Voorstel voor een Wet op de defensiegereedheid

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Eindhoven
Datum 23 juni 2025

Vraag1

Wat vindt u van dit voorstel?
Reactie op de voorgestelde Wet op de defensiegereedheid
 
Er is een grens. En deze wet gaat daar keihard overheen.
 
Ik dien dit bezwaar niet in uit gewoonte of onverschilligheid. Ik schrijf dit omdat ik voel dat we als samenleving op het punt staan iets te verliezen wat we niet terug kunnen halen als het eenmaal weg is: onze eigen soevereiniteit, onze grondrechten, onze menselijke maat.
 
Deze wet is allesbehalve een praktische update van bestaande defensieprotocollen. Ze verschuift de machtsbalans op een manier die onaanvaardbaar is in een vrije samenleving. De mogelijkheid voor de overheid om in een ‘crisis’ – zelfgedefinieerd, zonder duidelijk afgebakende kaders – burgers, hun arbeid, hun eigendommen, hun privacy en zelfs hun tijd te vorderen? Dat is geen gereedheid. Dat is voorbereiding op staatsdwang.
 
De formuleringen zijn vaag. De implicaties zijn immens.
 
We hebben in de geschiedenis al te vaak gezien wat er gebeurt wanneer wetten gebaseerd worden op angst en vaagheid in plaats van op zorgvuldigheid en proportionaliteit. Deze wet opent de deur naar structureel misbruik, en zet de fundamentele beginselen van een democratische rechtsorde opzij met het excuus van ‘noodzaak’.
 
Wat ik hier voel, en wat velen met mij voelen maar niet altijd in woorden weten te vatten, is dat deze wet raakt aan iets diepers dan alleen beleidsvoering. Ze raakt aan de onzichtbare draad tussen overheid en burger. Aan vertrouwen. Aan toestemming. Aan wederkerigheid.
 
Als die draad knapt, is herstel bijna onmogelijk.
 
In een tijd waarin de samenleving al onder druk staat, waarin mensen zoeken naar rust, veiligheid en zingeving, kiest deze wet voor controle in plaats van vertrouwen, voor inname in plaats van samenwerking.
 
Als deze wet doorgaat, dan zeg je tegen je burgers: wij vertrouwen jullie niet, maar jullie moeten ons blind vertrouwen. Dat werkt niet. Dat heeft nooit gewerkt.
 
Ik vraag – nee, ik dring erop aan – dat deze wet wordt ingetrokken of fundamenteel wordt herzien. Niet cosmetisch, maar principieel. Geen staat mag zichzelf het recht geven om haar burgers preventief beschikbaar te stellen aan een oorlog die niet gevoerd is, voor een crisis die niet gedefinieerd is, op basis van een mandaat dat niet gevraagd of gekregen is.
 
Als mens, als burger, als kind van deze aarde, zeg ik: dit is niet de weg.
 
Niet in mijn naam.
Niet namens mijn kinderen.
Niet in stilte."