Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20..
Reactie
|
Naam
|
A.W. Vries, de
|
|
Plaats
|
Hoorn
|
|
Datum
|
13 augustus 2015
|
Vraag1
Wat vindt u van dit voorstel voor een nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten? U wordt verzocht aan te geven op welke onderdelen van het wetsvoorstel of de memorie van toelichting uw reactie betrekking heeft.
Het sleepnet
------------
De inzet van de bevoegdheid om in bulk registratie van datacommunicatie en de daarmee samenhangende metadata vast te leggen om "voldoende inlichtingenmiddelen en -capaciteiten zijn om informatie op het juiste moment in het digitale domein te verwerven, te analyseren en daarover tijdig te rapporteren" is te algemeen van opzet en onderbouwd de noodzaak van deze bevoegdheid op generlei wijze. Daarom is deze bevoegdheid niet nodig.
Toezicht
--------
Door het toezicht op de inlichtingen diensten te toetsen via de fractievoorzitters ontstaat er een situatie die het risico draagt dat toetsingen politiek gekleurd zijn. Daarom is het niet wenselijk dit door deze mensen te laten doen maar dit onder te brengen bij een onafhankelijke (dwz. geen politieke kleuring) commissie die als toezichthouder zal optreden. Denk hier aan bijv. rechters, ze zijn immers voor het leven benoemd en gewend aan het maken van doordachte afwegingen.
Tevens dienen de beslissingen bindend te zijn voor de betrokken partijen.
Uitwisseling met buitenlandse diensten
--------------------------------------
Het is van belang dat informatie in de ruimste zin des woords door inlichtingen diensten is verzameld over nederlandse burgers niet zomaar als onderdeel van een verdrag kan worden gedeeld met buitenlandse veiligheidsdiensten.
Indien uitwisseling van informatie daadwerkelijk bijdraagt aan een onderzoek naar een persoon kan dit gebeuren op voorwaarde dat geregistreerd wordt welke gegevens van wie, wanneer met welke andere diensten zijn gedeeld.
Dit dient voor elke uitwisseling te gebeuren en per persoon.
