Wijziging normering bezoldiging topfunctionarissen zonder dienstbetrekking

Op 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) in werking getreden. Hiermee worden de bezoldigingen van topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector genormeerd. Het Uitvoeringsbesluit bij deze wet wordt met voorliggend ontwerpbesluit uitgebreid. Hiermee worden onder andere regels gesteld over de maximale bezoldiging van een topfunctionaris zonder dienstbetrekking voor de eerste twaalf maanden van de functievervulling.

Consultatie gegevens

Publicatiedatum 09-07-2015
Einddatum consultatie 31-08-2015
Status Gesloten
Type consultatie AMvB
Organisatie Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Onderwerpen Organisatie en beleid

Publicatie reacties

Reacties worden gepubliceerd tijdens de loop van de consultatie. Alleen die reacties worden gepubliceerd waarvan is aangeven, door de inzender, dat deze openbaar mogen zijn.

Doel van de regeling

Met de regeling wordt de bezoldiging van topfunctionarissen zonder dienstbetrekking vanaf de eerste dag van de functievervulling genormeerd. Na inwerkingtreding van de regeling mag in de eerste zes maanden niet meer dan 144.000 euro worden gedeclareerd. Nu geldt daarvoor nog geen maximum. Voor de volgende zes maanden geldt een maximum van 108.000 euro. Dit komt neer op een gemiddelde maandnorm van € 24.000 respectievelijk € 18.000. Ook geldt een uurtarief van maximaal €175.

Doelgroepen die door de regeling worden geraakt

Instellingen en topfunctionarissen zonder dienstbetrekking in de publieke en semipublieke sector.

Verwachte effecten van de regeling

a) Er kunnen nog steeds voldoende gekwalificeerde en deskundige topfunctionarissen ingehuurd worden, maar bovenmatige bezoldigingen worden voorkomen.
b) De bezoldigingsnormering voor ingehuurde topfunctionarissen is praktischer uitvoerbaar.
c) De aandacht voor een zorgvuldig beloningsbeleid in de publieke en semipublieke sector wordt vergroot

Doel van de consultatie

a) Belanghebbenden en geïnteresseerden informeren over het ontwerpbesluit.
b) Het bieden van de mogelijkheid om te reageren op het ontwerpbesluit.

Op welke onderdelen van de regeling wordt een reactie gevraagd

Een reactie is mogelijk op alle delen van het ontwerpbesluit en de nota van toelichting.