Wetsvoorstel verzekerdeninvloed

Reactie

Naam Zorgverzekeraars Nederland
Plaats Zeist
Datum 5 augustus 2016

Vraag1

Het wetsontwerp tot versterking van de invloed van verzekerden verplicht zorgverzekeraars onder andere tot het bieden van inspraak van verzekerden in het beleid. Dat betekent dat alle verzekerden de gelegenheid moeten krijgen hun meningen en wensen kenbaar te maken. Zorgverzekeraars moeten een inspraakregeling opstellen waarin is geregeld op welke beleidsonderdelen de inspraak betrekking heeft. In deze regeling moet in elk geval staan dat er inspraak is van verzekerden in het zorginkoopbeleid. Het wetsontwerp schrijft niet voor op welke andere specifieke onderdelen van het beleid inspraak van verzekerden in de inspraakregeling geregeld moet zijn. Ook niet op welke manieren verzekerden inspraak moeten kunnen krijgen. Reden hiervoor is dat de regering vindt dat er ruimte moet zijn voor diversiteit en nieuwe vormen van verzekerdeninvloed.

Verzekeraars zijn echter niet vrij in hoe ze de inspraak willen gaan regelen. Een vertegenwoordiging van verzekerden wordt namelijk verplicht (denk aan de huidige leden- en verzekerdenraden op verzekeraar- of concernniveau). Deze vertegenwoordiging krijgt een wettelijk instemmingsrecht bij het vaststellen van de inspraakregeling. Zonder instemming van de vertegenwoordiging, komt de inspraakregeling dus niet tot stand. De vertegenwoordiging van verzekerden heeft daarmee dus sterke invloed op wat er in de inspraakregeling komt te staan. Zorgverzekeraar en de vertegenwoordiging van verzekerden bepalen samen welke mate van inspraak voor alle verzekerden relevant en gewenst is.

>> Is de inspraak van verzekerden voldoende gewaarborgd als zorgverzekeraars en vertegenwoordiging het samen regelen, zonder daarbij in de wet voor te schrijven op welke specifieke beleidsterreinen (naast zorginkoopbeleid) inspraak geregeld moet zijn? Waarom wel/niet? Heeft u andere suggesties?
Ja, het wetsvoorstel ondersteunt de huidige inspanningen van zorgverzekeraars bij het organiseren van (verschillende vormen van) inspraak voor hun verzekerden. In het artikel 28, eerste lid, onder b, van de Zorgverzekeringswet (Zvw) is de inwerkingtreding van de Zvw vanaf 2006 geregeld dat de statuten van de zorgverzekeraar waarborgen moeten bieden voor invloed van verzekerden op het beleid van de zorgverzekeraar. Alle zorgverzekeraars hebben derhalve een leden- of verzekerdenraad. Zorgverzekeraars vinden het van groot belang dat verzekerden zich herkennen in het beleid van hun zorgverzekeraar, zoals het zorginkoopbeleid. Daarom betrekken zorgverzekeraars hun verzekerden op tal van manieren, zowel formeel als informeel, bij de totstandkoming van hun beleid.

In het wetsvoorstel worden enerzijds de eisen aangescherpt ten aanzien van de inspraak van verzekerden, anderzijds wordt er ook de noodzakelijke ruimte gegeven aan zorgverzekeraars en de (vertegenwoordiging van) verzekerden om samen invulling te geven aan de inrichting van de inspraak. Wij juichen deze keuze toe omdat – juist als gaat om de invulling van inspraak – de verzekerdenvertegenwoordiging hierbij rechtstreeks betrokken is en er zodoende ruimte ontstaat voor maatwerk, experimenten en nieuwe vormen van inspraak. Het wettelijk voorschrijven van vaste vormen en structuren zou hier eerder een averechts effect kunnen hebben. Het is namelijk belangrijk dat ledenraden en zorgverzekeraars samen invulling kunnen geven aan de vorm en structuur van de inspraak, waardoor deze aan blijft sluiten bij de (veranderende) wensen en voorkeuren van zowel de ledenraad als de zorgverzekeraar.

Zie daarbij ook onze opmerkingen in onze bijgevoegde inbreng ten aanzien van het instemmingsrecht.

Vraag2

De vertegenwoordiging van verzekerden krijgt ook onder andere een adviesrecht ten aanzien van het jaarlijkse zorginkoopbeleid. Dit is in het wetsontwerp opgenomen omdat uit de eerdere consultatie van betrokken organisaties is gebleken dat er vooral behoefte is aan meer invloed op het zorginkoopbeleid.

>> Is het borgen van een wettelijk adviesrecht ten aanzien van het zorginkoopbeleid een effectief instrument om de invloed van de vertegenwoordiging van verzekerden op het zorginkoopbeleid te versterken? Waarom wel/niet?
Wij vinden dat wanneer een leden- of verzekerdenraad adviesrecht heeft ten aanzien van het inkoopbeleid, er sprake moet zijn van een redelijke termijn waarbinnen de raad een oordeel kan vormen over het inkoopbeleid.

