Beleidsvoornemen Veiligheidsregelgeving drones

Reactie

Naam LTO Nederland (G.C. van 't Klooster)
Plaats Den Haag
Datum 28 mei 2015

Vraag1

Wat is uw mening over het voorgenomen beleidsvoornemen Veiligheidsregelgeving drones?
Het gebruik van drones in de landbouw is vooralsnog beperkt. De toepassing is veelal nog experimenteel in het kader van smart farming programma's. De agrarische sector is sterk gericht op innovaties en vernieuwing. Er is daarom ook een groeiende belangstelling bij ondernemers om deze apparaten in te zetten ter ondersteuning van managementmaatregelen. Met de inzet van drones kan de ondernemer zijn gewassen en percelen controleren op bijvoorbeeld ziekten, bemestings- en bodemtoestand, onkruiddruk oogstrijpheid etc. De gegevens helpen de juiste maatregelen te nemen in bijvoorbeeld meer plaatsspecifiek gewasbescherming en meststoffen toe te dienen. Per saldo levert dat een kostenbesparing op, betere opbrengsten en minder belasting voor het milieu. De regelgeving staat een breder gebruik van drones en daarmee een doorontwikkeling van de mogelijkheden evenwel nog in de weg. Om een schets te geven: voor het bedrijfsmatig gebruik van drones is certificaat (brevet) nodig en moet veel papierwerk worden verricht voor het opstijgen ed. De kosten hiervan belopen, zo wordt vanuit de praktijk genoemd, al gauw zo'n 6.000 euro. Daarbovenop komen de kosten van verzekering. Voor commerciële diensten met drones is een RPAS Operators Certificate (ROC) nodig. Vervolgens zijn er diverse vereisten zoals een ontheffing van de Inspectie Leefomgeving en Transport (L&T). Vaak gaat het hierbij om een projectontheffing. Daarvoor geldt dat vijf dagen voorafgaand aan de vlucht een zogenaamde NOTAM (Notice To Air Man) moet worden ingediend bij de beheerder van het luchtruim. Tenslotte is er vaak een vergunning nodig van de provincie, een zogeheten Tijdelijk en Uitzonderlijk Gebruik (TUG) en moet de gemeente en burgemeester één dag voor de vlucht wordt gemeld dat zal worden gevlogen. LTO Nederland vindt dat deze regelgeving een brede toepassing van drones, die een kansrijke en belangrijke innovatieve ontwikkeling is, in de weg staat. LTO Nederland pleit voor een meer op de agrarische praktijk toegesneden regelgeving. De regels als beschreven voor mini drones zijn hiervoor ontoereikend. Zo is het veelal gewenst om op grotere hoogten te kunnen vliegen maar bevoorbeeld beperkt tot het grondgebied van de ondernemer. Graag is LTO Nederland bereid om hierover nader met het ministerie van gedachten te wisselen.

Vraag2

Het ministerie van Infrastructuur en Milieu zal twee platforms starten waarin van gedachten zal worden gewisseld met stakeholders: een virtueel platform voor de brede gemeenschap van individuele dronegebruikers/ stakeholders en een fysiek plaftorm (op uitnodiging) voor belangengroepen en brancheorganisaties.

Wilt u deelnemen aan een van deze platformen? En zo ja, welke? Graag kort motiveren op welke wijze u namens een relevante achterban spreekt.
LTO Nederland is graag bereid deel te nemen aan een platform voor specifieke groepen van gebruikers, in dit geval voor toepassing van drones in de agrarische sector. Daarbij wil LTO Nederland ook graag praktijkkennis inbrengen door ondernemers die ervaring hebben met drones aan het woord te laten.

Vraag3

Het ministerie zal een communicatieplan opstellen, in nauwe samenwerking met de sector, om de dronegebruiker in de toekomst bij de ontwikkelingen in de regelgeving te betrekken, zodat de veiligheid in het luchtruim en op de grond maximaal gewaarborgd is.

Indien u uw ideeen wilt aanleveren, graag motiveren met een korte omschrijving van uw mogelijke bijdrage.
LTO Nederland heeft tal van mogelijkheden om rechtstreeks te communiceren met (potentiele) gebruikers in de agrarische sector, waaronder via het agrarisch weekblad Nieuwe Oogst, door nieuwsbrieven, mailings etc.