. Wie beslist of een consulent bevoegd is? Moet de consulent OZL een lesbevoegdheid hebben?