Aanpassing van toetsingskader in het kader van positieflijst reptielen

Reactie

Vraag1

Ik vind het te hypothetisch en in een aantal gevallen zelfs achterhaald. Er wordt veel gehypothetiseerd over mogelijke effecten die risicofactoren zouden kunnen hebben in gevangenschap, terwijl het voorkomen van veel van die voorgestelde gezondheidseffecten door de praktijk niet wordt ondersteund, dus simpelweg zelden voorkomen. Er wordt te weinig gekeken naar de praktische situatie van het houden van deze soorten. Wat ik mij afvraag is of dit toetsingskader dan wel is opgesteld met behulp van professionals met ervaring in deze sector, die weten welke risico's in de praktijk wel of niet tot problemen leiden. Denk aan gespecialiseerde reptielenartsen, reptielenverzorgers in dierentuinen, kwekers e.d.
Door persoonlijke ervaring met een scala aan reptielensoorten, zie ik aannames die niet ondersteund worden door de praktijk.

Vraag2

Met het overgrote deel niet. Zoals reeds hierboven benoemd, lijken veel situaties en effecten hypothetische aannames. Daarnaast zijn bepaalde risicofactoren zeer achterhaald door ontwikkeling van soort-specifieke technologie. Ik zal een aantal concrete voorbeelden benoemen.
Er zijn bijvoorbeeld al jaren UV lampen beschikbaar in verschillende sterktes, specifiek geproduceerd om een bepaalde ferguson zone te creëren. Het is binnen de hobby algemeen bekend welke soorten dit nodig hebben en in welke sterkte, dus waarom wordt dit als risicofactor beschouwd?
Een terrarium is een afgesloten ruimte waarin een afwijkende luchtvochtigheid en temperatuur gemakkelijk te creëren is, wederom geen risicofactor, algemeen bekend wat soorten hierin nodig hebben. Ook het voorzien in de thermoregulatie behoeften van een soort is niet lastig, door het voorzien van een spotlamp waar de temperatuur aanzienlijk hoger is dan de rest van het terrarium, wederom standaard procedure voor veel soorten.
Voor soorten met een specifiek dieet, denk aan de Rhacodactylus soorten die als voorbeeld benoemd worden, zijn juist een scala aan commerciële diëten op de markt die zijn samengesteld om te voorzien in hun voedingsbehoeften.
Worden de voorgestelde effecten bij infrequent voedende soorten in gevangenschap door de praktijk ondersteund? Zijn hier gespecialiseerde reptielenartsen over ingelicht? Dit lijkt mij een zeer hypothetisch geval, want een aantal infrequent voedende soorten worden regelmatig gehouden zonder effecten die duiden op tekorten.
Zo zijn er meerdere aannames die mijn inziens erop duiden dat professionals en ervaringsdeskundigen weinig tot geen inbreng hebben gehad hierin.

Vraag3

Ik mis expertise, zoals hierboven uitgelegd.