Instemmingsbevoegdheid medezeggenschap funderend onderwijs op hoofdlijnen begroting

Reactie

Vraag1

Het gewenste effect dat er cultuur zal ontstaan waarin het bestuur vroegtijdig de medezeggenschap zal betrekken bij keuzes teneinde de kwaliteit van onderwijs te waarborgen en te verbeteren, zal niet op deze wijze ontstaan.
Daar waar goed bestuurd wordt in het PO, wordt de medezeggenschap serieus genomen en is er al een gesprek over de keuzes. Stimuleren van slecht bestuur om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren, door het versterken van de medezeggenschap en tegenspraak zal niet gebeuren. Integendeel, daar waar het bestuur (nog) niet op orde is, zal het besturen sterk gehinderd en slechter worden doordat gemakkelijk misverstanden en daaruit conflicten ontstaan die de kwaliteit van het onderwijs niet ten goede komen. De begroting raakt daarin de kern van het besturen.
Het probleem en verschil met medezeggenschap in het PO t.o.v. het HO is dat de materie complex is en dat dat een grote professionaliteit en kennis en kunde en betrokkenheid bij bestuur en medezeggenschap vraagt.
Ouders zijn betrokken bij het onderwijs van hun kinderen maar daarmee niet deskundig, geïnteresseerd en betrokken hoe daarin een goede kwaliteit wordt bereikt.
Er is een tendens waarneembaar naar een opstelling als consument , niet als medebestuurder. Voor het PO en VO is nog steeds, in tegenstelling tot het HO, een onderwijsbevoegdheid vereist. In het PO, meer nog dan het VO, stemmen de ouders met hun voeten. Slechte keuzes die leiden tot een slechte kwaliteit van onderwijs, maken dat ouders kiezen voor andere scholen: de uiteindelijke check & balance.
Daarbij wijzigt de samenstelling en bemensing van de medezeggenschap voortdurend in hoog tempo.

Vraag2

Zie antwoord vraag 1

Vraag3

Laten zoals het nu gereld is.