Wet op het lerarenregister

Reactie

Naam Dr.ing. H. de Vries
Plaats Den Haag
Datum 10 februari 2015

Vraag1

Denkt u dat met het voorgestelde wettelijk verplichte lerarenregister leraren adequaat worden gestimuleerd om stelselmatig te werken aan hun professionele ontwikkeling?
Nee. Het aantal cursussen, die een docent heeft gevolgd, zegt niets over de gegeven leskwaliteit van de docent. De kwaliteit van de cursussen zijn meestal onvoldoende of zelfs extreem slecht te noemen. Cursussen worden vaak gegeven door ex-docenten, die in het voortgezet onderwijs zich niet staande konden houden en daar niet functioneerden. Daarnaast sluiten de cursussen vaak niet aan op de individuele behoefte van de docent en staan ze inhoudelijk te ver af van de onderwijspraktijk. Na het volgen van een cursus neemt vaak wel het kennisniveau toe, maar het leidt vaak niet tot een verandering in lesgeving.


Beter is het dat de docent zelf zijn onderwijsbehoefte bepaalt in overleg met zijn sectiegenoten. Bij sommige docenten is veel nodig, bij andere docenten helemaal niets. Dit maatwerk kan niet worden geregeld door het volgen van een cursus. De inzet van sectiegenoten door intervisie is een krachtiger en goedkoper middel om de onderwijskwaliteit te verbeteren dan z on register.
Daarnaast leidt het bijhouden van een onderwijsregister door de docenten aan meer bureaucratie en ertoe dat je als docent meer tijd kwijt bent aan administratieve handelingen, die niet bijdragen aan de onderwijskwaliteit, het primaire proces. De werkdruk neemt toe en je hebt daardoor minder tijd ter beschikking voor slechtpresterende leerlingen, leerlingen met problemen en lesvoorbereiding.

Het geld en manuren wat hieraan wordt besteed, is weggegooid geld. Het geld kan veel beter anders worden ingezet om de onderwijskwaliteit te verbeteren Het docentenregister is helaas een investering, die zich niet terugbetaald in het verbeteren in de onderwijskwaliteit.
Het is natuurlijk wel goed voor de adviesbureaus en de cursusbedrijfjes van ex-docenten en ex-ambtenaren, die natuurlijk veel invloed hebben op het ministerie. Zij kunnen geld verdienen.

Vraag2

Denkt u dat de drie elementen van het wetsvoorstel – lerarenregister, omschrijving van het beroep en professionele ruimte – bijdragen aan versterking van de positie van leraren in de school?
Het zal worden gebruikt door managers om te managen in de illusie dat het onderwijs er beter van wordt. Er wordt dan meer gelet op of de docent wel zijn cursusjes heeft gedaan dan op hoe hij lesgeeft.

Het verzwakt de positie van de docent.

Vraag3

Denkt u dat met het zichtbaar maken van de mate waarin onderwijs wordt gegeven door leraren die nog aan de bekwaamheidseisen moeten voldoen, in het voortgezet onderwijs voldoende stimulans ontstaat om het onbevoegd lesgeven terug te dringen?
Nee. Dat is een zeer domme gedachte. Er zijn nog steeds leraartekorten bij bepaalde vakken. Zolang er deze bevoegde vakdocenten niet te vinden zijn, moet heb je als school de keuze: of geen lesgeven in het vak of een onbevoegde docent voor de klas, die het vak geeft. Dus voor een docent in een tekortvak kan zonder problemen die registratie boycotten. Namelijk als je ze ontslaat, wordt er gewoon geen lesgegeven in het vak of moet er onbevoegd worden lesgegeven door een onervaren of ongeschoolde docent. Sterker nog, als de docent dan ook nog eens heel goed lesgeeft, moet de school wel gek zijn om de docent te ontslaan.

Ik verwacht dan ook dat het register genegeerd wordt omdat het niets oplevert voor de docenten en voor de leerlingen. Integendeel.

Vraag4

Ziet u de opname van de artikelen die zien op de vorm en inhoud van het lerarenregister in de Wet op het onderwijstoezicht als passend?
Nee

Vraag5

Op basis van welke aanduiding van hun positie kan dit voorstel het beste recht doen aan de zij-instromers in het mbo?

* zie toelichting op vraag 5 onder documenten.
Nee