Wet op het lerarenregister

Reactie

Naam Bonhoeffer College (dr. ir. JWJR van 't Klooster)
Plaats Enschede
Datum 20 februari 2015

Vraag1

Denkt u dat met het voorgestelde wettelijk verplichte lerarenregister leraren adequaat worden gestimuleerd om stelselmatig te werken aan hun professionele ontwikkeling?
U vraagt of het register een adequaat stimulatie instrument is voor een deel van de professionaliteit van het leraarberoep. Het leraarregister is een instrument van extrinsieke motivatie.
Waar veel leraren voor het beroep kiezen vanuit een intrinsieke overweging zal hiermee in de vormgeving rekening moeten worden gehouden. Voorts is wetenschappelijk bewijs voor dergelijke instrumenten beperkt en in Nederland meer gerelateerd aan andere beroepsgroepen. Hier kan weliswaar ervaring uit worden opgedaan maar met dien verstande dat de zelfdeterminatie criteria (waarom kies ik voor een carriere als advocaat?) anders zijn dan voor die van leraar. Belangrijk is de aspecten van autonomie, competentie en verbinding te faciliteren op laagdrempelige wijze. Daarnaast zal invoer 'van bovenaf verplicht' tot meer weerstand leiden dat als getracht wordt de neuzen van onderaf dezelfde kant op te krijgen. Leg dus nadruk op competentie en de meerwaarde, en koppel het aan het beschikbaar gestelde scholingsbudget.

Vraag2

Denkt u dat de drie elementen van het wetsvoorstel – lerarenregister, omschrijving van het beroep en professionele ruimte – bijdragen aan versterking van de positie van leraren in de school?
Zeker de laatste. Over de omschrijving en de 7 rollen van het beroep van docent is reeds veel bekend. Ook de functiewaardering voor beroepsuitvoerder en de Rubrics voor studenten en LIOs geeft hierin reeds veel inzicht. Ruimte bieden voor professionele ontwikkeling is zeer belangrijk. Vanuit die invalshoek ligt een eenvoudig te bedienen instrument om deze ontwikkeling te monitoren voor de hand.

Vraag3

Denkt u dat met het zichtbaar maken van de mate waarin onderwijs wordt gegeven door leraren die nog aan de bekwaamheidseisen moeten voldoen, in het voortgezet onderwijs voldoende stimulans ontstaat om het onbevoegd lesgeven terug te dringen?
Mits dit niet als afzonderlijk gepresenteerd en beoordeeld wordt kan dit helpen. Echter de overheid moet zichzelf de vraag stellen of het haar taak is vergelijkingsinstrumenten te gaan opbouwen, of dit nu voor de zorg of voor het onderwijs is. Dit kan effectiever aan de markt worden overgelaten.

Vraag4

Ziet u de opname van de artikelen die zien op de vorm en inhoud van het lerarenregister in de Wet op het onderwijstoezicht als passend?
Deze vraag is voor niet-juristen lastig adequaat te beantwoorden.

Vraag5

Op basis van welke aanduiding van hun positie kan dit voorstel het beste recht doen aan de zij-instromers in het mbo?

* zie toelichting op vraag 5 onder documenten.
Door rekening te houden met hun persoonlijke omstandigheden competenties en achtergrond.