Wet financiering kinderopvang
Reactie
Naam
|
Anoniem
|
Plaats
|
Berkel en Rodenrijs
|
Datum
|
20 oktober 2025
|
Vraag1
U kunt reageren op het gehele wetsvoorstel.
Zowel ouders, overheid als ondernemers zien dat directe financiering veel problemen zal voorkomen.
De kinderopvang is in mijn optiek tweedelig: ontwikkeling van het kind én de kransslagader van de Nederlandse economie.
Dat er financiële kaders moeten komen (zoals maximale indexatie per jaar bij de uurtarieven) daarover zijn de meeste ondernemers het eens. Tarieven die onbeperkt stijgen doordat 96% van het maximum wordt vergoed, verminderen juist de toegankelijkheid.
Ik vrees echter dat het tegenovergestelde gaat gebeuren: ondernemers stappen uit de branche waardoor er minder kindplaatsen ontstaan in plaats van meer.
Het kabinet moet niet willen dat het huidige “all-in”-aanbod wordt uitgekleed tot een basisvoorziening zonder warme maaltijden, ruime openingstijden, kind-events of aandacht voor personeel en kwaliteit.
De spelregels moeten snel duidelijk worden, met als belangrijkste vraag: hoe creëren we méér kindplaatsen om de verwachte vraaggroei op te vangen? Dat betekent concreet:
Loont het om meer locaties te openen? Wordt per entiteit een managementvergoeding toegestaan, of geldt dit straks voor de hele groep samen? Met andere woorden: loont meer werken ook nog voor ondernemers?
Wat wordt het toegestane resultaat en is dat ten opzichte van omzet of vermogen? Blijft het interessant voor kleine en startende ondernemers? We hebben méér startende kinderdagverblijven nodig, niet minder.
Hoe wordt het personeelstekort aangepakt, en hoe flexibel wordt de regelgeving zodat groei überhaupt mogelijk blijft?
Het kabinet moet zich afvragen: wat willen we? Ondernemers die de branche tot één van de beste van Europa hebben gemaakt, of een systeem vergelijkbaar met basisscholen? Beide opties zijn verdedigbaar, maar maak een keuze.
Straks lossen we het ene probleem (Toeslagenaffaire) op, maar creëren het volgende: minder aanbieders = minder kindplaatsen = minder mensen op de arbeidsmarkt = verdere economische stagnatie.
Mocht de overheid willen sparren, weten ze mij te vinden. Ik sta te popelen om te schalen — maar wel onder voorwaarden die voor iedereen gezond en toekomstbestendig zijn.