Wet invoering rekentoets 2A en centraal examen 2A, onderscheid diploma’s mbo en doorstroombeperkingen rekentoets ER en centraal examen ER.

Reactie

Vraag1

De keus voor een regulier rekenexamen, een ER examen of 2A is in de dagelijkse praktijk niet betrouwbaar te maken. De wet kan niet eerder ingevoerd worden dan dat er een betrouwbaar instrumentarium ligt om het onderscheid tussen de verschillende toetsen te maken, er voldoende deskundigheid is om het instrumentarium te handhaven. Optie is wellicht om 1 examen te hanteren met een gedifferentieerde uitslag. Zo niet, dan wordt de wet gebouwd op “drijfzand’.
Voorst moeten er ook voor studenten met rekenen 2A mogelijkheden blijven om kunnen door te stromen naar arbeidsmarktrelevante vervolgopleidingen (waar weinig sprake is van beroepsgericht rekenen. Voor niveau 3 geldt namelijk hetzelfde niveau 2F maar de student heeft meer tijd omdat niveau te halen.
Overigens zou er ook voor Nederlands een mogelijkheid moeten voor aangepaste examens voor specifieke doelgroepen. Bijvoorbeeld voor de doelgroep anderstaligen die meer tijd hebben om op niveau te komen. Een half uur tijdsverlenging (< 6 jaar in Nederland) is veelal niet voldoende. Deze maatregel is gekopieerd uit het VO maar de consequenties voor deze doelgroep in het mbo zijn veel groter. Nu wordt een deel van deze doelgroep de kans op een diploma ontnomen terwijl ze wel potentieel goede vakmannen en -vrouwen zijn maar wel meer tijd nodig hebben om het Nederlands te verwerven.

Vraag2

Ook op niveau 3 en 4 zou er een arbeidsmarktgericht diploma moeten zijn voor bijvoorbeeld de doelgroep BBL. Onderscheid diploma gericht op doorstroom naar vervolgonderwijs / hbo en uitstroom naar arbeidsmarkt.

Vraag3

Terecht wat betreft de doorstroombeperking PABO.