Voorstel voor een Wet op de defensiegereedheid

Reactie

Vraag1

In dit voorstel wordt een wettelijke basis gelegd voor de minister van Defensie op veel gebieden eenzijdig wet- en regelgeving buiten werking te stellen. Ook kan dan door de minister zonder overleg met vakbonden de rechtspositie van het defensiepersoneel buiten werking worden gesteld/beperkt als die vermeend het bereiken van een krijgsmacht die gereed is voor militaire inzet in de weg staan.

Daarmee gaat deze wet verder dan de bestaande staatsnoodwetgeving bij buitengewone omstandigheden, zoals bijvoorbeeld een oorlog of een crisis. De 2e kamer dient dan onverwijld te worden geïnformeerd en die kunnen dat besluit nog dezelfde dag terugdraaien. Dat is met de bevoegdheden in deze wet niet het geval. Die bevoegdheden gaan vaak net zover als bij noodwetgeving aan de orde zou zijn. Het parlement komt met deze wet letterlijk buiten spel te staan.

Ook de paragraaf over de wijze waarop Defensie met het inwinnen van informatie wil omgaan is meer dan verontrustend. Bevoegdheden van inlichtingen- en opsporingsdiensten worden op één hoop gegooid. Deze bevoegdheden gaan veel verder dan de bevoegdheden van politie en inlichtingendiensten, mede gezien de geavanceerde technologie die Defensie daarbij kan/mag inzetten.

Ondanks dat ik er beeld bij heb dat de huidige staat van de krijgsmacht en de situatie in de wereld erom vragen dat maatregelen worden getroffen om defensie zo snel mogelijk op orde te brengen, ben ik er een groot tegenstander van dat de uitvoerend macht daarvoor eenzijdig dit soort verregaande bevoegdheden krijgt.

Defensie heeft 2 hoofdactiviteiten die continue doorlopen, namelijk gereedstelling en inzet. Als dit voorstel een wet wordt, komen we dus nooit meer van deze ondemocratische wet af. Deze wet zal, ongeacht goede bedoelingen van nu, hoe dan ook in de toekomst misbruikt gaan worden. De geschiedenis heeft dat m.b.t. dit soort wetgeving in de wereld al voldoende bewezen. De grootste bedreiging voor onze democratische normen en waarden komt met dit soort wetgeving niet van buiten maar uit Nederland zelf. Nederland heeft zich altijd sterk gemaakt voor de internationale rechtsorde, getuige de internationale instituten die in Den Haag gevestigd zijn, zoals het internationale hof van Justitie. Als dit wetsvoorstel een wet wordt, zonder dat dit is aangepast en voldoende tegenmacht in deze regeling is georganiseerd, moeten wij ons als Nederland diep schamen.