Daarbij de volgende kanttekening: Wij willen u er op wijzen dat zorgverzekeraars in de jaarcyclus van het zorginkoopproces steeds meer gebonden zijn aan wettelijke termijnen. Zorgverzekeraars publiceren op uiterlijk 1 april hun inkoopbeleid voor het komende jaar. Het adviesrecht heeft tot gevolg dat de zorgverzekeraar het opstellen van het zorginkoopbeleid moet vervroegen om voldoende tijd te bieden aan de ledenraad om tot een advies te komen. Wij voorzien dat er hierdoor een onwerkbare situatie kan ontstaan, temeer als de inspraak van verzekerden en het formele adviesrecht van de ledenraad volgtijdelijk dienen plaats te vinden.

Zorgverzekeraars willen enerzijds de termijnen van de inspraak in acht nemen, anderzijds zijn zij in grote mate afhankelijk van politiek en overheid als het gaat om helderheid over bijvoorbeeld het verzekerde pakket, budgettaire kaders en veranderingen in wet- en regelgeving. In elk geval wordt er bij de introductie van een adviesrecht voor de ledenraad over het zorginkoopbeleid een extra stap toegevoegd aan het zorginkoopproces. Daarmee ontstaat er voor zorgverzekeraars een kritisch tijdspad waarin onvoorziene vertragingen, bijvoorbeeld als gevolg van nieuwe, aangepaste of vertraagde wet- en regelgeving, het zorginkoopproces ernstig kunnen verstoren.

Vraag3

In vraag 2 kwam het adviesrecht van de vertegenwoordiging aan de orde. De volgende vraag sluit daarop aan.

>> Zou het adviesrecht van de vertegenwoordiging volgens u ook op andere beleidsterreinen moeten gelden? Waarom wel/niet? Zo ja: welke andere terreinen?
Wij ondersteunen het wetsvoorstel om de inspraak van verzekerden primair te richten op de hoofdlijnen van het zorginkoopbeleid van de zorgverzekeraar.

In aanvulling daarop ondersteunen wij het wetsvoorstel wat betreft de bepaling dat de zorgverzekeraar en de verzekerdenvertegenwoordiging gezamenlijk invulling moeten kunnen geven aan de manier waarop zij de inspraak van verzekerden verder willen organiseren; bijvoorbeeld als het gaat om een bredere inzet van het adviesrecht. Ten aanzien van inspraak op andere beleidsterreinen onderstrepen wij ook dat het van cruciaal belang is dat er een heldere afbakening moet bestaan tussen de inspraak van verzekerden en de bestuurlijke en financiële verantwoordelijkheden van de Raad van bestuur van de zorgverzekeraar.

DNB legt terecht hoge eisen op aan zorgverzekeraars ten aanzien van integere bedrijfsvoering met name als het gaat om het financieel-economisch beleid. In het licht van dit wetsvoorstel is het belangrijk om recht te doen aan een adequate inspraak van verzekerden, en tegelijkertijd te zorgen dat de bestuurlijke en financiële verantwoordelijkheden geborgd zijn binnen de Raad van Bestuur, conform de hoge eisen die de wetgever stelt aan de governance van financiële instellingen.

Vraag4

Het doel van het wetsontwerp is als volgt:
“De meningen en wensen van verzekerden moeten in het beleid, waaronder in ieder geval het zorginkoopbeleid, van de zorgverzekeraar meer centraal komen te staan. De regering acht het van belang dat de zorgverzekeraar meer in verbinding staat met zijn verzekerden en meer handelt namens en in het belang van zijn verzekerden. Bij de vormgeving en uitvoering van het beleid dient de inbreng van verzekerden daarom te worden betrokken. Het beleid zal dan beter aansluiten bij wat de verzekerde wenst. Dit kan de kwaliteit van de ingekochte zorg, de inhoud van de zorgverzekeringen die de zorgverzekeraar aanbiedt en de dienstverlening van de zorgverzekeraar ten goede komen.”

>> Wordt dit doel volgens u met het wetsontwerp bereikt? Waarom wel/niet? Zo niet: ziet u andere mogelijkheden om dit doel te bereiken en daarbij de uitvoering door zorgverzekeraars eenvoudig te houden?
Wij kunnen ons vinden in de uitgangspunten van het wetsvoorstel.

Zorgverzekeraars vinden het van groot belang dat verzekerden zich herkennen in het beleid van hun zorgverzekeraar, zoals het zorginkoopbeleid. Daarbij is het goed om op te merken dat de zorgverzekeraar als maatschappelijke onderneming ook wordt geacht rekening te houden met andere belangen, zoals die van zorgprofessionals, zorgaanbieders, etc. En dat bovenal het beleid van de zorgverzekeraar in grote mate wordt bepaald door de geldende wet- en regelgeving vanuit de overheid. Het spreekt voor zich dat zorgverzekeraars zich hieraan dienen te houden.

Dit laat onverlet dat in de afweging van al deze verschillende belangen zorgverzekeraars zoveel mogelijk willen luisteren naar de (veranderende) wensen en opvattingen van hun verzekerden en daar waar dat mogelijk is, laten terugkomen in bijvoorbeeld hun inkoopbeleid.

Wel wijzen wij u in onze inbreng op drie belangrijke aandachtspunten (zie onze bijgevoegde inbreng):
1. Adviesrecht: leg focus op hoofdlijnen zorginkoop en zorgen over kritisch tijdspad
2. Ruimte voor gezamenlijke invulling van het instemmingsrecht bij inrichten van inspraak verzekerden
3. Inspanningsverplichting tot representatieve vertegenwoordiging

Bijlage