Vereenvoudiging belastingteruggaaf oninbare vorderingen

Reactie

Naam mr. MP van Ooij
Plaats Eindhoven
Datum 14 juli 2016

Vraag1

Hoe beoordeelt u de wijziging dat het recht op teruggaaf van betaalde btw en eventuele milieubelasting in ieder geval ontstaat voor zover een vordering één jaar na het opeisbaar worden nog niet is ontvangen?
Beoogde vereenvoudiging lijkt mij uitstekend. De huidige werkwijze is omslachtig. Verzoeken om teruggaaf o.b.v. artikel 29, lid 1 Wet OB worden door inspecteurs in den lande verschillend behandeld, met name de bewijslast van het onbetaald blijven van een factuur.

Vraag2

Hoe beoordeelt u dat de teruggaaf wordt gerealiseerd via een vermindering op de aangifte?
Verwerking in de aangifte is naar mijn mening juist en doelmatig. Vermindert de administratieve lasten aanzienlijk. Daarnaast staat het de inspecteur vrij om de juistheid van de aangiften te controleren. Een minpunt is dat de Belastingdienst door middel van een afzonderlijk schriftelijk verzoek (de huidige regeling) tevens inzicht verkrijgt in de afnemer/wanbetaler (met het oog op artikel 29, lid 2 Wet OB) en dat bij de voorgestelde verwerking via de aangifte niet langer het geval zal zijn. Anderzijds mogen de fiscale verplichtingen/tekortkomingen van de afnemer niet tot een verzwaring van de lasten van de leverancier leiden. De leverancier lijdt namelijk al genoeg door de wanbetaling.

Vraag3

Hoe beoordeelt u dat het in mindering gebrachte bedrag weer op aangifte moet worden voldaan voor zover de vergoeding alsnog wordt ontvangen?
Rechtvaardig. Wel zullen er neem ik aan regels worden gesteld met betrekking tot termijnen. Ook ontbreekt thans een wettelijke grondslag tot een 'tweede' heffing.

Vraag4

Hoe beoordeelt u de verkorting van twee naar één jaar van de termijn waarna de afnemer de eerder in aftrek gebrachte btw weer verschuldigd wordt voor zover de vergoeding dan nog steeds niet is betaald?
De termijn is wellicht erg kort voor een afnemer van goede wil maar in slechte economische staat/tijden. Anderzijds is het wel rechtvaardig. Ik neem aan dat hiermee ook een rechtstreekse koppeling zal worden gemaakt tussen leden 1 en 2 van artikel 29 Wet OB? Die ontbreekt thans, aldus de toelichting en jurisprudentie.
Belangrijk is ook dat de afnemer de btw wel weer moet kunnen aftrekken als hij de btw heeft terugbetaald omdat hij de factuur niet binnen één jaar heeft betaald, maar na dat jaar alsnog (een deel van) de factuur aan de leverancier betaalt.

Vraag5

Hoe beoordeelt u de vergelijkbare opzet voor de btw en de milieubelastingen? Wordt hiermee naar uw oordeel bereikt dat de regeling voor beide belastingen volgens hetzelfde stramien zal verlopen?
Geen mening. Ik heb geen ervaring met milieubelastingen.

Vraag6

Hoe beoordeelt u de voorgenomen regeling met betrekking tot vorderingen die aan een andere ondernemer zijn overgedragen?
Hiervoor zullen wel duidelijke regels moeten worden gesteld. Overigens zou dit niet alleen mogelijk moeten zijn voor factoring e.d., maar ook in andere gevallen zoals bij de overdracht van een (gedeelte van een) bedrijf.

Vraag7

Zijn er bepaalde zaken die u in dit stadium al onder de aandacht wil brengen over de vermindering van energiebelasting of belasting op leidingwater, in de situatie dat wordt gewerkt met voorschotbetalingen gevolgd door een periodieke eindafrekening?
Nee, geen ervaringen mee.

Vraag8

Welke concrete effecten verwacht u van de nieuwe regeling?
Een eenvoudiger stelsel.
Als de termijn voor de afnemer ook op één jaar wordt gesteld, verwacht ik financiële problemen bij afnemers.

Vraag9

Mist u nog bepaalde elementen of vereenvoudigingen in de voorgenomen regeling? Zijn er punten die wat u betreft verduidelijkt moeten worden?
Zoals ik bij vraag 4 heb aangegeven, moet de afnemer de btw wel weer kunnen aftrekken als hij de eerder afgetrokken btw op aangifte heeft terugbetaald omdat hij de factuur niet binnen één jaar heeft betaald, maar na dat jaar alsnog (een deel van) de factuur aan de leverancier betaalt.
Verder zou het goed zijn om een duidelijke toelichting te geven bij de invoering van de vereenvoudigde regeling over wanneer een factuur nu wel en niet is betaald. Met de Belastingdienst ontstaat nog wel eens discussie over de vraag hoe moet worden omgegaan met bijvoorbeeld een crediteurenakkoord (terwijl daar jurisprudentie over is).