Wetsvoorstel bestrijden energieleveringscrisis

Reactie

Naam Dataresearch Energie Mobiliteit Buitenruimte (MSc G. Douma)
Plaats Leiden
Datum 25 maart 2025

Vraag1

Met de internetconsultatie wil het ministerie u de gelegenheid bieden om te reageren op het wetsvoorstel. Daarbij wil het ministerie op een aantal punten gericht input ophalen om het wetsvoorstel waar mogelijk aan te scherpen en om nog te maken keuzes te kunnen onderbouwen. Dit gaat bijvoorbeeld om keuzes die gemaakt moeten worden als de verantwoordelijk minister besluit tot een verplichting voor het vullen van gasopslagen en het opleggen van een heffing ter dekking van kosten van bepaalde vulmaatregelen.

Hiervoor zijn in de leeswijzer enkele gerichte consultatievragen opgenomen.
Het Wetsvoorstel bestrijding energieleveringscrisis behandeld onder meer een afschakelstrategie als er ernstige schaarste ontstaat en de gasopslag onvoldoende gevuld is. Het onderscheid tussen kleinverbruikers en grootverbruikers wordt veranderd in beschermde afnemers en niet beschermde afnemers. Doordat multisites en beheerders van gesloten systemen niet altijd juist geregistreerd staan bij de SBI categorien van Kamer van Koophandel wordt voorgesteld andere categorien te hanteren.

In voorliggend wetsvoorstel wordt voorgesorteerd op een later uit te werken AmvB waarin technisch administratief besloten kan worden wie er wel en niet onder beschermde afnemers gaan vallen. Dit is geen technocratische materie maar moet via de parlementaire weg kunnen worden bevraagd. In plaats van een heel nieuwe systematiek op te bouwen -die niet aansluit bij de codering waarmee CBS de ontwikkelingen kan vergelijken, de pensioenen en vergunningen worden gecodeerd en de netbeheerders prioriteren- kan veel beter de huidige systematiek behouden blijven en de Multisites en beheerders van gesloten systemen gevraagd worden hun registratie bij KvK te updaten.

Het taalgebruik van beschermde afnemers en solidariteitsgas maakt het heel ondoorzichtig wie er nu in feite de prioriteit zullen krijgen bij schaarste, maar zeker gesteld moet worden dat essentiële sociale faciliteiten als gezondheidszorg en veiligheidsdiensten niet achtergesteld zullen worden bij grootzakelijke aansluitingen die zeer veel gas verbruiken doordat ze hun hoge-temperatuur processen nog niet hebben gereorganiseerd naar de laatste stand van duurzame technieken.

Zowel de elektrificatie van de woonwijken als van de mobiliteit hebben vertraging opgelopen en zijn nog steeds in hoge mate van gas afhankelijk. Daarbij komt ook nog dat indien Nederland te maken krijgt met ernstige schaarste aan gas doordat bijvoorbeeld de Verenigde Staten de levering van vloeibaar LNG gaan bemoeilijken als hefboom om iets gedaan te krijgen, er grote kans is dat Nederland geen solidariteitsgas bij Neighboring Network Operators kan aanvragen omdat Duitsland en België dan met dezelfde schaarste zullen worden geconfronteerd.

Dus in dergelijke situaties zal Nederland de herverdeling van schaarse gasdistributie geheel intern moeten kunnen organiseren. Kortom, huidige systematiek uitbouwen en heldere schaarste verdeling maken die parlementair verdedigd en bevraagd kan worden.