Instemmingsbevoegdheid medezeggenschap funderend onderwijs op hoofdlijnen begroting

Reactie

Naam Stichting BOOR (PHM Kamps)
Plaats Rotterdam
Datum 6 juni 2016

Vraag1

Geeft deze wijziging voldoende houvast voor uitvoering in de praktijk van de medezeggenschap op scholen? Waarom wel, waarom niet?
Als het doel van dit voorstel is om het gesprek tussen bestuur en medezeggenschap over de investeringen in de kwaliteit van het onderwijs te stimuleren, is geeft deze instemmingsbevoegdheid weinig houvast. De bepalingen in de WMS die de medezeggenschapsraad de instemmingsbevoegdheid geven op verandering van de onderwijskundige doelstelling van de school en de vaststelling of wijziging van het schoolplan geven dat houvast nu al in ruime mate.
Op basis van die bepalingen kan het gesprek ook veel breder worden gevoerd dan wanneer deze wordt beperkt tot een discussie over het hoe en waarom van de inzet van middelen en in welke mate dat bijdraagt aan de kwaliteit van het onderwijs. Natuurlijk moet een bestuur laten zien hoe het beleid wordt vertaald in de begroting en moet de medezeggenschap in de gelegenheid zijn daarover te adviseren, maar de uiteindelijk keuze voor de inzet van de middelen in de begroting, verhoudt zich tot meer dan alleen de kwaliteit van het onderwijs.

Vraag2

Hoe kan het begrip ‘hoofdlijnen van de begroting’ worden ingevuld, op een manier die het gesprek tussen bestuur en medezeggenschap over investeringen in de kwaliteit van onderwijs stimuleert?
Over wat als de hoofdlijnen van de begroting zou moeten worden beschouwd, zal veel discussie en misverstand ontstaan.
Juist de uitleg hoe een begroting zich verhoudt tot de kwaliteit van het onderwijs, maakt een beoordeling op 'hoofdlijnen' zo goed als onmogelijk. Daarmee wordt de bevoegdheid loos.

Vraag3

Hebt u andere reacties of suggesties bij dit wetsvoorstel? U kunt hieronder reageren
Met de vigerende codes voor goed onderwijsbestuur van vo- en po-raad is er een voldoende systeem van 'çhecks and balances'. In het geval van het openbaar onderwijs in Rotterdam, nog eens versterkt door de statutair vastgelegde verplichting dat de gemeenteraad vóór het begin van het begrotingsjaar moet instemmen met de begroting.