Wetsvoorstel verzekerdeninvloed

Reactie

Naam Voorzitter ledenraad Eno Salland (Mevr. L.P.E. van Milaan)
Plaats Berkelland
Datum 2 augustus 2016

Vraag1

Het wetsontwerp tot versterking van de invloed van verzekerden verplicht zorgverzekeraars onder andere tot het bieden van inspraak van verzekerden in het beleid. Dat betekent dat alle verzekerden de gelegenheid moeten krijgen hun meningen en wensen kenbaar te maken. Zorgverzekeraars moeten een inspraakregeling opstellen waarin is geregeld op welke beleidsonderdelen de inspraak betrekking heeft. In deze regeling moet in elk geval staan dat er inspraak is van verzekerden in het zorginkoopbeleid. Het wetsontwerp schrijft niet voor op welke andere specifieke onderdelen van het beleid inspraak van verzekerden in de inspraakregeling geregeld moet zijn. Ook niet op welke manieren verzekerden inspraak moeten kunnen krijgen. Reden hiervoor is dat de regering vindt dat er ruimte moet zijn voor diversiteit en nieuwe vormen van verzekerdeninvloed.

Verzekeraars zijn echter niet vrij in hoe ze de inspraak willen gaan regelen. Een vertegenwoordiging van verzekerden wordt namelijk verplicht (denk aan de huidige leden- en verzekerdenraden op verzekeraar- of concernniveau). Deze vertegenwoordiging krijgt een wettelijk instemmingsrecht bij het vaststellen van de inspraakregeling. Zonder instemming van de vertegenwoordiging, komt de inspraakregeling dus niet tot stand. De vertegenwoordiging van verzekerden heeft daarmee dus sterke invloed op wat er in de inspraakregeling komt te staan. Zorgverzekeraar en de vertegenwoordiging van verzekerden bepalen samen welke mate van inspraak voor alle verzekerden relevant en gewenst is.

>> Is de inspraak van verzekerden voldoende gewaarborgd als zorgverzekeraars en vertegenwoordiging het samen regelen, zonder daarbij in de wet voor te schrijven op welke specifieke beleidsterreinen (naast zorginkoopbeleid) inspraak geregeld moet zijn? Waarom wel/niet? Heeft u andere suggesties?
• De inspraak is hiermee inderdaad gewaarborgd.
• Een advies bij dit artikel : bij tijdig informeren in de afspraken wel periodes op te nemen wat ‘tijdig’ is. De vastgestelde inkooppublicatie is 1 april (voor het volgende inkoopjaar). Dus is redelijk om 4 weken voorgaande van 1 april te benoemen?
Andere vormen van tijdig informeren zou kunnen zijn minstens 4 weken.
Het aanbieden op een redelijk termijn zodat reactie mogelijk is staat bij onze leden voorop.

Vraag2

De vertegenwoordiging van verzekerden krijgt ook onder andere een adviesrecht ten aanzien van het jaarlijkse zorginkoopbeleid. Dit is in het wetsontwerp opgenomen omdat uit de eerdere consultatie van betrokken organisaties is gebleken dat er vooral behoefte is aan meer invloed op het zorginkoopbeleid.

>> Is het borgen van een wettelijk adviesrecht ten aanzien van het zorginkoopbeleid een effectief instrument om de invloed van de vertegenwoordiging van verzekerden op het zorginkoopbeleid te versterken? Waarom wel/niet?
Positief dat dit een verplicht advies wordt. Uitwerking daarvan vraagt know how van de LR, daarbij moet bij de selectie van leden rekening worden gehouden. Dit kan strijdig zijn met art.28 b die vereist dat de leden van de LR een representatieve vertegenwoordiging zijn van de verzekerden.

Uitgaande dat de verzekerden gebruikers kunnen zijn en een advies alleen zin heeft als dit nog verwerkt kan worden in de inkoopbeleid. Als de expertise er niet is dan kan de LR kan waar nodig dan ook extern advies vragen ter beoordeling van de stukken.
Daarbij welk rekening houden met de inzet van adviseur en omgaan met gevoelige materie.

