Besluit versterking voorschoolse educatie

Reactie

Naam Gemeente Rhenen (S.J.M. Kempers)
Plaats Rhenen
Datum 21 maart 2019

Vraag1

Wat vindt u van de flexibele wijze waarop de urenuitbreiding van het aanbod voorschoolse educatie is uitgewerkt?
Het is duidelijk dat dat een groter aanbod van vve-uren een positief effect heeft op de ontwikkeling van jonge kinderen. Voor de instellingen is het aanbieden van 16 uur per week echter lastig te organiseren. Om beter aan te sluiten bij de bestaande uren per dagdeel en de schooltijden zou 14 uur per week praktischer zijn.

Vraag2

Wat vindt u van de wijze waarop de inzet van een pedagogisch beleidsmedewerker in de voorschoolse educatie is uitgewerkt?
Zie vraag 4

Vraag3

Wat vindt u van de wijze waarop het overgangsrecht is uitgewerkt?
geen opmerkingen

Vraag4

Heeft u nog andere opmerkingen?
Opmerking bij punt 7 financiele gevolgen:
In middelgrote en kleine gemeenten zoals in Rhenen wordt gewerkt met gemengde groepen VVE. Het aantal van 14 VVE-peuters per groep is dus niet realistisch, dit is eerder 4-6 VVE-peuters. Dit is goed voor de integratie tussen doelgroep en niet-doelgroeppeuters. Als dan uitgegaan wordt van de 53.000 VVE-peuters, zijn er in Nederland waarschijnlijk eerder rond de 8.000-10.000 VVE-groepen in plaats van de door OCW geraamde 3700 VVE-groepen. Als op deze 8.000-10.000 groepen de HBO-er ingezet moet worden, zijn de kosten eerder rond de 40-50M macro gezien. Gegeven dit grote verschil, lopen met name kleine en middelgrote gemeenten die vanwege segregatievermijden gemengde groepen hebben een groot financieel risico, omdat de kosten van de HBO-er onvoldoende gedekt zijn. Een dataspecialist heeft daarom voor ons in de LRK data gekeken hoeveel Kindplaatsen met VVE er zijn in Nederland en dat zijn er circa 131.000. Indien dit aantal gedeeld wordt door 16 (16 kinderen kunnen maximaal op 1 groep), dan is een aantal van 8.200 VVE-groepen realistischer. Kan het Ministerie het benodigde bedrag voor de Hbo-ers bijstellen op basis van een hoger aantal VVE-groepen in Nederland, zodat wij ook in de toekomst segregatie kunnen tegengaan?