Wet uitvoering EU-regels infrastructuur alternatieve brandstoffen en enkele andere regels

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Utrecht
Datum 20 augustus 2025

Vraag1

Beste respondent, u kunt op alle punten van deze wet en toelichting reageren. Wij zijn met name benieuwd naar uw kijk op het inrichten van regelgeving, handhaving en toezicht op een manier waarbij de doelen uit het wetsvoorstel effectief worden bereikt. Wij leggen u daarom de onderstaande vragen voor.

Vraag 1: Hoe kijkt u aan tegen dit wetsvoorstel dat dient om bepaalde verplichtingen uit de verordening te kunnen afdwingen? Denk hierbij aan:
- de vereiste streefcijfers voor spreiding van de laad- en tankstations langs wegen en walstroom in havens en elektriciteitsvoorzieningen aan stilstaande vliegtuigen;
- de technische en functionele eisen voor laad- en tankstations;
- de informatie over de vindbaarheid en het gebruik van laad- en tankstations voor onder andere consumenten en vervoerbedrijven;

Vraag 2: Hoe kan de sector van laadexploitanten en mobiliteitsaanbieders, al dan niet georganiseerd, er gezamenlijk voor zorgdragen dat bedrijven duidelijke en transparante prijzen aan consumenten tonen voorafgaand, tijdens en bij de afrekening van het laden? Wat kan de overheid daarin betekenen, naast haar toezichthoudende rol op duidelijke en transparantie prijzen en prijsvorming op grond van onder meer dit wetsvoorstel en verordening (EU) 2023/1804.

Vraag 3: Op grond van de bindende streefcijfers voor de uitrol van de infrastructuur voor alternatieve brandstoffen gelden er vereisten voor de aantallen en de capaciteit van onder meer laadstations en waterstoftankstations langs (TEN-T) wegen en voor walstroom in binnen- en zeehavens. Op welke manier kunnen de betrokken partijen, zoals wegbeheerders, vervoerbedrijven, havenbeheerders en de maritieme sector, bijdragen aan de uitbreiding van die infrastructuur en het behalen van voornoemde streefcijfers?

Vraag 4: Verordening (EU) 2023/1804 regelt dat de laad- en tankinfrastructuur en walstoomvoorzieningen moeten voldoen aan bepaalde technische eisen (bijlage II van die verordening). Deze kunnen worden afgedwongen op grond van dit wetsvoorstel. Op welke wijze kunnen bijvoorbeeld producenten, verkopers, ontwikkelaars en exploitanten eraan bijdragen dat de apparatuur conform deze eisen wordt ingericht en gebruikt in het belang van de interne markt (interoperabiliteit, verhandelbaarheid) en van eindgebruikers (eenduidig en geharmoniseerd gebruik door consumenten, vervoerbedrijven etc.)? In welke mate en op welke wijze is de ombouw (retrofit) van bestaande apparatuur mogelijk wanneer dit een eis is?
1. Rol van de overheid in ruimtelijke ordening en transitie naar 0-emissie mobiliteit
De overheid moet een visie ontwikkelen op het minimale netwerk dat nodig is voor een succesvolle transitie naar emissievrije mobiliteit. Bij nieuwe ontwikkelingen moet dit worden ingevuld via het omgevingsplan, met ruimte voor functies als laden en tanken van alternatieve brandstoffen. In bestaande situaties volstaat een duidelijk kader gericht op veiligheid en gezondheid, zonder extra technische eisen. Bij uitgifte van gronden voor tankstations, zoals langs rijkswegen, kan de overheid eisen stellen aan het minimale aanbod van alternatieve brandstoffen. Dit voorkomt dat nieuwe pachtcontracten de transitie belemmeren door langdurige vastlegging zonder verplichting tot doorontwikkeling.

2. Transparantie en publicatieplicht
Net als bij tankstations moet er een publicatieplicht komen voor laadlocaties. Prijsinformatie moet open source beschikbaar zijn en zichtbaar vanaf de weg. Voor binnenstedelijke laadpalen volstaat duidelijke informatie via display of QR-code, zonder verplichte app-installatie. De QR-code moet direct verwijzen naar een centrale, open prijsdatabank. Proprietary oplossingen voor prijs en betaling moeten worden vermeden.

3. Stimulering via strategische besluitvorming
Overheden kunnen de transitie stimuleren door bij uitgifte van gronden eisen te stellen aan het aanbod, vooral op locaties die passen binnen de TEN-T strategie. Ook kunnen ze zelf functies toekennen via de Omgevingswet, waarna marktpartijen een aanbod kunnen vestigen. Op eigen gronden kan de overheid lagere vergoedingen accepteren in het belang van de transitie. Dit sluit aan bij initiatieven zoals energieoprijksgrond.nl, waarbij overheden via omgevingsplannen of projectbesluiten ruimte creëren voor duurzame opwekking.