Voorstel voor een Wet op de defensiegereedheid

Reactie

Vraag1

We leven in bijzondere tijden. Om die reden zien we gelukkig dat de aandacht voor de gereedheid en inzetbaarheid van Defensie hoog op de agenda staat. Defensie moet er staan als het nodig is. In de veelgebruikte ‘grijze zone’, het schemergebied tussen vrede en oorlog, moet Defensie in korte tijd de militaire paraatheid verhogen. Dit vereist het uitbreiden van capaciteiten, meer oefenen en trainen, en meer verplaatsingen van materieel. De huidige wetgeving, gericht op vrede of oorlog voorziet daar niet helemaal in. Bijzondere tijden vragen dan ook om bijzondere maatregelen.
Wanneer we spreken over de bijzondere positie van de militair, gaat het niet alleen om de positie in vredes- of oorlogstijd, maar ook die eerder genoemde ‘grijze’ zone. Het is dan ook begrijpelijk dat in de WODG gekeken wordt naar die bijzondere positie. Maar de bijzondere positie komt samen met een bijzondere verantwoordelijkheid voor diegene die gaat over de inzet van de militair. Juist op dat aspect hebben we wel een aantal specifieke zorgen in deze wet die wij hiermee willen adresseren.
Wij denken dat er binnen huidige wet- en regelgeving al aanzienlijke mogelijkheden zijn om met het oog op bijzondere omstandigheden noodzakelijke maatregelen te nemen ten behoeve van de inzetbaarheid van de krijgsmacht. Binnen de bestaande wetgeving zijn er middels normering voldoende waarborgen in het kader van de bijzondere positie van de militair. Een normenkader met betrekking tot de personele aspecten zien wij niet voldoende terugkeren in de WODG. Wij zien dat vooral in de voorstellen tot wijziging van de Wet Ambtenaren Defensie art. 1b en 12hbis. In de bijlage treft u de volledige tekst met de voorbeelden waar wij bezwaren zien.
De CMHF acht het van het groot belang dat de krijgsmacht in staat wordt gesteld om zich voor te bereiden op scenario’s waar we dertig jaar lang niet meer, of onvoldoende, over nagedacht hebben. Aangezien we binnen een democratische rechtstaat opereren is het ook van belang dat we dat doen met adequate wet- en regelgeving. Wet- en regelgeving voorziet ook in een bepaalde mate van checks and balances. In het geval van de WODG zien wij onvoldoende checks and balances. Wij zouden dan ook graag zien dat er in de WODG voldoende waarborgen komen, dat verdient het militair- en burgerpersoneel.

Bijlage