Wet voorkomen misbruik Wob

Reactie

Naam Recht en Raat (mr. dr. C. Raat)
Plaats Voorschoten
Datum 18 augustus 2014

Vraag1

Heeft u opmerkingen bij de voorstellen tot aanpassing van de Wob zoals deze op dit moment zijn opgenomen in het voorstel?
Het voorliggende wetsvoorstel beoogt misbruik van de Wob te voorkomen. De mvt spreekt van verzoeken die niet zijn gericht op informatie, maar op het innen van dwangsommen. Er zijn ook malicieuzer vormen van misbruik, zoals het bedelven van overheden onder (zinloze) Wobverzoeken uit rancune. Het innen van dwangsommen is slechts een uiting van calculerend burgerschap.

De objectieve onderbouwing met statistische gegevens is erg mager. Intussen is er een forse anti-misbruiklobby, met name vanuit de VNG, die stelt, maar niet bewijst dat er veel misbruik is. Daarmee doe ik niets af aan de enorme overlast die overheden hebben als zij doelwit zijn.

Het gaat hier om misbruik van de Wet dwangsom (§ 4.1.3.2. van de Awb). Deze wet was hard nodig - overheden waren stelselmatig traag. Vooral met de Wob, die bij veel bestuurders nooit populair is geweest: "je moet burgers niet wijzer maken dan ze zijn. "

Als er sprake is van misbruik van de dwangsomregeling, dan lijkt mij dat die in de Awb moet worden aangepakt. Anders verplaatst het zich naar andere regelingen, zoals de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.

Beter lijkt mij een bevoegdheid tot terugvorderen of een bestuurlijke boete als na zorgvuldig onderzoek blijkt dat sprake is van oneigenlijk gebruik. Er moet nog een behoorlijk debat in wetenschap en maatschappij plaatsvinden om te kunnen definiëren wanneer daarvan sprake is.

Inmiddels worden in de rechtspraak de nodige antimisbruiktools geboden. Ik verwijs naar
http://www.omgevingsweb.nl/nieuwsomgevingsweb/templates/default.aspx?a=4433&template=print-article.htm
De huidige regels bieden best veel mogelijkheden om misbruikers het hoofd te bieden en deze moeten eerst worden uitgenut.

In het voorstel blijft beroep bij te laat beslissen wel bestaan. Voor bonafide Wobverzoekers, zeker voor journalisten die belang hebben bij snelle informatie, duurt deze procedure te lang. Daarbij kan een overheid de bepaling oneigenlijk gebruiken: "Of je stemt in met uitstel, of je ontvangt alleen de stukken die wij kwijt willen en de rest niet." De vraag is hoe bestuursrechters, die (ultra)marginaal toetsen, hiermee om zullen gaan. Wie bepaalt wat te omvangrijk is - dit vooral in het licht dat het belang dat de verzoeker heeft bij de gevraagde informatie niet wordt meegewogen.

Er ligt al jaren een initiatiefwetsvoorstel. Dit bevat ook anti-misbruikbepalingen. Waarom heeft de minister zich hierbij niet aangesloten?