Wetsvoorstel integere sport

Reactie

Naam dhr G.J.M. Wijnhoven
Plaats Utrecht
Datum 14 oktober 2025

Vraag1

Wat vindt u van dit concept wetsvoorstel integere sport en bijbehorende toelichting?
Regels en wetten zijn prima om de grenzen van het gedrag van mensen te formuleren en hen daarop te be- of veroordelen. Maar daarmee is de essentie van het probleem 'slechts' juridisch begrensd. Een wet kan een grote rol spelen bij een integere sport. Maar je verandert ermee de cultuur niet. Het is zoiets als de plicht om belasting te betalen. Als je echt wilt dat iedereen dat 'optimaal' doet moet je de houding ten opzichte van belasting betalen veranderen of tenminste beinvloeden. Zodat meer mensen belasting willen betalen. De cultuur in sport en zeker die van topsport heeft harde grenzen nodig (overigens is het speelvlak altijd 'oneerlijk': betere fysiek, meer geld enzovoort) maar de aard van toppers is die grenzen opzoeken om de beste te zijn. De cultuur van met elkaar omgaan is wel beinvloedbaar. Zodat mensen (sporters onder elkaar en begeleiders met sporters) veiliger met elkaar omgaan. Daarvoor moeten mensen in de sport met elkaar gaan praten en met elkaar aanspreken. Opmerkingen maken over vernederingen, racisme enb seksisme. Dat hoeft niet altijd tot zware straffen te leiden. Maar wel tot voorbeeldgedrag. Iedereen moet gaan praten als hij wat ziet. Hoe het gaat moet met elkaar en publiek worden gedeeld. Goede en slechte voorbeelden. Niet met campagnes die vertellen hoe het moet en wat niet mag. Maar met beelden en verhalen die mensen (want dat zijn sporters ook) tot nadenken over het onderwerp aanzetten. De overheid hoeft daarvoor niks te bedenken. Maar moet middelen beschikbaar stellen aan mensen die kunnen laten zien hoe ze doelgroepen bereiken met verhalen, beelden, podcastst en voor mijn part praatgroepen en al het andere wat we nu nog niet kunnen bedenken.
Overigens zijn doping en omkoping zaken die veel vaker over indivduen gaan en niet zo passen in afspraken over integere sport (ook al gaan ze er wel over).
Geert Wijnhoven.