Wet op het lerarenregister

Reactie

Naam drs T.H. Hendriks
Plaats Nieuw Vennep
Datum 15 februari 2015

Vraag1

Denkt u dat met het voorgestelde wettelijk verplichte lerarenregister leraren adequaat worden gestimuleerd om stelselmatig te werken aan hun professionele ontwikkeling?
Ja

Vraag2

Denkt u dat de drie elementen van het wetsvoorstel – lerarenregister, omschrijving van het beroep en professionele ruimte – bijdragen aan versterking van de positie van leraren in de school?
Ja

Vraag3

Denkt u dat met het zichtbaar maken van de mate waarin onderwijs wordt gegeven door leraren die nog aan de bekwaamheidseisen moeten voldoen, in het voortgezet onderwijs voldoende stimulans ontstaat om het onbevoegd lesgeven terug te dringen?
Nee, het register moet natuurlijk alleen bevoegde docenten/leraren bevatten zodat eenieder daar de schoolkeuze op af kan stemmen. Een beetje bevoegd is niet bevoegd. Scholen (en niet hun besturen) kunnen jaarlijks publiceren in welke mate lessen worden verzorgd door bevoegden. Ouders en leerlingen kunnen nog prima tellen.
De onbevoegdheidsproblemen zijn ontstaan door vrijheid-blijheid en door het wegzetten van 40+ docenten. Dan houd je vanzelf geen bevoegde docenten over.

Vraag4

Ziet u de opname van de artikelen die zien op de vorm en inhoud van het lerarenregister in de Wet op het onderwijstoezicht als passend?
Ja. En zeker niet overlaten aan de schoolbesturen en hun belangenclubs, de raden.

Vraag5

Op basis van welke aanduiding van hun positie kan dit voorstel het beste recht doen aan de zij-instromers in het mbo?

* zie toelichting op vraag 5 onder documenten.
Op het mbo moeten alle vakken natuurlijk door bevoegde docenten gegeven worden, dus ook de praktijklessen. Zij-instromers kunnen alleen bevoegd worden door het behalen van een diploma algemene- en vakdidactiek.