Wet financiering kinderopvang
Reactie
Naam
|
M Bosma
|
Plaats
|
Loosdrecht
|
Datum
|
20 oktober 2025
|
Vraag1
U kunt reageren op het gehele wetsvoorstel.
De uurprijs van kinderopvang heeft de afgelopen tien jaar grote veranderingen doorgemaakt. Waar vroeger een basisprijs gold met extra kosten voor diensten zoals maaltijden en luiers, hanteren veel organisaties nu een all-inclusive tarief waarin alles is inbegrepen. Dit geeft ouders duidelijkheid over wat zij krijgen voor het uurtarief.
Het structureel probleem is dat het maximale uurtarief dat de overheid via de Belastingdienst vergoedt, al jaren achterblijft bij de werkelijke kosten. In artikel 2.10 lid 2 vastgestelde tarieven dekken naar verwachting steeds minder de daadwerkelijke kosten van kinderopvang, zeker omdat het gebruik van opvang verder zal toenemen. De uurprijs is voor de overheid een belangrijk instrument om op de begroting te besparen: een lager maximumtarief betekent minder uitgaven. Politieke keuzes bepalen dit sterk en er ontbreekt een lange termijn visie op kinderopvang.
Het gevolg hiervan is dat het all-inclusive model waarschijnlijk zal verdwijnen. Kinderopvangorganisaties zullen hun diensten opsplitsen en aanvullende producten tegen aparte tarieven aanbieden – bijvoorbeeld voor warme maaltijden of luiers. Deze extra diensten worden dan niet vergoed via kinderopvangtoeslag en moeten volledig door ouders zelf worden betaald. Ouders die nu bijvoorbeeld 96% vergoeding krijgen op een all-inclusive tarief, zullen dus straks extra moeten bijbetalen voor diensten die eerder inbegrepen waren.
Hierdoor dreigt een omgekeerd effect: lage inkomens gaan waarschijnlijk méér betalen, terwijl midden- en hogere inkomens financieel juist voordeel hebben van een systeem dat als “gratis” kinderopvang wordt gepresenteerd. De verwachting is dat lagere inkomens dan minder gebruik gaan maken van opvang, terwijl hogere inkomens juist méér gebruik maken. De ongelijkheid groeit: kinderen uit gezinnen met minder middelen krijgen minder toegang tot opvang en ontwikkelkansen.
Zonder structurele verhoging van de maximale uurprijs dreigt uiteindelijk dat de medewerkers op de werkvloer de kinderopvang subsidiëren van de CEO — een omgekeerde wereld.