Wet op het lerarenregister

Reactie

Naam Willibrord Stichting (G.M. van Oostrum)
Plaats Utrecht
Datum 29 januari 2015

Vraag1

Denkt u dat met het voorgestelde wettelijk verplichte lerarenregister leraren adequaat worden gestimuleerd om stelselmatig te werken aan hun professionele ontwikkeling?
Ja.
Het stelselmatige werken aan de professionele ontwikkeling kan echter alleen na ( !! ) overleg met en toestemming van de werkgever indien de daarvoor benodigde her-, na- of bijscholing onder werktijd zou moeten gebeuren. Het is in het V.O. ondoenlijk het verlies aan lesuitval en onderwijstijd daadwerkelijk te compenseren indien de werknemer/leraar de vrijheid heeft zelf te bepalen wanneer hij aan externe (niet door het bevoegd gezag georganiseerde) scholing deelneemt.

Vraag2

Denkt u dat de drie elementen van het wetsvoorstel – lerarenregister, omschrijving van het beroep en professionele ruimte – bijdragen aan versterking van de positie van leraren in de school?
Ja.

Vraag3

Denkt u dat met het zichtbaar maken van de mate waarin onderwijs wordt gegeven door leraren die nog aan de bekwaamheidseisen moeten voldoen, in het voortgezet onderwijs voldoende stimulans ontstaat om het onbevoegd lesgeven terug te dringen?
Ja.
Maar het zou goed zijn als (ook) voor niet- praktijkvakken, voor theorievakken, ruimte wordt geschapen om voor een beperkt, afgebakend deel van de benoemingsomvang onbevoegd les te kunnen / mogen geven.
Niet zozeer een deel van de totale hoeveelheid lessen van een (afdeling van) een school, maar een percentage van de benoemingsomvang van een in beginsel bevoegd docent.

Vraag4

Ziet u de opname van de artikelen die zien op de vorm en inhoud van het lerarenregister in de Wet op het onderwijstoezicht als passend?
Ja.
Het zou overigens goed zijn als, eenvoudiger dan nu kan bij de voorlopige, vrijwillige registratie in het registerleraar, een bevoegde leraar zich kan registreren zonder gekoppeld te zijn aan een bevoegd gezag.
Het is in beginsel niet het bevoegd gezag dat controle moet uitoefenen op de valide registratie van een leraar in het registerleraar, maar de leraar zelf is verantwoordelijk voor zijn registratie.

Vraag5

Op basis van welke aanduiding van hun positie kan dit voorstel het beste recht doen aan de zij-instromers in het mbo?

* zie toelichting op vraag 5 onder documenten.
Geen aanduiding of aparte categorie formuleren.
Er kan m.i. maar één registerleraar zijn: dat van bevoegde docenten.

Voor de praktijk(!!)vakken in het MBO (en VMBO-KB ??) zouden zij-instromers ook een pedagogisch-didactische aantekening/bevoegdheid moeten halen om uiteindelijk bevoegd verklaard te kunnen worden. De eisen die daaraan gesteld worden zouden echter wellicht beperkter kunnen zijn en gebonden zijn aan het praktijkvak en het bevoegd gezag waaronder zij ressorteren.