Wet op het lerarenregister

Reactie

Naam Boerhaave College (drs. W.J. van Briemen)
Plaats Leiden
Datum 18 februari 2015

Vraag1

Denkt u dat met het voorgestelde wettelijk verplichte lerarenregister leraren adequaat worden gestimuleerd om stelselmatig te werken aan hun professionele ontwikkeling?
Nee, of en in hoeverre de bijscholing nodig is en in de lespraktijk wordt ingezet is niet na te gaan.

Vraag2

Denkt u dat de drie elementen van het wetsvoorstel – lerarenregister, omschrijving van het beroep en professionele ruimte – bijdragen aan versterking van de positie van leraren in de school?
Nee, een eis van minstens 80% bevoegden of bijvoorbeeld geen vaste baan voor onbevoegden vormen veel sterkere middelen voor een docent om te werken aan zijn bevoegdheid. Daarnaast hebben leraren geen grip op de eisen die het register stelt. Docenten krijgen dus niet meer grip op hun vak. Een beroepsveld met een hoog aanzien, een min of meer officiële status en zeer specifieke vakkennis heeft behoefte aan register. Voor docenten is dat allemaal niet van toepassing. Wat is de volgende stap? Beëdiging?

Vraag3

Denkt u dat met het zichtbaar maken van de mate waarin onderwijs wordt gegeven door leraren die nog aan de bekwaamheidseisen moeten voldoen, in het voortgezet onderwijs voldoende stimulans ontstaat om het onbevoegd lesgeven terug te dringen?
Vaak is gebrek aan voldoende opgeleide sollicitanten de reden om met on(der)bevoegden in zee te gaan. Meer mensen interesseren voor het onderwijs, lijkt me beter. Daar horen zaken bij als arbeidsvoorwaarden en werkdruk (minder leerlingen per klas). Een extra administratieve taak als het lerarenregister met een opgelegde norm tot bijscholing draagt daar niet aan bij.

Vraag4

Ziet u de opname van de artikelen die zien op de vorm en inhoud van het lerarenregister in de Wet op het onderwijstoezicht als passend?
Nee, er zijn teveel soorten docenten en vakgebieden om dat in algemene regels te vatten.

Vraag5

Op basis van welke aanduiding van hun positie kan dit voorstel het beste recht doen aan de zij-instromers in het mbo?

* zie toelichting op vraag 5 onder documenten.
Geen bevoegdheid = geen vaste aanstelling, dat lijkt me een voldoende pressiemiddel.