Onafhankelijke ondersteuning in de vorm van een secretaris die onafhankelijk van het bestuur (zowel van de zorgverzekeraar als van het concern) functioneert. Kan inhouden dat dit qua opdrachtgeverschap en verantwoordelijkheden aanvullende afspraken zijn. Gezien de LR niet als opdrachtgever kan handelen in kader van aangaan van een overeenkomst.

Vraag3

In vraag 2 kwam het adviesrecht van de vertegenwoordiging aan de orde. De volgende vraag sluit daarop aan.

>> Zou het adviesrecht van de vertegenwoordiging volgens u ook op andere beleidsterreinen moeten gelden? Waarom wel/niet? Zo ja: welke andere terreinen?
Indien gewenst kan dit in de statuten verder worden opgenomen, niet nodig dit wettelijk te regelen.

De wens om over andere beleidsterreinen te kunnen adviseren zou aan de orde kunnen komen. Hiervoor moet vooraf duidelijk zijn welke onderwerpen op de agenda komen te staan bij de verzekeraar. Een dynamische agenda. Het vastleggen in de statuten zou dan gericht zijn op het bekendmaken en voorleggen van onderwerpen en of het adviesrecht aan de orde zou kunnen zijn. Het hanteren van een jaarreglement naast de statuten zou daarvoor een passend instrument kunnen zijn, waardoor sneller en effectiever gehandeld kan worden om deze keuze van adviesrecht ja of nee te kunnen maken.

De MvT spreekt van het de term Achterban.
Het is voor een vertegenwoordiging onontbeerlijk om te weten wat er bij de rest van de verzekerden leeft. Zonder die informatie kan de vertegenwoordiging haar achterban immers niet in voldoende mate vertegenwoordigen.
Het feit dat de LR uit een goede afspiegeling van de
Verzekerdenpopulatie lijkt niet voldoende. Dat kan grote gevolgen hebben bij op de te pakken ruimte tot invloed van de verzekerden. Vooralsnog werd bij de invulling bij onze zorgverzekeraar niet gewerkt met achterban-relatie stimulatie.

De permanente vertegenwoordiging moet bestaan uit representatieve vertegenwoordigers van de verzekerden bij de zorgverzekeraar.
Het hanteren van het woordje ‘moet’ kan tot problemen leiden. Wat als dit niet lukt of een periode niet lukt?
Voorstel tekst: De ledenraad bestaat zoveel als redelijkerwijze mogelijk is uit .....

Vraag4

Het doel van het wetsontwerp is als volgt:
“De meningen en wensen van verzekerden moeten in het beleid, waaronder in ieder geval het zorginkoopbeleid, van de zorgverzekeraar meer centraal komen te staan. De regering acht het van belang dat de zorgverzekeraar meer in verbinding staat met zijn verzekerden en meer handelt namens en in het belang van zijn verzekerden. Bij de vormgeving en uitvoering van het beleid dient de inbreng van verzekerden daarom te worden betrokken. Het beleid zal dan beter aansluiten bij wat de verzekerde wenst. Dit kan de kwaliteit van de ingekochte zorg, de inhoud van de zorgverzekeringen die de zorgverzekeraar aanbiedt en de dienstverlening van de zorgverzekeraar ten goede komen.”

>> Wordt dit doel volgens u met het wetsontwerp bereikt? Waarom wel/niet? Zo niet: ziet u andere mogelijkheden om dit doel te bereiken en daarbij de uitvoering door zorgverzekeraars eenvoudig te houden?
Belangrijkste doel voor de LR is om tijdig en volledig geïnformeerd te worden door het bestuur over essentiële onderdelen van het gevoerde beleid. En de ledenraad voldoende ruimte te geven om hierover terug te koppelen.
Deze wet biedt daartoe een formele aanzet. De verdere invulling zal sterk afhankelijk zijn van hoe de verzekeraar dit samen met de LR zal gaan invullen.
Het lijkt er op dat het niet nodig is om dit nog verder per wet te vast te leggen.

Het wetvoorstel geeft ruime piketpaaltjes. Het vraagt van de LR om nadere regels uit te werken. Voorkomen moet worden dat het een bureaucratisch orgaan wordt welke belemmerend werkt in een jaarlijkse cyclus van inkoop en de ruimte tot verdere invulling van de rol van LR demotiveert.

Bijlage