Wet op het lerarenregister

Reactie

Naam Het Baarnsch Lyceum (dhr. A Janse)
Plaats Baarn
Datum 17 februari 2015

Vraag1

Denkt u dat met het voorgestelde wettelijk verplichte lerarenregister leraren adequaat worden gestimuleerd om stelselmatig te werken aan hun professionele ontwikkeling?
Onvolledig a ls er geen zichtbare doordeweekse tijd voor wordt vrijgemaakt of concrete scholingsplannen door organisatiedruk worden doorkruist.
Het is i.i.g. een prikkel om je hardop te verantwoorden voor je professionele ontwikkeling. Als het goed is zal niet alleen individuele professionalisering erdoor worden versterkt, maar dat is wel het gevaar.

Vraag2

Denkt u dat de drie elementen van het wetsvoorstel – lerarenregister, omschrijving van het beroep en professionele ruimte – bijdragen aan versterking van de positie van leraren in de school?
Ik denk niet dat het lerarenregister dáár aan bijdraagt, maar ik denk wel dat het als sluitstuk van professionele standaard (omschrijving) en van daadwerkelijk teruggegeven ruimte (valt nog wel werk te verzetten) het lerarenregister de positie duidelijker voor het voetlicht kan brengen.

Vraag3

Denkt u dat met het zichtbaar maken van de mate waarin onderwijs wordt gegeven door leraren die nog aan de bekwaamheidseisen moeten voldoen, in het voortgezet onderwijs voldoende stimulans ontstaat om het onbevoegd lesgeven terug te dringen?
Dat hangt meer van 'de markt' af en de mate waarin het mogelijk is om je bevoegdheid te halen terwijl je bijv. zij-instroomt.
Het is ook de vraag in welke mate je bekwaam - maar onbevoegd - lesgeven moet terugdringen.

Vraag4

Ziet u de opname van de artikelen die zien op de vorm en inhoud van het lerarenregister in de Wet op het onderwijstoezicht als passend?
De ervaring met het huidige invullen en gebruik van het register zie ik de vorm als stug en niet gebruiksvriendelijk. De inhoud is deels 'lood om oud ijzer' (diploma's / bevoegdheden nu als 't goed is ook bij de school bekend) en deels gevoelig voor 'verbloeming' door mooi klinkende cursussen te volgen en op te geven, terwijl er in de praktijk weinig effect van uitgaat.

Vraag5

Op basis van welke aanduiding van hun positie kan dit voorstel het beste recht doen aan de zij-instromers in het mbo?

* zie toelichting op vraag 5 onder documenten.
Als 't goed is met zelfde aanduiding:
naast (nog eventuele on-)bevoegdheid kunnen aangeven van ervaring en skills