VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap

Reactie

Naam CG-Raad en Platform VG (A.M.W.M. van Dam)
Plaats Utrecht
Datum 16 augustus 2013

Vraag1

Het kabinet is van mening dat de ratificatie van het Verdrag een belangrijke bijdrage zal leveren aan het realiseren van de inclusieve samenleving. Voor het realiseren van de inclusieve samenleving is ook van belang om in overeenstemming met artikel 8 van het verdrag de bewustwording ten aanzien van personen met een handicap te bevorderen. Het gaat hier om het bevorderen van de bewustwording van de capaciteiten van personen met een handicap en de bijdragen die zij leveren aan de samenleving. Ook gaat het om het bevorderen van de bewustwording van de belemmeringen, de drempels die personen met een handicap in de samenleving tegenkomen en die hen beletten volledig en op voet van gelijkheid met anderen in de samenleving te participeren.
Kunt u aangeven hoe de bewustwording ten aanzien van personen met een handicap kan worden bevorderd? Kunt u aangeven welke bijdrage u levert aan het bevorderen van de bewustwording en of deze bijdrage zich leent om breed toe te passen?
Volgens de CG-Raad en Platform VG is een heldere visie nodig op de manier waarop de overheid (landelijk en lokaal) bewustwordingsactiviteiten gaat ontwikkelen. Een nauwe samenwerking met de veldpartijen is hierbij wenselijk. CG-Raad en Platform VG zijn bereid om hierin initiatieven te nemen. Ook de Coalitie voor Inclusie kan een rol vervullen. Ingrediënten voor deze campagne kunnen zijn:
o Een goede voorlichtingscampagne over het VN-verdrag en de betekenis daarvan voor mensen met en zonder beperking. Hiervoor kan de overheid gebruikmaken van de bestaande kennis en ervaring van leden van de CG-Raad en Platform VG. De website www.nlvooriedereen.nl kan een instrument zijn. Op deze website wordt de betekenis van het VN-verdrag helder en op aansprekende wijze uitgelegd. Ook de website van de Coalitie voor Inclusie is een waardevolle website.
o Betrokkenheid van maatschappelijke en ondernemersorganisaties, zoals bijvoorbeeld VNO-NCW. De overheid kan in overleggen met deze organisaties een belangrijke stimulerende rol vervullen.
o Voorbeeldfunctie van overheden en samenwerkende veldpartijen. Bijvoorbeeld in aanbestedingsprocedures en subsidies (door een keurmerk te ontwikkelen voor organisaties en bedrijven die mensen met een beperking in dienst hebben, en hier zaken mee te doen). Maar ook bij marketing & communicatie en personeelsbeleid. (Zie project ‘Ameland voor Iedereen’ )
o Ondersteunen en faciliteren van initiatieven van burgers, die bijdragen aan zelfregie en participatie. Denk aan de Eigen Kracht Conferenties, het Noaberzorgpunt in Roggel, het Zelfregiecentrum in Venlo, de Zorgcoöperatie Hoogeloon, wooninitiatieven zoals de Thomashuizen.
o Goede uitleg over het belang van (soms dure) zorg en medicatie voor de gezondheid en het welbevinden van (bepaalde groepen) mensen met beperkingen. Dit ten behoeve van draagvlak en solidariteit.
o Betrekken van ervaringsdeskundigen en lokale gehandicaptenplatforms bij bewustwording. CG-Raad en Platform VG hebben een PR-team opgericht, dat bestaat uit ervaringsdeskundigen die zijn opgeleid om in ‘gewone mensentaal’ uitleg te geven over het VN-verdrag. In onze achterban bevinden zich lokale gehandicaptenplatforms die jarenlange ervaring hebben met bewustwording rond het VN-verdrag op het lokale niveau.
o Tenslotte kunnen de sociale media, radio en televisie een goede bijdrage leveren. Een goed voorbeeld is de SIRE-campagne voor doorbreken van taboe op psychisch ziek zijn.

Vraag2

Volgens het Verdrag kunnen de Staten geleidelijk aan de verwezenlijking van de economische, sociale en culturele rechten uit het Verdrag werken. Staten hebben hierbij een grote mate van beleidsvrijheid. Ook in het Regeerakkoord van 2012 “Bruggen slaan” wordt uitgegaan van een geleidelijke tenuitvoerbrenging van het Verdrag. Bij de vraag hoe aan die geleidelijke tenuitvoerbrenging in de loop der tijd vorm zal worden gegeven, spelen het stellen van prioriteiten en budgettaire overwegingen vanzelfsprekend een belangrijke rol. Uitgaande hiervan, kunt u aangeven wat voor u een prioriteit is en hoe aan een eventuele investering op dat punt het beste vormgegeven kan worden?
Volgens de CG-Raad en Platform VG ligt de prioriteit bij een goede verbinding tussen de transformaties in het sociale domein en de opbouw van een inclusieve samenleving.
Deze transformaties bieden goede kansen om op lokaal niveau samen met burgers te werken aan a) beeldvorming en bewustwording; b) ondersteuning die goed aansluit bij de mogelijkheden en behoeften van mensen met beperkingen op alle leefgebieden en c) mentale en fysieke toegankelijkheid van de lokale infrastructuur. In dit kader wijzen wij nog eens op de motie van Tweede Kamerlid Linda Voortman (20 december 2012), waarin wordt gevraagd om een heldere visie op de verbinding tussen de decentralisaties en de totstandkoming van de inclusieve samenleving.

Bijlage