Wijziging Besluit kinderopvangtoeslag in verband met de indexatie per 1 januari 2026 van de toetsingsinkomens en de maximum uurprijzen en een verhoging van de toeslagpercentages

Reactie

Vraag1

Wij onderschrijven de noodzaak tot het verhogen van de maximum uurtarieven. In de afgelopen jaren is door inhaalindexatie het eerder ontstane gat gedicht. Het opnieuw ontstaan van een achterstand in indexatie is niet wenselijk. Door wel te indexeren blijft de kinderopvang voor de laagste inkomens toegankelijk(er). Het niet indexeren kan namelijk drempel verhogend werken wat wij niet wenselijk achten omdat het risico ontstaat dat kinderen in kwetsbare groepen niet de ondersteuning krijgen die zij verdienen. Juist zij hebben baat bij de stimulering van hun ontwikkeling.

De geleidelijke aanpassing van de vergoedingspercentages zien we als een positieve ontwikkeling. Zowel voor ouders als voor opvangorganisaties. In de communicatie zien we echter het beeld geschetst dat de gratis kinderopvang wordt uitgesteld. Terwijl dit voor een grote groep wel degelijk verbeterd wordt of zelfs realiteit wordt. In de beeldvorming kan hierdoor een onbedoeld remmend effect ontstaan. Wij vragen hier aandacht voor.

De tarieven van het gastouderbureau stijgen procentueel gelijkmatig mee. De ontwikkeling die het gastouderbureau heeft doorgemaakt is in onze optiek een goede ontwikkeling. We zien ook waarde in het gastouderbureau naast de dagopvang. Wij vragen echter aandacht voor de maximum uurtarieven die verbonden zijn aan het gastouderbureau en zouden ons kunnen voorstellen dat voor de toegankelijkheid de maximum uurtarieven iets harder stijgen dan die van de dagopvang.

Het uitstellen van de directe financiering vinden wij jammer. Juist voor ouders die de kinderopvang (financieel) het hardst nodig hebben zouden in onze optiek gebaat zijn bij directe financiering van de kinderopvang. Dit ontzorgt hen met de administratieve druk die komt kijken bij aanvragen van toeslagen en onzekerheden bij eventuele wijzigingen in inkomsten. Wij vragen aandacht om te herzien of deze systematiek eerder dan 2029 ingevoerd kan worden en losgekoppeld kan worden aan de systematiek van aanpassing van de vergoedingspercentages.