Voorstel voor een Wet op de defensiegereedheid
Reactie
Naam
|
Anoniem
|
Plaats
|
Zwolle
|
Datum
|
1 juli 2025
|
Vraag1
Wat vindt u van dit voorstel?
We zouden grote zorgen moeten hebben over de voorgestelde Wet op de Orde en Gereedstelling Defensie (WODG). In de huidige vorm geeft deze wet de minister van Defensie vrijwel ongelimiteerde bevoegdheden om maatregelen te nemen, zonder parlementaire instemming of onafhankelijke toetsing. Dat gaat mij – en velen met mij – te ver.
Wat me het meest raakt, is dat deze wet het mogelijk maakt om de medezeggenschap, vakbonden en zelfs het personeel buiten spel te zetten. Beschermende afspraken over arbeidstijden en rustmomenten (zoals in de ATW, het AMAR en het BARD) kunnen terzijde worden geschoven. En wie zich uitspreekt, kan via artikel 4 worden gezien als een risico voor de gereedstelling. Dat is een fundamentele aantasting van vertrouwen en openheid binnen onze organisatie.
Daarnaast zie ik dat de wet ook gebruikt kan worden om bouwprojecten te versnellen en milieuregels opzij te zetten, zogenaamd in het belang van Defensie. Dat betekent dat lokale inspraak, natuur en omwonenden genegeerd kunnen worden. Als de minister meer ruimte wil om te bouwen, moet hij dat via een transparant, apart traject regelen – niet via een noodwet.
Ik ben vóór paraatheid en geloof in een sterke Defensie. Maar dat moet samen kunnen gaan met democratische controle, rechtsbescherming en menselijkheid. Wat nu wordt voorgesteld is te breed, te machtig en te vaag.
Daarom pleit ik voor een alternatief:
– Voor daadwerkelijke crisissituaties: een tijdelijke, toetsbare regeling mét parlementaire controle en inspraak van personeel.
– Voor defensiegroei en infrastructuur: een aparte wettelijke regeling, los van de WODG, waarin versnelde bouw en aanpassing van regels zorgvuldig zijn geborgd.
Veiligheid mag nooit een excuus zijn om de rechtsstaat opzij te schuiven.